Persbericht Wageningen UR, 028wur, 31 maart 2006
Wageningen ur ontvangt miljoenen uit fes-middelen
Wageningen Universiteit en Researchcentrum heeft een substantieel aandeel in de toekenning van miljoenen euro's uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Over de besteding van de FES-gelden - 141 miljoen euro - heeft de Ministerraad vrijdag 31 maart beslist. In de helft van de tien gehonoreerde voorstellen neemt Wageningen UR deel. De middelen geven een nieuwe impuls aan de agro-foodsector die een belangrijke pijler is van de Nederlandse economie.
Het gaat om de volgende projecten:
1. Technologisch Top Instituut (TTI) Groene Genetica
Betrokken ministerie: LNV
Toegekend bedrag uit FES: 20 miljoen euro
Partners: Sector plantaardig uitgangsmateriaal (Plantum NL) en de kennisinstellingen olv Wageningen UR.
De oprichting van het TTI Groene Genetica maakt het mogelijk om het Nederlandse onderzoek en onderwijs op het gebied van plantaardig uitgangsmateriaal, zoals zaden, stekken, bollen en knollen en weefselkweek, te versterken. Daartoe doen gekwalificeerde onderzoeksgroepen aan Nederlandse universiteiten en andere kennisinstellingen toepassingsgericht onderzoek om innovatieve, economisch waardevolle planten te ontwikkelen. De onderzoeksthema's groei en ontwikkeling van planten, plantgezondheid en kwaliteit voor de consument worden benaderd vanuit de vakgebieden genetica, plantenziektekunde en plantenfysiologie. Op deze terreinen behoort het Nederlandse onderzoek tot de wereldtop.
2. Potato Genome Sequencing Consortium
Betrokken ministerie: LNV
Toegekend bedrag uit FES: 3 miljoen euro
Partners: Regieorgaan Genomics (NGI) en Wageningen UR
Het vierde voedingsgewas ter wereld, de aardappel, kan nu genetisch in kaart worden gebracht. Onderzoeksgroepen in zestien landen gaan het aardappelgenoom ophelderen. Alle activiteiten hiervoor worden vanuit Wageningen gecoördineerd. De partners in het consortium richten zich elk op één of meer van de twaalf chromosomen van de aardappel. In totaal is met dit project circa veertig miljoen euro gemoeid. Vanaf eind 2010, als het DNA is gekarteerd, zullen aardappeltelers en industrie betere aardappelrassen kunnen ontwikkelen, van bijvoorbeeld een hogere kwaliteit en met ziekteresistentie.
3. Ontwikkeling van duurzame Phytophthora resistente aardappel
Betrokken ministerie: LNV
Toegekend bedrag uit FES: 9,9 miljoen euro
Partners: Wageningen UR
In de akkerbouw is de aardappelziekte phytophthora de meest ingrijpend economische en milieubelastende ziekte. Doel van het onderzoek is om een wetenschappelijke basis te leggen waarop industriële research kan voortbouwen voor het verkrijgen van aardappelrassen waar de schimmelachtige ziekte geen vat op heeft. Om die ambitieuze doelstelling te bereiken worden resistentiegenen uit wilde aardappelplanten gekloneerd en overgezet naar bestaande rassen. In veldproeven moet de resistente eigenschappen zich kunnen handhaven. Daarbij worden ook eisen gesteld aan de milieuveiligheid. Als de doelen worden gehaald betekent dat een jaarlijkse besparing van 150 miljoen euro aan bestrijdingsmiddelen tegen de ziekte en een belangrijke impuls voor de werkgelegenheid in de aardappelsector, nog afgezien van de versterking van de Nederlandse exportpositie.
4. WCFS +
Betrokken ministeries: EZ
Toegekend bedrag uit FES: 33 miljoen euro
Partners: WCFS
Het Wageningen Centre for Food Sciences (WCFS) is een zgn. Technologisch Topinstituut waarin onderzoekers uit de universiteit en het bedrijfsleven in samenspraak met de overheid samenwerken. WCFS+ is hiervan een voortzetting. WCFS+ is gericht op het verkrijgen van kennis in precompetitief verband die de ontwikkeling van voedingsmiddelen mogelijk maakt, welke inspelen op de preventie van gezondheidsproblemen waarbij voeding een cruciale rol speelt, zoals obesitas en hart- en vaatziekten. Het onderzoek kan zo een belangrijke bijdrage leveren aan de volksgezondheid en een impuls betekenen voor de Nederlandse economie, waarbij ook voor het Midden- en Kleinbedrijf een rol is weggelegd. Het centrum beoogt tegelijk de duurzame en concurrerende voedingsindustrie te ondersteunen om zo Europese bedrijven marktkansen te verschaffen die minder gevoelig zijn voor prijsconcurrentie. WCFS+ heeft de potentie uit te groeien tot een Europees 'centre of excellence'.
5. Scheidingstechnologie
Betrokken ministerie: EZ
Toegekend bedrag uit FES: 15 miljoen euro
Betrokkenheid van Wageningen UR:
Het onderzoeksplan Scheidingstechnologie is van grote economische en maatschappelijke betekenis. Het omvat het ontwikkelen van systemen om grondstoffen uit de landbouw, zoals suikerbieten of melk, te scheiden in afzonderlijke, zuivere componenten. Door de introductie van 'milde' technologie blijven de producten 'vers' en is de afvalberg zo klein mogelijk.
Een ander 'Wagenings' onderdeel van de publiek-private samenwerking Scheidingstechnologie richt zich op waterstromen uit procesmatige industrieën, waaronder spoelwater, water als oplosmiddel en koelwater. Deze stromen bevatten vaak makkelijk of moeilijk uit te filteren stoffen die hergebruikt kunnen worden door de ontwikkeling van duurzame technologieën. En het water wordt schoner.
Voor onderstaand project heeft Wageningen UR voorstellen gedaan.
6. Project: Ruimte voor water én economische ontwikkeling in Haaglanden
Betrokken ministerie: V&W
Toegekend bedrag uit FES: 3 miljoen euro
Partners: Regio Haaglanden
Het project heeft tot doel de opvang van water in het gebied, zowel het hemelwater als het grond- en kwelwater (uit zee), op adequate wijze te regelen en integraal af te stemmen met de economische belangen en de woningbouw in de regio. Wageningen UR heeft een groot aantal onderzoeksvoorstellen voor kennisprojecten gedaan, zowel vanuit technologisch als economisch en bestuurlijk-juridisch perspectief. Over die voorstellen besluit de Regio haaglanden in een later stadium.
De agro-food sector is van groot belang voor de Nederlandse economie en vooral voor de export. Haar aandeel in het Bruto Nationaal Product (BNP) is met ruim 40 miljard euro ruim tien procent. Met 20 miljard euro is zij goed voor twintig procent van het volume en 44 procent van de toegevoegde waarde van de Nederlandse export. Ook met een bijdrage van ongeveer tien procent aan de werkgelegenheid in ons land is de bijdrage van deze sector substantieel te noemen.
Wageningen Universiteit