succesvolle participatie van jongeren met beperkingen
Sociale vaardigheden sleutel tot succesvolle participatie van jongeren met
beperkingen
Jeugd met beperkingen. Rapportage gehandicapten 2006.
· Circa 90.000 kinderen en jongeren van 6-24 jaar hebben te
maken met een lichamelijke beperking. In de leeftijd van 0-19 jaar
hebben 40.000 kinderen en jongeren te maken met een verstandelijke
beperking.
· De deelname van kinderen en jongeren met een beperking aan
het speciaal onderwijs is de laatste jaren gestegen.
· In 2005 bezochten ruim 15.000 leerlingen met een beperking
op grond van de leerlinggebonden financiering (het `rugzakje') het
reguliere onderwijs.
· Ongeveer 5% van alle jongeren van 15-24 jaar (circa 100.000
personen) heeft een arbeidshandicap.
· Eén op de vijf jongeren met een arbeidshandicap is
arbeidsongeschikt. De meesten van hen (80%) zijn laag opgeleid.
· In het beleid dient meer aandacht te komen voor het
versterken van de sociale contacten en vaardigheden van jongeren met
beperkingen.
Dit zijn enkele conclusies uit de SCP-publicatie Jeugd met
beperkingen. Rapportage gehandicapten 2006 die op dinsdag 28 maart jl.
is aangeboden aan staatssecretaris drs. C.I.J.M.Ross-Van Dorp van VWS.
In het rapport, onder redactie van dr. Sjoerd Kooiker, wordt een beeld
gegeven van de leefsituatie van kinderen en jongeren met (vooral
fysieke) beperkingen in de leeftijd van 6 t/m 24 jaar. Aan de orde
komen onder meer de situatie op school en op het werk, de
vrijetijdsbesteding en de sociale relaties. In het rapport komen ook
de jongeren zelf uitgebreid aan het woord.
De periodieke SCP-rapportages over de leefsituatie van mensen met een
lichamelijke of verstandelijke beperking komen tot stand op verzoek
van het ministerie van VWS. Deze rapportage is gebaseerd op
gegevensbestanden van het SCP en het CBS over de periode 1995-2003.
Ruim 3% van de 6-24-jarigen heeft te maken met een beperking
Bijna 2,5% van de kinderen en jongeren van 6-24 jaar heeft te maken
met een matige of ernstige lichamelijke beperking. In totaal gaat het
om 90.000 personen. Ongeveer 1% van de kinderen en jongeren in
diezelfde leeftijd heeft te maken met een verstandelijke beperking. In
de leeftijd van 0-19 jaar gaat het om 40.000 personen. Het gaat hier
overigens om kinderen en jongeren in huishoudens; bewoners van
instellingen blijven buiten beschouwing.
Deelname aan speciaal onderwijs gegroeid
De meeste kinderen met een lichamelijke of verstandelijke beperking
bezoeken het speciaal onderwijs.. De deelname aan het speciaal
onderwijs is gestegen van ruim 45.000 in 2001/2002 tot ruim 55.000
in 2004/2005. Deze groei wordt overigens deels veroorzaakt door
langdurig zieke kinderen en zeer moeilijk opvoedbare kinderen.
Daarnaast bezoekt een aantal leerlingen met beperkingen het reguliere
onderwijs op basis van de leerlinggebonden financiering (het
`rugzakje'). In 2005 ging het om ruim 12.000 leerlingen in het
basisonderwijs en ruim 3.000 leerlingen in het voortgezet onderwijs.
Het gaat hier overigens ook om leerlingen met leerproblemen of andere
gezondheidsproblemen dan beperkingen.
De ervaringen van de leerlingen zelf zijn gemengd: aan de ene kant
biedt het speciaal onderwijs een veilige omgeving, een haalbaar
leerniveau en veel aandacht voor het kind, maar ook weinig omgang met
`valide' leeftijdgenoten en minder uitdaging. Aan de andere kant biedt
het regulier onderwijs die omgang en uitdaging wel, maar vanwege de
uitzonderingspositie van het kind met beperkingen is er meer risico op
pesten en is het vaak moeilijker om op school mee te komen. Op dit
moment is het nog niet goed mogelijk om beleidsmatig een definitieve
keuze voor één van beide opties te maken. Daarvoor hangen succes of
falen in de schoolcarrière ook volgens de jongeren zelf op dit moment
nog (te) veel af van toevallige factoren: de betrokkenheid van ouders,
de bevlogenheid van een leerkracht en vooral ook de steun van
medeleerlingen.
Vooral laagopgeleide arbeidsgehandicapte jongeren vinden geen werk
Ongeveer 5% van alle jongeren in de leeftijd van 15-24 jaar (circa
100.000 personen) heeft een arbeidshandicap (dit is inclusief jongeren
die om andere gezondheidsreden dan een beperking arbeidsgehandicapt
worden genoemd). Van degenen die beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt
heeft ruim 60% een baan. Bij leeftijdgenoten zonder arbeidshandicap
bedraagt dit percentage ruim 80%. Jongeren met een arbeidshandicap
werken vaker in lagere beroepen en vaker part-time.
Verder is één op de vijf jongeren met een arbeidshandicap
arbeidsongeschikt. Van deze laatste groep is 80% laag opgeleid.
Naast een goede opleiding vormen ook goede sociale contacten en
vaardigheden belangrijke voorwaarden voor het vinden van werk. Het is
daarom wenselijk dat in het beleid meer aandacht wordt besteed aan het
versterken van deze voorwaarden.
Cultuurparticipatie van jongeren met beperkingen blijft achter
In de vrije tijd is de sportdeelname van kinderen en jongeren met
lichamelijke beperkingen bijna net zo hoog als die van andere kinderen
en jongeren. Ongeveer 60% is lid van een sportvereniging en bijna 90%
doet ten minste eenmaal per jaar iets aan sport in de vrije tijd.
Sporten als zwemmen, skeeleren/skaten en voetbal zijn bij alle
kinderen en jongeren (met of zonder beperkingen) populair. Badminton
doen kinderen en jongeren met beperkingen meer dan anderen.
De deelname van kinderen en jongeren met beperkingen aan het culturele
leven blijft achter bij die van leeftijdgenoten zonder beperkingen.
Het sterkst is dit het geval bij het bezoek van popconcerten en in
mindere mate bij o.a. het bezoek aan theater, museum of bioscoop.
Volgens de jongeren zelf vormt de toegankelijkheid van gebouwen nog
altijd een groot probleem.
Vriendschap van groot belang voor jongeren met beperkingen
Kinderen en jongeren met beperkingen vinden over het algemeen dat hun
ouders voldoende rekening met hen houden. `Overbescherming' komt soms
voor en kan tot gevolg hebben dat een jongere zich later minder
zelfstandig gedraagt dan mogelijk en wenselijk is.
Ook voor jongeren met beperkingen speelt vriendschap een cruciale rol
in het leven. `Je vrienden slepen je erdoor' is een veelgehoorde
uitspraak. De meeste onderzoeken naar vriendschappen van jongeren met
(lichamelijke) beperkingen geven aan dat zij over voldoende vrienden
beschikken, maar begeleiders van verstandelijk gehandicapten geven wel
aan dat veel (47%) verstandelijk gehandicapte jong volwassenen geen
vrienden hebben.
SCP-publicatie 2006/4, Jeugd met beperkingen. Rapportage gehandicapten
2006, Sjoerd Kooiker (red.), Den Haag, Sociaal en Cultureel
Planbureau, maart 2006, ISBN 90 377 0200 7, prijs EUR 15,90.
De publicatie is verkrijgbaar bij de boekhandel of te bestellen bij
het SCP via fax 070 - 340 7044,
e-mail: bestel@scp.nl of via de web-site: www.scp.nl
Sociaal en Cultureel Planbureau