Verspilling van geneesmiddelen
Kamerstuk, 4-4-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GMT/VDG 2659160
4 april 2006
In antwoord op vragen van het lid Buijs (CDA) van 10 oktober 2005
(2050601150) heb ik toegezegd de Kamer te informeren of en zo ja welke
acties er ondernomen moeten worden naar aanleiding van het rapport
`Verspilling van geneesmiddelen'. Dit rapport is in januari 2006
uitgebracht door DGV, Nederlands instituut voor verantwoord
medicijngebruik, FTTO Gelderse Vallei en SIR Institute for Pharmacy
Practice and Policy. Met deze brief doe ik mijn toezegging gestand.
Inleiding
Het rapport `Verspilling van geneesmiddelen' is een vervolg op een 10
jaar geleden gehouden onderzoek `Verspilling, veel voorgeschreven,
maar niet gebruikte geneesmiddelen' van Blom et al. Onder Verspilling
van geneesmiddelen wordt in dit rapport verstaan dat gebruikers van
geneesmiddelen die aan hen zijn voorgeschreven, deze niet volledig
gebruiken maar een deel daarvan of alles overhouden. De geneesmiddelen
worden afgevoerd naar de apotheek of chemokar/klein chemisch
afvaldepot of komen terecht in vuilnis of riool.
Uit het huidige onderzoek blijkt, net als uit het onderzoek van 10
jaar geleden, dat de waarde van teruggebrachte geneesmiddelen ongeveer
3,2 % van de uitgaven aan geneesmiddelen omvat.
Hieronder geef ik een korte samenvatting van de aanbevelingen uit het
rapport en van de bijbehorende (reeds in gang gezette) interventies.
Aanbevelingen rapport en interventies
Aanbeveling 1
Schrijf relatief dure geneesmiddelen niet onnodig veel voor. Er zijn
geen duidelijke geneesmiddelcategorieën gevonden waar sprake was van
overmatige verspilling. Wel is opvallend dat een relatief klein aantal
middelen verantwoordelijk is voor het grootste deel van de
verspilling.
Voorbeelden uit het onderzoek zijn interferon, HT3-antagonisten,
combinaties van inhalatiecorticosteroïden, groeihormoon en enkele
weesgeneesmiddelen. Het zou zinvol kunnen zijn om nadere regels voor
de vergoeding van dergelijke middelen vast te stellen.
Reactie
Als er per keer weinig dure geneesmiddelen worden voorgeschreven of
meegegeven, dan is de kans kleiner dat geneesmiddelen verspild worden.
Bij therapieën van EUR 15.000 per patiënt per jaar, bijv. het dure
groeihormoon, zijn de kosten wekelijks rond de EUR 300. Uit
doelmatigheidsoogpunt kan het best zinvol zijn om wekelijks zo'n
middel uit te leveren. We zien ook dat voor dit soort middelen ook
landelijk opererende apotheekservices ontstaan die wekelijks of
tweewekelijks bij de patiënt deze middelen uitleveren.
Ik ben het met de aanbeveling van het rapport eens dat
doelmatigheidswinst is te behalen door zorgvuldig om te gaan met de
hoeveelheid doseringen die per keer worden afgeleverd. Het
Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering bevatte een bepaling over
de maximale perioden waarover geneesmiddelen voor rekening van de
ziekenfondsverzekering mochten worden afgeleverd. Deze
doelmatigheidsbepaling is bij de Zorgverzekeringswet een bevoegdheid
van de zorgverzekeraar geworden. Ik verwacht dat zorgverzekeraars deze
verantwoordelijkheid op zullen pakken omdat hier relatief eenvoudig
doelmatigheidswinst is te behalen.
Aanbeveling 2
Communiceer richting de voorschrijvers dat veel klachten vanzelf
overgaan en dat daarom gepaste terughoudendheid op zijn plaats is bij
het voorschrijven.
Interventie
In de VWS-nieuwsbrieven die elk kwartaal via de Stichting DGV naar de
zorgverleners worden gestuurd, zal de komende tijd extra aandacht
worden besteed aan `gepaste terughoudendheid bij het voorschrijven van
(bepaalde) geneesmiddelen'.
Aanbeveling 3
Verbeter de communicatie tussen voorschrijvers onderling. In meerdere
gevallen bleven relatief dure geneesmiddelen over na het switchen van
geneesmiddelen tussen eerste en tweede lijn. In sommige gevallen waren
hier goede redenen voor, in andere gevallen niet.
Interventie
In samenwerking met de Stichting DGV is het programma
Farmacoketenontwikkeling ontworpen. Onder farmacoketenontwikkeling
wordt verstaan al die activiteiten die een soepele transfer van de
patiënt door de zorgketen op het gebied van medicatie bevorderen.
Kort gezegd houdt dit programma in dat regionale
samenwerkingsverbanden projecten kunnen indienen die de
farmacoketenontwikkeling bevorderen. De afstemming tussen 1e en 2e
lijn staat hierin centraal. De betrokken koepelorganisaties worden
nauw betrokken bij de selectie van de projecten.
Aanbeveling 4
Geef voorlichting aan de gebruikers van geneesmiddelen over de kosten
van het onnodig niet gebruiken van geneesmiddelen.
Interventie
Sinds 1 januari 2005 staat de prijs op de verpakking van een
geneesmiddel vermeld. Ook de website medicijnkosten.nl speelt een rol
bij het kostenbewuster maken van de gebruiker van een geneesmiddel.
Aanbeveling 5
Verbeter de therapietrouw. Het ligt voor de hand dat er een relatie is
tussen restanten geneesmiddelen en therapie-ontrouw.
Interventie
Ter verbetering van de therapietrouw zet ik de komende jaren in op de
volgende onderwerpen:
- afstemming tussen zorgverleners onderling (programma
Farmacoketenontwikkeling landelijke verspreiding best practices
`therapietrouw');
- empowerment patiënt (folder over correct lezen bijsluiter,
verspreiding best practice `train de trainer' van de
reumapatiëntenbond) ;
- samenspraak tussen patiënt en zorgverlener (verkennende studie naar
geschiktheid Engelse concordance-model voor Nederlandse situatie);
- technische oplossingen (b.v. versimpelen doseerregime);
- geheugensteuntjes (b.v. via sms of email).
Bovengenoemde onderwerpen heb ik in samenspraak met betrokken koepels
en kennisinstituten vastgesteld. Ook de verdere uitwerking van de
onderwerpen zal in nauw overleg met hen gebeuren.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport