Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech Minister Dekker tbv congres Utrecht OGGZ

29 maart 2006.

Titel: Utrecht geadopteerd

Dames en heren,

Vorig jaar hebben G4 en Kabinet de handen ineengeslagen om de dak en thuislozen problematiek fundamenteel aan te pakken.

Dat plan van aanpak is om meerdere redenen uniek:
* vanwege de zeer ambitieuze doelstellingen: eigenlijk zegt het plan dat er over enkele jaren geen mensen meer hoeven te zijn die tegen hun wil dak- of thuisloos zijn. Dat is nogal wat!
* vanwege de breedte van de instrumenten: van kortdurende opvang tot duurzaam verblijf en oplossingen voor dakloosheid na detentie.
* vanwege de zeer goede samenwerking tussen G4 en zes departementen en maatschappelijke organisaties (denk aan Aedes, Leger des Heils, etc.) Het vergt veel van alle betrokkenen om politieke en andere verschillen te overbruggen en telkens maar voor ogen te houden waar het om gaat: de oplossing van de problematiek van de dak en thuislozen. Alle partijen verdienen daarvoor een compliment.

Onderdeel van het plan is dat elk van de G4 geadopteerd wordt door een Minister of Staatssecretaris. In deze loterij heb ik Utrecht 'gekregen', een lot waar ik erg blij mee ben. Vooral omdat Utrecht al enige tijd heel goed bezig is: op basis van een gedeelde visie van de gemeente Utrecht, zorg- en opvanginstellingen, politie, zorgkantoor, woningcorporaties en belangenbehartigers is een aanpak ontwikkeld die een radicale omslag te weeg heeft gebracht. U zult hier vandaag ongetwijfeld meer over horen.

Terug naar het plan van aanpak:


1. Wat is de doelstelling mede in relatie tot wonen?


* de problematiek van de dak en thuislozen aanpakken. Dat is belangrijk vooral omdat de erbarmelijke leefomstandigheden van dak en thuislozen maatschappelijk niet acceptabel zijn. Maar ook omdat overlast die sommige dak en thuislozen veroorzaken daarmee aangepakt wordt.

* De aanpak bestaat uit twee sporen: de huidige D&T worden allemaal (!) in een begeleidingstraject gebracht waarbij een integrale aanpak van zorg en begeleiding, inkomen en wonen centraal staat.
* Daarbij dienen gemeenten met corporaties afspraken te maken over het totstandkomen van woonvoorzieningen in het onderste segment van de woningmarkt, ookwel de onderste sporten van de woonladder genoemd.

* Daarnaast is het natuurlijk van groot belang het ontstaan van nieuwe dak en thuislozen door uithuiszettingen zoveel mogelijk te beperken.

* Met deze aanpak wordt voorkomen dat mensen tussen wal en schip vallen.

Ik wil graag wat dieper ingaan op de elementen die met wonen te maken hebben. Het gaat natuurlijk om een integrale aanpak waarbij elke schakel van de ketting sterk moet zijn en zijn bijdrage moet leveren. Daar ligt ook voor corporaties een belangrijke opgave. Het wonen is een belangrijke schakel in het geheel van de aanpak.


2. eenvoudige woonvoorzieningen

Corporaties hebben een nadrukkelijke taak als het gaat om het huisvesten van de dak en thuislozen. In het kader van dit plan is het zaak dat de betrokkenen - gemeente, corporatie en zorginstelling om de tafel gaan zitten en samen bezien wat er wanneer nodig is. Aard en omvang van de doelgroep moeten worden vastgesteld, maar ook hoeveel en welke zorg hiervoor nodig is. Er kan aan een breed scala gedacht worden: van grootschalige voorzieningen met permanente begeleiding tot aan zelfstandige woningen, al dan niet met begeleiding. Ook moet gedacht worden aan voorzieningen voor kortdurend verblijf, zodat eerst de meest urgente problemen kunnen worden opgelost, alvorens tot een definitieve oplossing voor het wonen te komen.
Ik prijs me gelukkig met veel corporaties die al actief zijn op dit terrein. Maar gezien de doelstellingen van het plan van aanpak zal er nog een flink schepje bovenop moeten om de wooncomponent in het plan goed in te vullen.
Aedes heeft aangegeven het plan ten volle te steunen. Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat de corporaties deze moeilijke taak tot een goed einde weten te brengen. Om er zeker van te zijn dat er geen wettelijke belemmeringen zijn om zeer eenvoudige woonvoorzieningen te realiseren, heb ik de SEV gevraagd hier onderzoek naar te doen. De conclusie van de SEV is dat er geen beletselen zijn. Op veel plekken in Nederland gebeurt het dan ook al.


3. zo weinig mogelijk uithuiszettingen.

En daarmee is de corporatiesector er nog niet. Het plan van aanpak zou niet compleet zijn als er geen aandacht aan preventie besteed zou worden. Een belangrijk element is het voorkomen van uithuiszettingen. Ik ben me er ten volle van bewust dat corporaties en andere verhuurders van nature niet graag huishoudens op straat zetten. Toch gebeurt het een paar duizend keer per jaar. In het plan van aanpak is een instrument opgenomen dat tot doel heeft het aantal uithuiszettingen te minimaliseren. Kernelementen hierbij zijn: er snel bij zijn bij huurachterstand, eventueel andere sectoren erbij betrekken (schuldhulpverlening, begeleiding) en waar mogelijk een alternatief bieden. Ik weet dat veel corporaties allerlei vormen van tweede-kans-beleid hebben en dat is ook hard nodig.


4. lokale elementen.

De voortvarende aanpak van Utrecht spreekt mij zeer aan. Deze voortvarendheid spreekt onder andere uit de titel van het convenant dat de gemeente, de stuurgroep OGGZ, het STUW bestuur (samenwerkende corporaties) en de cliƫntenorganisaties eind vorig jaar met elkaar hebben ondertekend, namelijk 'Niemand hoort op straat!'. De wijze waarop Utrecht 24-uurswoonvoorzieningen (hostels) voor verslaafde dak- en thuislozen realiseert en vooral de wijze waarop alle partijen inclusief buurtbewoners betrokken worden, is een voorbeeld voor andere gemeenten.


5. tot slot.

Wat doet VROM verder nog. Naast de instrumenten die in het plan van aanpak zijn opgenomen, maakt de SEV in opdracht van VROM een instrumentenkoffer die gemeenten kunnen gebruiken om een sluitend systeem voor de huisvesting in de onderste sporten van de woonladder te maken. Niet alleen de G-4 gaan voortvarend aan de slag. Ik zal alle grote gemeenten in Nederland oproepen het probleem van dak- en thuisloosheid aan te pakken.
Tot slot zal ik dit jaar voor het eerst de Zilveren Woonladder uitreiken, een prijs voor het beste project op het terrein van maatschappelijke opvang. Ik zal aan mijn adoptiestad Utrecht extra aandacht schenken. Ik ben ervan overtuigd dat als alle betrokkenen de schouders eronder zetten, de doelstellingen van het plan van aanpak, 'niemand tegen zijn wil nog op straat', gehaald kunnen worden. Als u er lokaal met elkaar niet uitkomt, kunt u altijd een beroep op mij doen.

Ik wens u een prettig en zinvol congres toe.