RVD/DG
Rubriek: Binnenland
Datum en tijd: 31-03-2006 15:53
Origineel persbericht.
!!in eerder verzonden persbericht (15.15 UUR)is laatste deel weggevallen!!
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht ministerraad
31 maart 2006
Kabinet opent grens voor werknemers nieuwe eu-lidstaten
Nederland gaat vanaf 1 januari 2007 over tot vrij verkeer van werknemers
uit Polen en zeven andere landen die sinds 1 mei 2004 lid zijn van de
Europese Unie. Om oneerlijke concurrentie te voorkomen, zal het kabinet
eerst een aantal maatregelen nemen. Zo krijgt de Arbeidsinspectie de
bevoegdheid om ontduiking van het minimumloon direct te beboeten en gaan
de Arbeidsinspectie en de Belastingdienst nauwer samenwerken om zwart
werk aan te pakken.
Dat heeft de ministerraad besloten op voorstel van staatssecretaris Van
Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Vanaf 1 januari 2007 kunnen
werknemers uit de nieuwe EU-landen vrij aan de slag in ons land en moeten
zij op dezelfde manier worden behandeld als Nederlandse werknemers. Tot
die tijd mogen ze nog niet zonder tewerkstellingsvergunning werken. Vanaf
1 mei 2006 wordt het verkrijgen van zo'n vergunning wel eenvoudiger,
omdat het Centrum voor Werk en Inkomen dan alleen nog toetst of de
beloning en de huisvesting van de betrokken werknemers aan de eisen
voldoen. Nu wordt ook nog onderzocht of er in ons land of de oude
EU-lidstaten niet iemand voor het betreffende werk beschikbaar is. De
procedure voor werkgevers wordt daardoor versneld van minimaal tien weken
tot maximaal twee weken.
Nederland moet vóór 1 mei 2006 beslissen over het al dan niet verlengen
van de huidige overgangsmaatregel, die inhoudt dat werknemers uit
Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en
Tsjechië alleen met een tewerkstellingsvergunning in ons land mogen
werken. Het is mogelijk deze maatregel te verlengen tot 1 mei 2009, maar
uiteindelijk is vrij verkeer van werknemers onontkoombaar. De centrale
vraag voor het kabinet is daarom niet óf, maar wanneer vrij verkeer van
werknemers het best kan worden ingevoerd. Het kabinet vindt dat er nu een
gunstige tijd aanbreekt, omdat er een toenemende vraag naar arbeid wordt
verwacht. Langer uitstel zou volgens het kabinet ook leiden tot een
toename van het aantal zelfstandigen uit de nieuwe EU-landen en een
toename van het aantal illegale constructies. Poolse bedrijven en
zelfstandigen mogen zich immers al vrij vestigen in Nederland. Als de weg
van vrij verkeer van werknemers gedeeltelijk geblokkeerd blijft, zullen
die andere twee wegen vaker gekozen worden.
Het besluit tot vrij verkeer van werknemers leidt tot een aanzienlijke
daling van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Het kabinet
verwacht dat een relatief beperkt aantal arbeidsmigranten uit de nieuwe
EU-landen gebruik zal maken van het vrij verkeer van werknemers. Voor de
verwachte groei gebruikt het kabinet schattingen van onderzoeksbureau
Ecorys, dat het eerste jaar op 53.000 tot 63.000 werknemers uit de nieuwe
EU-lidstaten rekent. Dat zijn er ongeveer 23.500 tot 33.500 meer dan nu.
De grootste groep bestaat uit seizoenarbeiders. Samen zouden alle nieuwe
migranten 0,4 tot 0,5 procent van de totale arbeid verrichten.
Het kabinet is zich bewust van de zorgen over verdringing op de
arbeidsmarkt, maar meent dat de risico's redelijk beperkt zijn. Uit
landen waar men al vrij verkeer van werknemers heeft - Ierland,
Groot-Brittannië en Zweden - komen geen signalen van verdringing. En ook
in Nederland is de ervaring dat seizoenarbeiders uit de nieuwe EU-landen
vaak werk doen waar in ons land te weinig mensen voor te vinden zijn. Van
verdringing is dan volgens het kabinet geen sprake: de oogst moet toch
binnengehaald worden, en als dat niet lukt met binnenlands arbeidsaanbod
dan zijn arbeidsmigranten gewoon hard nodig. De overheid blijft daarnaast
onverminderd doorgaan met het aan de slag helpen van
uitkeringsgerechtigden, onder andere in het seizoenswerk.
Het kabinet vindt het belangrijk dat oneerlijke concurrentie en
onderbetaling van werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten wordt bestreden.
Werknemers uit de nieuwe lidstaten dienen gelijk te worden behandeld en
beloond als werknemers uit Nederland. Het kabinet stelt daarom een aantal
maatregelen voor:
- De Arbeidsinspectie gaat meer en stelselmatig controleren of werkgevers
onder het wettelijke minimumloon betalen.
- Ontduiking van het minimumloon wordt door de Arbeidsinspectie direct
beboet. Het kabinet heeft besloten daarvoor een bestuurlijke boete in te
voeren. Dat maakt een wijziging van de Wet op het minimumloon
noodzakelijk. Het streven is dat deze wijziging vanaf 1 januari 2007 van
kracht wordt.
- Naast de bestuurlijke boete blijft het voor werknemers en
werknemersorganisaties mogelijk om in geval van onderbetaling via de
rechter loon te vorderen. De Arbeidsinspectie zal betrokken werknemers en
vakbonden op de hoogte brengen van overtredingen van de Wet op het
minimumloon en daarmee een gang naar de rechter mogelijk maken. Door het
doorgeven van de informatie kunnen vakbonden ook gerichter naleving van
de CAO afdwingen.
- Om het minimumloon duidelijker in beeld te brengen en het toezicht op
ontduiking effectiever te maken, wordt een wetswijziging voorbereid om
het minimumloon voortaan uit te drukken in een minimumúúrloon.
- Belastingdienst en Arbeidsinspectie gaan nauwer samenwerken in de
aanpak van illegale arbeid, zwart werk en buitenlandse werknemers die
zich ten onrechte voordoen als zelfstandige zonder personeel, om zo het
wettelijk minimumloon te ontduiken.
- In een aantal sectoren, zoals de uitzendbranche en het
beroepsgoederenvervoer, hebben de sociale partners voor handhaving van de
CAO een speciale stichting opgericht. Met de vakorganisaties wil het
kabinet bespreken hoe door samenwerking met de Arbeidsinspectie juist in
deze hoge risicosectoren de handhaving kan worden ondersteund.
- Om fraude met loonbelasting en sociale premies tegen te gaan, worden
afspraken gemaakt voor een goede uitwisseling van gegevens tussen de
verantwoordelijke instanties in Nederland en de andere landen van de EU.
- Om te voorkomen dat werknemers uit de nieuwe EU-landen niet op de
hoogte zijn van hun CAO-rechten en daardoor niet vragen om
arbeidsvoorwaarden die aan de wet voldoen, is goede voorlichting nodig.
Het voortouw van de voorlichting ligt bij de verantwoordelijke werkgevers
en werknemers, maar de overheid zorgt voor ondersteuning.
De komst van seizoenarbeiders leidt in sommige gemeenten tot een tekort
aan geschikte huisvesting. Het kabinet kondigt aan dat het deze gemeenten
gaat ondersteunen op het terrein van toezicht en het aanpakken van
onveilige en onwettige huisvestingssituaties.
Nederland is niet het enige land dat overgaat tot vrij verkeer van
werknemers. Het kabinet verwacht dat de meerderheid van de oude
EU-lidstaten volgend jaar een vrij of vrijwel volledig vrij verkeer van
werknemers heeft. Duitsland en Oostenrijk hebben officieel aangegeven hun
overgangsmaatregelen voort te zetten, maar in de praktijk laten beide
landen al wel veel werknemers uit de nieuwe lidstaten toe (Duitsland
350.000 en Oostenrijk 50.000 per jaar).
RVD, 31.03.2006