European Union



RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE

NL

P/06/53

Brussel, 28 maart 2006

7847/06 (Presse 92)

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de aanhouding en overbrenging van Thomas Lubanga

De Europese Unie is ingenomen met de overdracht van Thomas Lubanga Dyilo door de autoriteiten van de Democratische Republiek Congo en met zijn overbrenging door Frankrijk naar het Internationaal Strafhof op 17 maart 2006. De heer Lubanga wordt beschuldigd van oorlogsmisdrijven, meer bepaald het onder de wapenen roepen en in militaire dienst nemen van kinderen als kindsoldaten, en het gebruiken van deze kinderen voor actieve deelname aan vijandelijkheden. Hij is de eerste verdachte die is aangehouden en overgebracht naar het Internationaal Strafhof om terecht te staan in Den Haag.

De aanhouding vormt een belangrijke stap in de strijd tegen de straffeloosheid in het gebied van de Grote Meren, die erop gericht is de regionale stabiliteit op lange termijn te versterken. Met deze arrestatie bewijst de internationale gemeenschap ook haar engagement en haar steun jegens de Democratische Republiek Congo en haar burgers in hun streven naar vrede en verzoening. De EU verheugt zich in dit opzicht over het feit dat de Democratische Republiek Congo voor het eerst in veertig jaar democratische verkiezingen voorbereidt.

De aanhouding en de overbrenging van de heer Lubanga bewijzen dat het Internationaal Strafhof volledig operationeel is. De EU heeft vertrouwen in de afschrikkende werking van het Internationaal Strafhof en in de beslissende rol van het Hof bij het oplossen van conflicten met steun van de internationale gemeenschap.

De toetredende landen Bulgarije en Roemenië, de kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.


* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.