29 maart 2006
Nederlander maalt niet om soa
Ieder jaar lopen naar schatting ruim honderdduizend Nederlanders
seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) op. Maar weten we eigenlijk
wel wat een soa is? En onze Europese buren, hoe is het met hun kennis
gesteld? TNS NIPO deed onderzoek in zes Europese landen. Een paar
conclusies: de Nederlanders zijn zeer vertrouwd met het begrip soa en
Nederland telt relatief weinig soa-dragers. Maar hangt dat laatste
niet ook samen met het feit dat wij - samen met de Britten - ons het
minst vaak op soa laten testen?
Samen met de Duitsers en Fransen, zijn de Nederlanders het bekendst
met de term soa: 99 procent van de Nederlanders heeft wel een iets
gehoord of gelezen over soa. Met name hiv-infecties en syfilis worden
herkend als soa. Nederlandse jongeren (tot 35 jaar) denken bij soa
vaak aan schaamluis en chlamydia, terwijl ouderen (55+) eerder syfilis
en gonorroe noemen. Italianen zijn het slechts geïnformeerd over soa
en zijn ook het minst geïnteresseerd in het onderwerp. Eén op de tien
inwoners kent geen enkele van de voorgelegde soa.
Angst voor soa
In vergelijking tot de andere onderzochte landen zijn de inwoners van
de mediterrane landen relatief vaak bang om een soa op te lopen
(Spanje 33%, Italië 32%). De Fransen zijn het bangst om een soa op te
lopen (41%). Het zijn echter de Engelsen en de Duitsers die het vaakst
een soa hebben opgelopen (respectievelijk 29% en 25%).
Soa-test niet populair bij Nederlanders
Van de Nederlandse respondenten zegt 21 procent ooit een soa te hebben
gehad. Een lage score ten opzichte van de andere landen. Alleen Spanje
(twintig procent) en Frankrijk (zestien procent) tellen nog minder
soa-dragers. De Franse angst voor soa staat dus in geen verhouding tot
het aantal dragers. Maar die angst vertaalt zich ondertussen wel in
een grote populariteit van de soa-tests onder de Franse respondenten:
49 procent van hen heeft zich wel eens laten testen. Daarmee zijn de
Fransen de lijstaanvoerders in de zes onderzochte landen.
Nederlanders en Britten laten zich het minst vaak op soa testen:
zestien procent van hen heeft wel eens een soa-test ondergaan. Het
populairst is de soa-test nog onder de Nederlandse jongeren: 32
procent van de respondenten tot 35 jaar heeft zich wel eens op soa
laten testen. Onder 35 tot 54-jarigen ligt dit percentage op nog geen
kwart (24%) en bij ouderen (55+) op nog maar tien procent. Toch hebben
deze ouderen het vaakst te kampen gehad met een soa: 32 procent van de
ondervraagde 55-plussers heeft wel eens een soa onder de leden gehad,
terwijl dit bij dertien procent van de jongeren tot 35 jaar het geval
is.
Opmerkelijke relatie tot seksleven
Ruim een kwart van de Nederlanders die ontevreden zijn over hun
seksleven, heeft wel eens een soa gehad. Bij de Nederlanders met een
goed seksleven ligt dit percentage een stuk lager. Zeventien procent
van hen heeft ooit een soa opgelopen.
Pikant detail: van wie heb ik het?
Voor de meeste Europeanen is het wel duidelijk bij wie ze de soa
opgelopen hebben (gemiddeld 75%). Alleen de Fransen zijn in veertig
procent van de gevallen niet geheel zeker. Pikant detail is dat de
Nederlandse man vaker weet wie de bron van de soa is dan zijn
vrouwelijke landgenoot (81% versus 69%).
Uiteindelijk stelt 69 procent van de Nederlanders zijn of haar partner
op de hoogte van het gekriebel. Niet alle Europeanen zijn zo open:
Italianen houden het liever voor zich als ze een soa hebben opgelopen.
Slechts achttien procent speelt hierover open kaart.
C0682 | TNS NIPObase CASI | Het veldwerk vond plaats in januari 2006.
Hierbij zijn in totaal 6836 personen ondervraagd, in Nederland
(n=1803), Engeland (n=966), Duitsland (n=1363), Frankrijk (n=1121),
Spanje (n=922) en Italië (n=661).
Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. Voor
meer informatie kunt u contact opnemen met Linda Abrams (tel: 020 522
54 88).