WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : TRCJZ/2006/996
datum : 31-03-2006
onderwerp : Aanpassingen in de melkquotering (TRC/2006/1675)
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
Hierbij wil ik u informeren over een aantal wijzigingen in de Regeling
superheffing en melkpremie 2004.
Het betreft de volgende punten:
1. de mogelijkheid van vervreemding van melkquotum zonder
grondoverdracht;
2. het afschaffen van het maximum van 75.000 kg bij de huur van
melkquotum;
3. de verdeling over de melkveehouders van 0,5% extra melkquotum en
van een deel van de nationale reserve.
Quotumoverdracht zonder grondoverdracht
Tot nu toe moest verhandeling van melkquotum vergezeld gaan van een
grondtransactie, waarbij maximaal 20.000 kg melkquotum per hectare mag
worden verhandeld.
Bij een groot gedeelte van de transacties in Nederland wordt de grond
slechts tijdelijk overgedragen: na een jaar gaat de meegeleverde grond
weer over naar de vervreemder van het melkquotum. Vanwege de daaraan
verbonden lasten hebben leden van uw Kamer aangedrongen op
loskoppeling van grond en quotum bij verhandeling van melkquotum. Ook
het bedrijfsleven steunt deze loskoppeling.
Met de Europese Commissie heb ik overeenstemming kunnen bereiken over
de voorwaarden waaronder quotumoverdracht zonder grondtransactie,
binnen de kaders van de toepasselijke EG-verordeningen, kan
plaatsvinden.
Met ingang van het volgende superheffingsjaar, derhalve per 1 april
2006, zal dan ook melkquotumoverdracht zonder grondoverdracht mogelijk
worden. Hierbij gelden de volgende voorwaarden, zoals ook na overleg
met het bedrijfsleven vervat in het verzoek aan de Europese Commissie:
* 1. Producenten verklaren dat de grondloze transactie leidt tot
extensivering òf tot structuurverbetering van het bedrijf.
* 2. De aankoop betreft per jaar maximaal 10% van het op het bedrijf
al beschikbare quotum, tenzij betrokkene kan aantonen dat hij na
de aankoop minder dan 20.000 kg quotum per hectare heeft.
* 3. Verkoop van quotum door het verkrijgende bedrijf is niet
toegestaan binnen 3 jaren, behoudens bijzondere omstandigheden.
De desbetreffende wijziging van de Regeling superheffing en melkpremie
2004 zal binnenkort in de Staatscourant worden gepubliceerd en
terugwerken tot 1 april 2006.
Geen maximum bij huur van melkquotum
Per 2004 is een einde gemaakt aan de totaalverhuur van melkquotum.
Bovendien dienen producenten sindsdien ten minste 70% van hun quotum
vol te melken teneinde te voorkomen dat het ongebruikte deel van hun
quotum vervalt aan de nationale reserve. Met andere woorden: sindsdien
is melklease beperkt aan de verhuurderszijde.
Beperking van melklease aan de huurderszijde is gezien het
bovenstaande niet meer noodzakelijk. In het licht van het
kabinetsbeleid om waar mogelijk belemmeringen van
ondernemersbeslissingen tegen te gaan, is door een recente wijziging
van de Regeling superheffing en melkpremie 2004 (in werking getreden
op 25 januari jl.) de beperking van melklease tot maximaal 75.000 kg
per melkveebedrijf geschrapt.
Verdeling van extra melkquotum en van een deel van de nationale
reserve
In het kader van de in 2003 gemaakte afspraken over de hervorming van
het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid krijgt iedere Lidstaat van de
Europese Unie en per 1 april 2006 en de twee daaropvolgende
heffingsperiodes telkens een half procent extra quotum toegedeeld.
Ik heb besloten dat extra quotum in ieder geval voor de komende
heffingsperiode evenredig te verdelen over alle thans actieve
producenten in Nederland. Zij krijgen dus allen per 1 april as. een
verhoging van 0,5% van hun melkquotum.
Hiermee handel ik overeenkomstig de lijn die in het verleden is
gehanteerd bij quotumkortingen. Ook die werden evenredig verdeeld.
Deze evenredige verdeling kan op steun van het bedrijfsleven rekenen.
Tegelijkertijd met deze verhoging zal ook de bestaande nationale
reserve grotendeels onder de thans actieve melkveehouders evenredig
worden verdeeld. Het betreft de verdeling van ca. 6,5 miljoen kg
melkquotum, waarna er nog ca. 1,5 miljoen kg melkquotum in de
nationale reserve achterblijft. Dit restant is bestemd voor het geval
dat de Nederlandse Staat als gevolg van nog lopende juridische
procedures extra quotum moet verstrekken. Gelet op de stand van de
lopende zaken is een inkrimping van de nationale reserve zoals
hierboven beschreven thans verantwoord en overigens ook wenselijk
vanuit het oogpunt van een optimale benutting van het Nederland
toekomende quotum. Deze extra quotumtoedeling komt per producent uit
op 0,06%.
De verhoging van de quota met 0,56% per 1 april is vervat in de
wijziging van de Regeling superheffing en melkpremie 2004 waarin ook
de grondloze quotumoverdracht is voorzien en die zoals hierboven
aangegeven binnenkort in de Staatscourant wordt gepubliceerd.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit