IP/06/400
Brussel, 29 maart 2006
Vogelgriep: De Commissie stelt voor financiële steun van de EU aan de
sectoren eieren en pluimveevlees mogelijk te maken
De Europese Commissie heeft vandaag een voorstel ingediend om een
bijdrage uit de begroting van de Europese Unie (EU) in de kosten van
marktondersteuningsmaatregelen in de sectoren eieren en pluimveevlees
mogelijk te maken. Sinds het begin van de recente vogelgriepcrisis is
het verbruik van pluimveevlees en eieren in sommige lidstaten
dramatisch gedaald, wat tot scherpe prijsdalingen heeft geleid.
Volgens de huidige verordeningen betreffende de markten voor eieren en
pluimveevlees is medefinanciering door de EU van
schadeloosstellingsmaatregelen slechts mogelijk in gevallen waarin op
landbouwbedrijven vogelgriep is uitgebroken of waarin landbouwers hun
pluimvee niet mogen verplaatsen als gevolg van bij veterinaire
besluiten opgelegde beperkingen. Momenteel is het niet mogelijk
EU-steun te verlenen om reden van marktproblemen door een daling van
de verkoop als gevolg van een verlies aan consumentenvertrouwen.
Wegens de ernst van de huidige marktcrisis stelt de Commissie nu voor
de EU de mogelijkheid te bieden om 50% te financieren van de kosten
van marktondersteuningsmaatregelen die worden genomen naar aanleiding
van een sterke daling van het verbruik en de prijzen van eieren en
pluimveevlees. Dit voorstel zal aan het Europees Parlement en de Raad
worden gezonden en gehoopt wordt dat het uiterlijk eind april wordt
goedgekeurd. Zodra door die goedkeuring de nodige rechtsgrondslag is
geschapen, zullen de lidstaten de door hen voorgestelde maatregelen
ter goedkeuring aan de Commissie moeten voorleggen.
"Deze ongekende situatie kan niet langer met de bestaande instrumenten
worden aangepakt.", aldus Mariann Fischer Boel, commissaris voor
Landbouw en Plattelandsontwikkeling. "Daarom willen wij de
werkingssfeer van de bestaande verordeningen uitbreiden om
medefinanciering door de EU van speciale marktmaatregelen mogelijk te
maken. Elke lidstaat zal dan de maatregelen kunnen ontwerpen die het
best aan zijn specifieke situatie zijn aangepast. Naar mijn mening zou
de verstandigste aanpak zijn de landbouwers een vergoeding te geven
voor de schade die zij lijden door maatregelen om de productie
tijdelijk te beperken. Ik hoop dat het Europees Parlement en de Raad
van Landbouwministers dit voorstel snel zullen goedkeuren zodat zo
spoedig mogelijk met de toekenning van de steun kan worden begonnen."
Achtergrondinformatie
De rechtsgrondslagen voor steunmaatregelen in de sectoren eieren en
pluimveevlees zijn gelegd bij de Verordeningen 2771/75 en 2777/75.
Uitvoersubsidies zijn de enige vorm van steun in het kader van het
marktbeheer waarin die verordeningen voorzien. Momenteel bieden die
verordeningen niet de mogelijkheid om financiële steun van de EU toe
te kennen aan landbouwers die worden getroffen door een drastische
daling van het verbruik.
Het voorstel van vandaag heeft tot doel de werkingssfeer van artikel
14 van die twee verordeningen uit te breiden. Op grond van het huidige
artikel 14 kan een bijdrage van 50% uit de EU-begroting worden
toegekend in de kosten van veterinaire maatregelen (zoals het slachten
van kuikens) en in de kosten van het toekennen van een vergoeding voor
de schade die ontstaat wanneer het verkeer van dieren wordt beperkt
wegens een uitbraak van een dierziekte op een landbouwbedrijf op het
grondgebied van de EU.
De voorgestelde uitbreiding van die werkingssfeer zal het mogelijk
maken om op verzoek van de lidstaten ook "buitengewone maatregelen ter
ondersteuning van de markt" te nemen om rekening te houden met
"ernstige marktverstoringen die rechtstreeks verband houden met een
verlies van vertrouwen bij de consument als gevolg van het bestaan van
risico's voor de volksgezondheid of voor de gezondheid van dieren".
Als de lidstaten dan eenmaal de door hen voorgestelde maatregelen aan
de Commissie hebben voorgelegd, moet de Commissie deze nog goedkeuren
volgens de procedure van het Comité van beheer.
European Union