Op 31 maart uitspraak over aansprakelijkheid werkgever voor werk met
asbest
De Hoge Raad doet op 31 maart 2006, 10.00 uur uitspraak in een zaak
over aansprakelijkheid van een werkgever voor een beroepsziekte van
een werknemer, die tijdens zijn werk met asbesthoudende stoffen in
aanraking is gekomen en (mogelijk) daardoor een longziekte heeft
gekregen, waaraan hij intussen is overleden.
Achtergrond
De zaak gaat om een asbestverwerkend bedrijf Nefalit (destijds:
Asbestona) waarin de werknemer in de uitoefening van zijn
werkzaamheden in de jaren 1964 tot 1979 blootgesteld is geweest aan
asbeststof. In 1997 is bij de werknemer longkanker vastgesteld. Hij is
in 2000 overleden. De zaak vertoonde twee bijzonderheden. In de eerste
plaats heeft de werknemer longkanker gekregen zonder dat voordien bij
hem asbestose (stoflong) is opgetreden. In de jaren waarin hij met de
asbeststof werkte was nog niet bekend dat dit mogelijk was. In de
tweede plaats heeft de werknemer minstens 28 jaar lang gerookt.
De werkgever bestreed zijn aansprakelijkheid met een beroep op de twee
genoemde bijzonderheden van de zaak. De kantonrechter in Almelo
benoemde een deskundige, die heeft geconcludeerd dat de kans dat de
longkanker van de werknemer door blootstelling aan asbeststof is
veroorzaakt, 55% bedraagt. De deskundige voegde daaraan toe dat
medisch niet kan worden vastgesteld of een bepaald geval van
longkanker is veroorzaakt door asbest.
De kantonrechter in Almelo heeft bij vonnis van 17 december 2002 55%
van de gevorderde materiële en immateriële schade toegewezen.
In hoger beroep heeft het hof Arnhem op 6 juli 2004 dit vonnis
bekrachtigd.
Het cassatieberoep bij de Hoge Raad
Nefalit heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het
hof.
De zaak is bij de Hoge Raad voor Nefalit behandeld door mr. J. van
Duijvendijk-Brand, advocaat in Den Haag en voor de erven van de
werknemer door mr. M.J. Schenck, advocaat in Den Haag.
De advocaat-generaal mr. J. Spier heeft op 4 november 2005
geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad doet op 31 maart, 10.00 uur, uitspraak. Vervolgens zal
rond 10.45 uur een samenvatting van deze uitspraak worden gepubliceerd
op de website hogeraad.nl/actualiteiten.
De uitspraak zelf (rolnr. C04/303 ) wordt zo spoedig mogelijk daarna
op de website rechtspraak.nl gepubliceerd.
Den Haag, 29 maart 2006
de griffier, mw. mr. E. Hartogs
tel 070 - 3611236
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 30 maart 2006 Naar boven