De Voorzitter van de Eerste Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 22 Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22
Uw brief 17 maart 2006
Ons kenmerk SV/A&L/06/24636
Datum 29 maart 2006
Onderwerp WGA en loon boven maximumdagloon
Bij brief van 21 maart jl. (kenmerk 134546.01) heeft de vaste Commissie voor Sociale Zaken
en Werkgelegenheid van uw Kamer enkele vragen gesteld naar aanleiding van mijn brief van 9
februari jl. In reactie daarop meld ik u het volgende.
Het uitgangspunt bij de vormgeving van de uitkeringsstructuur van de WGA is geweest dat
(meer) werken moet lonen. In de loongerelateerde uitkering heeft dit tot het volgende
uitkeringsregime geleid. Als een gedeeltelijk arbeidsgeschikte niet werkt, heeft hij aanspraak
op een uitkering van 70% van het dagloon. Als hij vervolgens gaat werken neemt zijn totale
inkomen toe doordat 70% van de inkomsten wordt verrekend met de uitkering.
Dit uitkeringsregime geldt voor iedereen, dus ook voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten die meer
verdienden dan het maximumdagloon, en heeft tot gevolg dat er geen uitkering wordt verstrekt
als de gedeeltelijk arbeidsgeschikte meer gaat verdienen dan het maximumdagloon. Dit is een
logisch uitvloeisel van het bestaan van een maximumdagloon in de werknemersverzekeringen.
Verder heeft het uitkeringsregime tot gevolg dat gedeeltelijk arbeidsgeschikten die meer
verdienden dan het maximumdagloon bij een gelijk inkomen - dezelfde uitkering ontvangen
als gedeeltelijk arbeidsgeschikten die evenveel verdienden dan het maximumdagloon. Dit
bevordert de rechtsgelijkheid, omdat voor beide groepen ook dezelfde premie is betaald.
Het uitkeringsregime van de WGA heeft niettemin een effect voor gedeeltelijk
arbeidsgeschikten die meer verdienden dan het maximumdagloon. Het kan namelijk tot gevolg
hebben dat zij geen uitkering ontvangen, terwijl zij wel aan alle voorwaarden voor het recht op
uitkering voldoen én hun resterende verdiencapaciteit volledig benutten. Dit doet zich
bijvoorbeeld voor als een gedeeltelijk arbeidsgeschikte een inkomen verdiende van tweemaal
het maximumdagloon en een resterende verdiencapaciteit heeft dat gelijk is aan het
maximumdagloon. Als deze persoon zijn resterende verdiencapaciteit benut, dus werkt naar
vermogen, dan ontvangt hij geen uitkering. Hij ontvangt derhalve geen financiële compensatie
voor zijn loonverlies als gevolg van zijn gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, ondanks dat de
maximale premie is betaald.
Ons kenmerk SV/A&L/06/24636
Na het kamerdebat heeft de vakcentrale MHP opnieuw aandacht gevraagd voor dit onderwerp,
en bij de nadere verdieping ook een handzame formule aangereikt waarmee dit effect kan
worden vermeden. Ik ben daarbij tot de conclusie gekomen dat het nadeel zwaarder weegt dan
een uitkeringsregime waarin inkomsten op dezelfde wijze worden verrekend voor iedere
gedeeltelijk arbeidsgeschikte. Daarom bereid ik een wetswijziging voor waarin voor
gedeeltelijk arbeidsgeschikten die meer verdienden dan het maximumdagloon, een lager
percentage van de inkomsten wordt verrekend met de uitkering.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid