Provincie Noord-Brabant



|Datum         |
|31 maart 2006 |
|Nummer        |
|70            |

Uitspraak College van Beroep voor het Bedrijfsleven
Arriva verliest rechtszaak tegen provincie Noord-Brabant

De voorzieningenrechter van het College van Beroep (CBB) voor het Bedrijfsleven heeft de verzoeken om voorlopige voorziening van Arriva Personenvervoer Nederland BV en de combinatie Arriva Touring en Taxicentrale Renesse VOF (hierna: Arriva) afgewezen.

Arriva vond dat GS de 'oude' aanbesteding van de opnbaarvervoersconsessie niet mocht intrekken en tot gunning had moeten overgaan van de twee regio's waar Arriva de laagste inschrijver was.
De Voorzieningenrechter van het CBB heeft geoordeelt:
-dat Arriva ontvankelijk is;
-dat geen rechtregel is aan te wijzen dat een aangevangen aanbestedingsprocedure in alle gevallen met gunning dient te worden afgesloten;
-dat er geen, althans onvoldoende, reden is voor de conclusie dat Gedeputeerde Staten geen deugdelijk motief hadden om tot hun besluiten van 6 december 2005 te komen (nieuwe aanbesteding);
-dat het betoog van Arriva dat zij erop mocht vertrouwen dat Gedeputeerde Staten de concessies aan haar zouden verlenen naar zijn voorlopig oordeel niet kan slagen;
-dat het onvoldoende aannemelijk is dat het CBB de besluiten van 6 december 2005, indien deze bij de te nemen beslissingen op bezwaar worden gehandhaafd, in beroep op inhoudelijke gronden zal vernietigen.

Gedeputeerde Eric janse de Jonge is blij met de uitspraak omdat de nieuwe aanbesteding van het Openbaar Vervoer in Noord-Brabant hierdoor niet meer gehinderd wordt.