De Nederlandse Bank


DNB publiceert Statistisch Bulletin maart 2006
Persbericht

Datum 29 maart 2006
Organisatie leeg DNB

In dit nummer: Aantrekkende kredietverlening, vooral bij bedrijven; Opvallende stijgingen woninghypotheken; Pensioenindexatie in 2006 blijft wederom achter bij inflatie; Lagere pensioenpremie door Wet VPL; Fondsbeleggen: aantrekkelijk geweest of niet?

Aantrekkende kredietverlening, vooral bij bedrijven De vraag naar bedrijfskrediet in Nederland trekt aan. Een kwartaal geleden waren er al signalen en thans kan worden geconstateerd dat deze trend zich voortzet. De omzet aan nieuwe bedrijfsleningen vertoont, ten opzichte van september, een krachtige toename van meer dan 50% in december 2005, waarbij de jaar-op-jaar-groei van het volume aan nieuwe maandelijkse contracten met 20% is gestegen. Vooral leningen met een langere looptijd en een langere rentevaste periode van meer dan 5 jaar zijn het laatste kwartaal sterk toegenomen. Hiermee komt de omzet aan nieuwe grote bedrijfsleningen (met een contractvolume van meer dan EUR 1 miljoen) in december 2005 uit op ruim EUR 12 miljard. Dit is veruit het hoogste maandvolume sinds de eerste waarneming van deze omzetcijfers begin 2003. Deze omzetontwikkeling leidde in 2005 tot een stijging van de kredietstand van bedrijven van meer dan 10%. De belangrijkste drijfveren achter de toename van de kredietvraag lijken met name de financiering van fusies en overnames, de opleving van de conjunctuur en een doorwerking van de versoepeling van de kredietcriteria aan bedrijven te zijn.

Opvallende stijgingen woninghypotheken
Niet alleen bij bedrijven maar ook bij huishoudens nemen de verstrekte kredieten toe. In december 2005 is door banken een record van bijna EUR 13 miljard aan nieuwe hypotheken verstrekt. Het grootste deel hiervan betreft hypotheken met een langere rentevaste periode van meer dan 5 jaar. De renteontwikkeling is een belangrijke reden voor deze toename; het tarief op nieuw afgesloten hypotheekcontracten met een rentevaste periode van meer dan 5 tot 10 jaar steeg begin dit jaar naar 4%. Ook de toenemende onzekerheid omtrent de toekomstige fiscale behandeling van de hypotheekrente, zo signaleren de banken, is een aanleiding voor de huidige krachtige vraag naar langere hypotheken. Per eind 2005 bedraagt volgens voorlopige cijfers van DNB de uitstaande schuld aan woninghypotheken van huishoudens bijna EUR 490 miljard .

Pensioenindexatie in 2006 blijft wederom achter bij inflatie Uit een enquête onder de 25 grootste pensioenfondsen blijkt dat deze in 2006 de rechten van de gepensioneerde deelnemers met gemiddeld 0,75% hebben geïndexeerd. Hiermee hebben deze pensioenfondsen hun ambitie (0,84%) niet gehaald. De pensioenaanspraken van de actieve deelnemers zijn in 2006 met 0,70% geïndexeerd, terwijl de indexatie-ambitie 0,85% bedroeg. Ook voor actieve deelnemers hebben de pensioenfondsen hun ambitie dus niet gerealiseerd. Pensioenfondsen hebben derhalve de indexatie als instrument ingezet om hun financiële positie te verbeteren. Zo kan een pensioenfonds in financieel moeilijke tijden besluiten om de pensioenen gedeeltelijk of zelfs geheel niet te indexeren. Vergeleken met 2005 is echter wel een groter deel van de ambitie gerealiseerd, met name voor gepensioneerden. Het indexeren van pensioenen is er op gericht de koopkracht van de deelnemers te beschermen. In Nederland is het recht op indexatie in de meeste gevallen een voorwaardelijk recht; in 2005 heeft circa 98% van zowel de pensioentrekkende deelnemers als van de actieve deelnemers te maken met een voorwaardelijke indexatie.

Lagere pensioenpremie door Wet VPL
Met de invoering van Wet VPL zijn per 1 januari 2006 de fiscale regels met betrekking tot pensioenregelingen gewijzigd. Uit een DNB-enquête onder de 25 grootste pensioenfondsen blijkt dat de sociale partners als gevolg van de Wet VPL de prepensioenregelingen in fasen intrekken, hetgeen een neerwaarts effect op de pensioenpremie heeft. In een reactie op de Wet VPL maken de meeste pensioenfondsen echter meer gebruik van de fiscale ruimte om een hoger ouderdomspensioen op te bouwen via een verhoging van het opbouwpercentage en een verlaging van de franchise. Deelnemers kunnen namelijk dit extra ouderdomspensioen op enig moment inruilen voor een lager pensioen dat voor de 65ste verjaardag ligt. Dit heeft een verhogend effect op de pensioenpremie. Het netto effect van deze compenserende maatregelen op de pensioenpremie is een daling (-0,8%) van de pensioenpremie in 2006.

Fondsbeleggen: aantrekkelijk geweest of niet?
Hebben de in Nederland gevestigde beleggingsfondsen de afgelopen negen jaar goed gepresteerd? Uit onderzoek van DNB blijkt dat deze beleggingsfondsen sinds 1997 gemiddeld per jaar een rendement hebben behaald van 6,5%. Ter vergelijking: het effectief rendement van de nieuwste tienjarige staatslening bedroeg in die periode gemiddeld 4,6% terwijl de rente op een normale spaarrekening nog geen 3% is geweest. Hoewel de Nederlandse beleggingssector hier redelijk goed uit de bus komt, presteren zij gemiddeld genomen niet significant beter maar ook niet slechter dan hun benchmarks.

Over het jaar 2005 laten de beleggingsinstellingen in Nederland goede cijfers zien: het beleggingsresultaat bereikte het hoogste niveau sinds het topjaar 1999 (gemiddeld rendement van 16,9%). Hoewel beleggingsinstellingen al ruim 75 jaar actief zijn in Nederland is hun populariteit aanzienlijk lager dan in diverse andere Europese landen. Een belangrijke oorzaak hiervoor ligt in het Nederlandse AOW- en pensioenstelsel, dat weinig stimulans heeft gegeven aan particulieren om zelf te gaan beleggen. De onlangs gestarte levensloopregeling in Nederland zou het fondsbeleggen in de komende jaren kunnen stimuleren.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Tobias Oudejans (tel. 020-524 3100, 06-524 96 961) en Herman Lutke Schipholt (020-524 2712, 06- 524 96 900).