Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Tjon-A-Ten en Koenders over abortus in ontwikkelingslanden. Deze vragen werden ingezonden op 10 maart 2006 met kenmerk 2050609370.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoorden van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Tjon-A-Ten en Koenders (beiden PvdA) over abortus in ontwikkelingslanden.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het rapport "Death and Denial: Unsafe Abortion and Property?" 1)
Antwoord
Ja, ik heb kennisgenomen van het rapport "Death and Denial: Unsafe Abortion and Poverty".
Vraag 2
Deelt u de visie dat in het IPPF-rapport verwoorde onveilige abortus " highlights the failure of national governments and the international community to address a public health issue "? 2) Zo ja, steunt de Nederlandse regering de regering van het Verenigd Koninkrijk door leiderschap te tonen en zich wereldwijd in te zetten voor het recht op abortus voor alle vrouwen, inclusief vrouwen met een handicap?
Vraag 3
Bent u, mede gezien de enerzijds grote Nederlandse inzet op Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten en de Millennium Development Goals en anderzijds het groeiende conservatisme in delen van de wereld (zie onder andere de Global Gag Rule), bereid om vooral in de partnerlanden de discussie op gang te brengen over liberalisering van hun abortuswetgeving en veilige abortus? Zo neen, waarom niet?
Antwoord.
Met de regering van het Verenigd Koninkrijk maak ik mij ernstig zorgen over de gevolgen van de Global Gag Rule (GGR), waardoor dienstverlening voor reproductieve en seksuele gezondheid, inclusief geboortebeperking, is ingekrompen. Mede hierdoor komen meer ongewenste zwangerschappen voor, neemt de vraag naar (onveilige) abortus toe en blijft sterfte van vrouwen/moeders onverminderd hoog. Als in deze situatie geen verandering komt, blijft de realisatie van Millennium Development Goal 5 buiten bereik. Prioriteiten binnen het Nederlandse beleid met betrekking tot seksuele en reproductieve gezondheid en rechten zijn onder meer het voorkómen van abortus en het vergroten van de toegang voor vrouwen tot veilige abortus. Breder zet Nederland zich wereldwijd in voor het recht van iedereen, inclusief gehandicapten, op toegang tot een breed pakket van informatie en dienstverlening op het gebied van reproductieve en seksuele gezondheid. Nederland is de grootste donor van UNFPA, het VN-bevolkingsfonds. Nederland ondersteunt bovendien een aantal internationale NGO's, die met hun partners in ontwikkelingslanden de abortusproblematiek in kaart brengen, werken aan bewustwording hierover, aan verbetering van de kwaliteit van dienstverlening, evenals van wet- en regelgeving. De rol die onze ambassades, al dan niet in EU verband, hierin spelen is divers. In sommige landen wordt de abortusproblematiek opgebracht in de dialoog over mensenrechten, of in de beleidsdialoog over en steun aan de gezondheidssector. In andere gevallen wordt de discussie over abortus op gang gebracht middels de dialoog met, en steun aan vrouwengroepen, die verbetering van wet- en regelgeving nastreven.
Vraag 4
Bent u voorts bereid om u, zo mogelijk in EU-verband, in te zetten voor post-abortusfaciliteiten in zowel privé-klinieken als in openbare gezondheidsvoorzieningen, zolang er in landen sprake is van 'onveilige en illegale' abortus vanwege de wettelijke strafbaarheid? Zo neen, waarom niet?
Vraag 5
Bent u voorts bereid om, zo mogelijk in EU-verband, met de Colombiaanse regering de discussie op gang te brengen om legalisering van abortus op medische gronden en in geval van verkrachting wettelijk mogelijk te maken? 3)
Antwoord.
Kwalitatief goede nazorg na abortus is van groot belang, vooral als er complicaties optreden. Onafhankelijk van bestaande wetgeving, ontbreekt het in veel landen aan goede zorg rondom alle aspecten van zwangerschap en bevalling, inclusief adequate post-abortus zorg. Er moet veel verbeterd worden aan de kwaliteit, zowel in privé klinieken als in de openbare gezondheidszorg. Daarom steun ik in twaalf partnerlanden de gezondheidssector, en zet ik me in EU en internationaal kader in om gezamenlijk meer te investeren in gezondheid en de seksuele en reproductieve rechten van vrouwen.
Naast kwaliteit zijn de toegang tot deze zorg en betaalbaarheid een probleem, in het bijzonder voor vrouwen. Abortus is in veel landen een taboe onderwerp en vrouwen die kiezen voor abortus worden vaak gestigmatiseerd, ook door gezondheidspersoneel.
Ik zet mij er dan ook voor in, al dan niet met mijn EU collega's, om te pleiten voor de rechten van vrouwen; wereldwijd, niet alleen in Colombia. Seksuele en reproductieve rechten zijn mensenrechten en moeten door regeringen worden gegarandeerd voor elk individu. Ik verdedig deze rechten consequent en stel schendingen ervan, zoals verkrachting, openlijk aan de orde. Daarbij ga ik ook de discussie aan over de redenen waarom vrouwen - vaak als laatste redmiddel - voor abortus kiezen, en over de gevolgen van onveilige abortus. Waar mogelijk zoek ik het EU-verband op, ik schroom echter niet deze thema's ook bilateraal actief op de agenda te zetten.
1) Death and Denial: Unsafe Abortion and Property, IPPF, London, 2006.
2) Ibid. blz. 2
3) Ibid. blz. 12
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken