D66

Staatssecretaris Medy van der Laan (Cultuur) zet krachtig in op eigenzinnige Nederlandse films. Deze films zijn niet alleen bedoeld voor het Nederlandse publiek, maar ook voor internationaal succes. Vanaf 2007 stelt Van der Laan 7,5 miljoen euro extra beschikbaar voor de artistieke ontwikkeling van Nederlandse filmmakers. Hiermee komt het totale budget voor de Nederlandse speelfilm op ruim 40 miljoen euro per jaar.

Het Nederlands filmbeleid heeft met name de laatste jaren geleid tot een hausse van publieksfilms en een hernieuwde interesse voor Nederlandse films. Dit beleid zal worden voortgezet, maar daarnaast is een impuls nodig om de artistieke ambities van de Nederlandse film ruim baan te geven.

`We maken een scherpe keuze voor kwaliteit, ruimte voor de producent en een einde aan compromissen, inhoudelijke bemoeienis en bureaucratie', zegt Van der Laan over haar brief. `Uiteindelijk telt de kwaliteit. Ik wil investeren in de artistieke kracht die in ons land aanwezig is, zodat de Nederlandse speelfilm weer een aansprekend eigen gezicht krijgt. Producenten komen bij de totstandkoming van films centraal te staan. Teveel commissies en praatclubjes zijn zich met hun plannen gaan bemoeien. Dat resulteerde te vaak in een verwaterd compromis. Bovendien snoeien we in de bureaucratie, waardoor filmmakers zich weer op hun kerntaak kunnen concentreren.'

Van der Laan neemt de volgende maatregelen:

· Omdat de filmproducent de cruciale rol speelt voor de ontwikkeling van Nederlands filmtalent, wordt de inhoudelijke inmenging door het Nederlands Fonds voor de Film en Publieke Omroep bij het tot stand komen van films teruggebracht. Tegelijkertijd moet de producent aan strengere eisen voldoen om in aanmerking te komen voor financiële bijdragen.

· Omdat filmkwaliteit soms vraagt om forse investering, wordt de hoogte van de subsidie per film niet langer gehouden aan een maximum.

· Om tot scherpere keuzes te komen en talentvolle filmmakers een betere kans te geven een oeuvre op te bouwen, zal het Nederlands Fonds voor de Film een deel van het budget voor speelfilms bij intendanten leggen. Intendanten kunnen met persoonlijke keuzes een aantal jaren avontuurlijk beleid uitzetten. Tevens komt er meer op artistieke film toegesneden internationale deskundigheid in de adviescommissie.

· Van der Laan wil de samenwerking tussen de filmsector, het Nederlands Fonds voor de Film en de Publieke Omroep verbeteren. Besluitvorming wordt minder bureaucratisch en er komen minder `loketten'. Dit zal een einde maken aan de inhoudelijke compromissen tussen de filmsector en omroep. Tegelijkertijd wordt de samenwerking verbeterd.

· Vanwege het belang van internationale samenwerking van filmmakers en promotie stellen staatssecretaris Nicolai (buitenlandse zaken) en Van der Laan 400.000 euro beschikbaar aan het Nederlands Fonds voor de Film.

Naast stimulering van artistieke kwaliteit van de Nederlandse speelfilm, streeft Van der Laan een verdere professionalisering na van de filmsector. De vorming van een toonaangevend filminstituut is daarbij van groot belang. Van der Laan staat een instituut voor ogen dat het kloppend hart van de filmsector vormt en een (internationale) ontmoetingsplek voor zowel de sector als het grote publiek.

De bestaande fiscale regeling is onlangs in overleg met de filmsector verbeterd. Omdat de fiscale regeling ingewikkeld is, heeft Van der Laan met staatssecretaris Joop Wijn (financiën) afgesproken een alternatief te zoeken. Doel blijft om met de beschikbare 20 miljoen euro Nederlandse publieksfilms te realiseren waarin marktpartijen substantieel willen investeren.

De reacties op Van der Laan's Filmbrief zijn positief. Eddy Terstall, bekroond regisseur van de film Simon, voorziet `een eerherstel voor de filmmaker als auteur', terwijl het volgens Carolien Kroon van de Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten `eindelijk weer gaat over inhoud, talent, kwaliteit en hoe filmmakers een oeuvre kunnen opbouwen' (Parool). Ook de Pressiegroep Auteursfilm en het Nederlands Fonds voor de Film geven aan tevreden te zijn met het nieuwe beleid. In De Volkskrant stelt Ronald Ockhuysen dat de Filmbrief `wel eens de kiem zou kunnen zijn van een serieuze en bloeiende filmcultuur'.

3-4-2006 16:57