Gemeente Utrecht
2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
32 Vragen van mevrouw W.P. Peetoom
(vragen binnengekomen op 30 maart 2006)
Vorige week werd bekend dat de boekwinkel van het Centraal Museum met onmiddellijke ingang zou worden gesloten. In plaats daarvan wordt een boekenstand in de foyer van het museum ingericht. Het argument voor de sluiting van de boekwinkel zou het gegeven zijn dat deze niet winstgevend is.
Naar onze mening behoort een groot en ambitieus museum te beschikken over een goed gesorteerde boekwinkel, zodat de museumbezoekers in staat worden gesteld zich verder te verdiepen in kunst en kunstenaars en/of reproducties van kunstvoorwerpen aan te schaffen.
Opheffing van de boekwinkel betekent dan ook een aanzienlijke vermindering van de dienstverlening aan het publiek en een verschraling van de sfeer en werkomstandigheden van het personeel.
Bovenstaande overwegingen leiden tot de volgende vragen:
1. Wat zijn de overwegingen van de directie van het Centraal Museum geweest, om de museumboekwinkel per direct te sluiten?
2. Speelde de rentabiliteit van de museumboekwinkel een rol bij de overwegingen? Zo ja, hoeveel verlies werd er geleden op de museumboekwinkel?
3. Is er met voldoende zorg en accuratesse naar de cijfers gekeken? Is er een accountant betrokken geweest bij de totstandkoming van deze cijfers?
4. Heeft er overleg plaatsgehad met de medewerkers en/of met de wethouder Cultuur? Zo ja, wat was de mening van de medewerkers en de wethouder hierover?
5. Zijn er andere oplossingen overwogen dan wel geprobeerd?
6. Indien de conclusie van het bovenstaande is dat sluiting van de boekwinkel van het Centraal Museum op onvoldoende gronden heeft plaatsgevonden, is de directie bereid de boekwinkel weer open te stellen voor het publiek?
---- --