29-3-2006
Projectontwikkelaars en particulieren mogen niet de dupe worden van
archeologische vondst
Bij bouwwerkzaamheden, ontgronding en bestemmingsplannen moet het
principe `de verstoorder betaalt' gaan gelden. Dit is de strekking van
het verdrag van Malta dat vandaag wordt behandeld.
Degene die bij grote bouwprojecten op archeologisch erfgoed stuit,
moet voor de bijkomende kosten opdraaien. ,,Dit is vreemd", zegt
VVD-Cultuurwoordvoerster Annette Nijs. ,,De ontdekker en opgraver van
dergelijke erfgoed zou juist beloond moeten worden."
De Staatssecretaris heeft gemeenten een vrijstellingsmogelijkheid
gegeven. Dat betekent dat projectontwikkelaars en particulieren niet
altijd de kosten van archeologisch onderzoek en opgravingen behoren te
dragen. De VVD is van mening dat het principe nooit moet gelden.
Nederland kent verschillende richtlijnen, zoals de Habitatrichtlijn en
de richtlijn inzake fijnstof. Dit verdrag voor de bescherming van
archeologisch erfgoed is een soortgelijke. De ontwikkeling van de
binnensteden, maar ook het platteland, komt door deze wet op slot te
zitten, omdat veel projecten vertraagd of gestopt worden. Dit betreft
vooral projecten van ontwikkelaars van huizen, kantoorbouw en
bedrijven die uitbreiden. Maar ook ontwikkelaars die sport,
toeristische of recreatieve voorzieningen aanleggen, zand- en
grondwinningen of baggerwerkzaamheden doen of aardolie/gas winnen zien
zich ernstig beperkt.
De VVD legt zich niet neer bij dergelijke beperkende maatregelen. We
moeten dit soort zaken heroverwegen. Nijs: ,,Dit verdrag verdient niet
onze naleving. Waarom willen we het braafste jongetje van de Europese
klas zijn, als dit ten koste van de eigen burger gaat? We maken het de
burger al lastig door alles te willen dichttimmeren met regels, nu zou
deze ook voor het vinden van archeologisch erfgoed moeten betalen.''
woensdag 29 maart 2006
VVD