WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : TRCJZ/2006/855
datum : 29-03-2006
onderwerp : Beantwoording kamervragen Van den Brink (LPF)
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u de antwoorden op vragen van het lid Van den Brink
(LPF) over de werkwijze van de Algemene Inspectiedienst (AID),
ingezonden op 10 maart 2006.
1
Bent u op de hoogte van de werkwijze van de AID vanaf 1 januari 2006
betreffende het controleren en eventueel verbaliseren van personen, cq
bedrijven die betrokken zijn bij mesttransporten?
Antwoord op vraag 1
Ja.
2
Is het u bekend dat transporteurs een boete krijgen van 300 euro als
zij per ongeluk 2005 in plaats van het jaar 2006 invullen?
3
Is het u bekend dat transporteurs een boete krijgen van 300 euro als
zij per ongeluk vergeten een bepaald vakje aan te kruisen?
4
Is het u bekend dat transporteurs een boete krijgen van 200 euro als
zij per ongeluk vergeten het netto gewicht op het formulier te
vermelden en wel de weegbon bij zich hebben?
5
Is het u bekend dat transporteurs deze foutjes bij een controle niet
meer kunnen herstellen? Zo ja, wat vindt u daarvan?
6
Is het u bekend dat iedere discussie met een controleur van de AID
over dit soort zaken onmogelijk is? Zo ja, wat vindt u daarvan?
7
Bent u van mening dat de hoogte van de opgelegde boetes in verhouding
staan tot de ernst van de fouten? Zo ja, waarom?
8
Bent u van mening dat de werkwijze van de AID bijdraagt tot een goede
verstandhouding tussen overheid en bedrijfsleven? Zo ja, waarom?
9
Bent u van mening dat de werkwijze van de AID bijdraagt tot het
verhogen van het draagvlak voor de huidige Meststoffenwet? Zo ja,
waarom?
Antwoord op vragen 2 tot en met 9
Met ingang van 1 januari 2006 is de nieuwe mestwetgeving van kracht.
Kern hiervan is het stelsel van gebruiksnormen. Een hoog
nalevingsniveau is vereist om de gestelde beleidsdoelen te kunnen
bereiken. De controles op mesttransporten zijn van essentieel belang
voor de overheid om te kunnen verifiëren of ondernemers de
gebruiksnormen hebben nageleefd. Met name het vervoerdocument vormt de
cruciale schakel in het volgen van meststromen. Het is op dit moment
het enige middel om alle stromen dierlijke mest van bron tot
bestemming te kunnen volgen. AGR en GPS zijn daarop aanvullend. Gezien
het toegenomen belang van het vervoerdocument wordt vanaf 1 januari
2006 strenger op een juiste invulling toegezien.
Het ministerie heeft er nooit een misverstand over laten bestaan dat
er vanaf 1 januari 2006 streng gecontroleerd zou worden op
mesttransporten in het algemeen en vervoerdocumenten in het bijzonder.
Mede met het oog op het strengere handhavingsregime is de sector
middels voorlichtingsbijeenkomsten en brochures uitgebreid
geïnformeerd over de nieuwe regels. Het is verheugend te kunnen
vaststellen dat de meeste ondernemers de regels correct naleven.
Anderzijds blijkt uit de controles ook dat nog steeds niet alle
chauffeurs voldoende van de regels op de hoogte zijn.
Ik heb er gegeven de noodzaak van een strikte handhaving nadrukkelijk
voor gekozen om niet eerst een traject van waarschuwingen in te gaan.
Als regel wordt daarom bij geconstateerde overtreding van de
voorschriften direct een boete opgelegd al dan niet in combinatie met
een last onder dwangsom.
Tot dusverre zijn circa 45.000 mesttransporten gemeld. De AID heeft
560 grens- en wegcontroles uitgevoerd, waarbij 91 bestuurlijke boetes
zijn opgemaakt en 9 lasten onder dwangsom. Er wordt breed
gecommuniceerd naar de intermediaire sector over de grote pakkans, de
controledichtheid en de resultaten van de controles.
Inmiddels valt te constateren dat het nalevingsniveau wat betreft de
juistheid en volledigheid van de vervoerdocumenten duidelijk een
positieve ontwikkeling laat zien.
De gehanteerde boetebedragen zijn standaardbedragen voor de afdoening
van eenvoudige administratieve overtredingen, vastgesteld in de
Beleidsregel bestuurlijke boetes Meststoffenwet die is gepubliceerd in
de Staatscourant van 19 december 2005.
Zo wordt het niet volledig invullen van het vervoersbewijs bestraft
met een boete van 200 euro en het niet naar waarheid invullen of in
het geheel niet aanwezig zijn van het vervoersbewijs met een boete van
300 euro.
Naar mijn oordeel zijn deze boetebedragen niet disproportioneel.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit