Persbericht
30 maart 2006
'Bijvangst' opgerolde hennepkwekerij: 100 Ton aan onbeheerd chemisch afval
De gemeente en de politie maken de laatste jaren serieus werk van controle
op de kweek van hennep. Gisteren werd bij het oprollen van een grote
hennepkwekerij op Lage Weide als 'bijvangst' een grote hoeveelheid chemisch
afval aangetroffen: maar liefst 100 ton! Hoe lang de laatste legale
gebruiker van het betreffende bedrijfspand al vertrokken is, is nog
onbekend, maar zorgwekkend is het wel dat een dergelijk grote hoeveelheid
gevaarlijke stoffen gedurende een lange periode onbeheerd wordt gelaten,
zonder dat de gemeente daar tegen optreedt.
Via onderstaande vragen aan het College doet Leefbaar Utrecht navraag naar
het ontstaan van deze situatie, en spreekt het de hoop uit de gemeente werk
maakt van scherpere toezichtsprocedures op de gebouwen en percelen van
failliette bedrijven, met name de bedrijven met een milieuvergunning.
Schriftelijke vragen van Vincent Oldenborg (Leefbaar Utrecht) aan het
College van Burgemeester en wethouders, d.d. 30 maart 2006.
In het AD/UN van donderdag 30 maart 2006 stond een verslag over de
ontmanteling van een wietkwekerij op het industrieterrein Lage Weide. In het
betreffende artikel werd melding gemaakt van grote hoeveelheden chemisch
afval die op het terrein van de failliete voormalige verffabriek werden
aangetroffen.
Dit feit is voor de fractie van Leefbaar Utrecht aanleiding u de volgende
vragen te stellen:
1. Wanneer is de verffabriek door faillissement opgehouden met haar
werkzaamheden?
2. Vondt er voor het faillissement regelmatig inspectie door de
gemeentelijke milieudienst plaats?
3. Heeft na het faillissement, bijvoorbeeld in overleg met de curator nog
inspectie door de milieudienst plaats gehad met betrekking tot de
aanwezigheid van milieubelastende stoffen op het terrein?
4. Vindt er gemeentelijke monitoring van uitgesproken faillissementen in
Utrecht plaats waar het bedrijven betreft die voor hun werkzaamheden
beschikken over een milieuvergunning?
5. Zo ja, welke stappen worden er na het uitspreken van een faillissement
door de gemeentelijke milieudienst genomen?
6. Indien vraag 4 met nee moet worden beantwoord, wil het College dan
overwegen om een dergelijke monitoring in te stellen teneinde de langdurige
en ongecontroleerde aanwezigheid van milieuschadelijke stoffen op
ogenschijnlijk niet in gebruik zijnde bedrijfsterreinen te voorkomen?
Leefbaar Utrecht