Ingezonden persbericht
Woonbondpersbericht
Nieuwe aanslag op koopkracht huurtoeslagontvangers
Minister Dekker (VROM) wil de normhuur per 1 juli verhogen met 2,2 procent, wat betekent dat de huur van alle huurtoeslagontvangers met 2,2 procent omhoog gaat. Voor de groep huurtoeslagontvangers met een relatief hoge huur komt de huurverhoging zelfs hoger uit dan 2,2 procent, omdat zij geacht worden meer over te hebben voor een woning die verondersteld wordt meer kwaliteit te hebben. De nieuwe korting komt bovenop de korting van
? 2,77 die al eerder bekend was. De Woonbond doet een dringend beroep op de Tweede Kamer om dit voorstel te verwerpen en in het geheel niet te korten op de huurtoeslag. Woonbonddirecteur Mária van Veen: "Nu er veel wordt gesproken over koopkrachtreparatie en er tegelijkertijd sprake is van grote meevallers voor de rijksbegroting, ligt het schrappen van de korting voor de hand. Wordt de normhuur wel verhoogd, dan leidt dat tot gevoelig koopkrachtverlies."
Normaal gesproken zou de Woonbond ervoor hebben gepleit de normhuur niet aan te passen met de verwachte gemiddelde huurontwikkeling, maar met de ontwikkeling van het netto-bijstandskomen voor gehuwden (de 'kan'-bepaling). Door de stelselwijziging in de zorg biedt dat dit jaar echter geen soelaas. Het bijstandsinkomen is op 1 januari welliswaar met 4,5 procent verhoogd, maar gecorrigeerd voor de financiële gevolgen van de stelselwijziging resteert een feitelijke inkomensverbetering van een schamele 5 euro per maand voor alleenstaanden en 10 euro per maand voor samenwonenden. Dat bedrag weegt absoluut niet op tegen de stijging van de huurlasten.
Huurtoeslagontvangers, dat zijn 1,1 miljoen huishoudens met de laagste inkomens, lijden dus opnieuw koopkrachtverlies. De Woonbond vindt dat onrechtvaardig en onverteerbaar, vooral ook tegen de achtergrond van de forse kortingen die zij al sinds 2004 voor de kiezen hebben gekregen als gevolg van de onevenredig grote bezuinigingen op het huurtoeslagbudget. Steeds meer huurtoeslagontvangers kunnen niet meer rondkomen en kampen met betalingsachterstanden.
V06.0804.PR
Amsterdam, 3 april 2006
noot voor de redactie,