CBS

Vrijdag 31 maart 2006 9:30
Overheidstekort 2005 daalt fors

Het EMU-saldo van de overheid over 2005 is uitgekomen op -0,3 procent van het BBP. Het overheidstekort blijft daarmee ruimschoots onder de Europese norm van 3 procent. Het EMU-tekort is ook fors lager dan in 2004. Toen bedroeg het tekort 1,9 procent. De EMU-schuld van de overheid is in 2005 iets opgelopen naar 52,9 procent van het BBP. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.

Het EMU-saldo van 2004 is bijgesteld in vergelijking met de eerdere raming in juli 2005. Toen kwam het overheidstekort voor 2004 uit op 2,1 procent.

Licht overschot Rijk

Het Rijk had vorig jaar 0,2 miljard euro meer inkomsten dan uitgaven. Het is daarmee voor het eerst sinds 2000 dat het Rijk weer een overschot heeft. Door de aantrekkende economie en het bankieren bij de staat namen de belastinginkomsten fors toe, vooral uit de dividend- en de vennootschapsbelasting. Daarnaast was de milieubelasting hoger door verhoging van de tarieven. De loonbelasting en premies daarentegen stegen nauwelijks vergeleken met 2004. Verder ontving het Rijk ruim 1 miljard meer aan aardgasbaten en namen de rentelasten af. Ook de rest van de centrale overheid leverde een positieve bijdrage aan het saldo met 0,2 miljard euro.

Het tekort van de lagere overheden bedroeg 1,6 miljard euro. Gemeenten en waterschappen hadden een tekort door het handhaven van een hoog investeringsniveau, provincies boekten een overschot. De sociale fondsen ten slotte kenden na het kleine overschot van 2004 een tekort van 0,3 miljard euro in 2005. Per saldo kwam het totale tekort van de overheid uit op 1,4 miljard euro.

Tekort 2004 lager dan eerder geraamd

Het EMU-saldo over 2004 is met bijna 0,8 miljard euro naar boven toe bijgesteld na nieuwe informatie van lokale overheden. Grote gemeenten hadden in 2004 een overschot. Door de bijstelling kwam het overheidstekort in 2004 uit op 1,9 procent van het BBP, 0,2 procentpunt minder dan bij de vorige raming

EMU-schuldquote loopt iets op

De EMU-schuld is in 2005 toegenomen met 8,8 miljard euro. Hierdoor nam de EMU-schuldquote toe van 52,6 procent in 2004 naar 52,9 procent in 2005. De Europese bovengrens ligt op 60 procent. De schuldtoename is vooral gefinancierd door langlopende leningen. Die zijn per saldo toegenomen door uitgifte van staatsobligaties voor een bedrag van 5 miljard euro en opgenomen leningen van de lokale overheid ter waarde van 2,5 miljard euro. De kortlopende schulden namen met 1,1 miljard euro ook iets toe.

pb06n040.pdf

De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.