Ministerie van Buitenlandse Zaken

P6_TA-PROV(2006)0012

|Besluit van het Europees Parlement betreffende de instelling van een   |
|Tijdelijke Commissie vermeend gebruik door de CIA van Europese landen  |
|voor het vervoer en de illegale detentie van gevangenen                |
|Het Europees Parlement ,                                               |
|-   gezien het feit dat de Europese Unie gehecht is aan de principes   |
|van vrijheid, democratie en eerbiediging van de mensenrechten en de    |
|fundamentele vrijheden, alsmede aan de rechtsstaat, als aangegeven in  |
|de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie en met name  |
|in de artikelen 6 en 7 van dit Verdrag,                                |
|-   indachtig dat de bescherming van de grondrechten volgens de        |
|rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ook|
|deel van de constitutionele orde van de Gemeenschap uitmaakt,          |
|-   indachtig dat bescherming van de menselijke waardigheid een van de |
|sleuteldoelstellingen is van het Handvest van de grondrechten van de   |
|Europese Unie dat door de instellingen op 7 december 2000 is           |
|afgekondigd en dat deze fundamentele waarde zou worden geschonden in   |
|geval van wrede, onmenselijke of onterende behandeling van personen,   |
|als deze om welke reden ook plaatsheeft onder de rechtstreekse of      |
|onrechtstreekse verantwoordelijkheid van EU-lidstaten en -instellingen,|
|                                                                       |
|-   onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 december 2005 over het |
|vermeende gebruik van Europese landen door de CIA voor het vervoer en  |
|de illegale detentie van gevangenen(1) , waarin, met betrekking tot het|
|bij de Raad van Europa aanhangig zijnde onderzoek, de noodzaak van de  |
|instelling van een tijdelijke commissie van het Europees Parlement     |
|wordt beoogd, om dit onderzoek te begeleiden, met name omdat lidstaten |
|hierbij betrokken zijn,                                                |
|-   gelet op artikel 175 van zijn Reglement,                           |
|-   gezien op het voorstel van de Conferentie van voorzitters          |
|betreffende de vaststelling van het mandaat en de samenstelling van de |
|tijdelijke commissie voor het vermeend gebruik van het grondgebied van |
|de Europese Unie, met inbegrip van toetredende landen, kandidaat-landen|
|en geassocieerde landen, voor het vervoer en de illegale detentie van  |
|gevangenen door de CIA of de inlichtingendiensten van andere derde     |
|landen,                                                                |
|1.   besluit tot instelling van een tijdelijke commissie met het       |
|volgende mandaat:                                                      |
|   a) informatie verzamelen en analyseren, om vast te stellen          |
|   - of de CIA of andere organen van de Verenigde Staten of            |
|veiligheidsdiensten van andere derde landen zich schuldig hebben       |
|gemaakt aan ontvoeringen, "bijzondere uitleveringen", detentie op      |
|geheime locaties, incommunicado-detentie, foltering, of andere wrede,  |
|onmenselijke of onterende behandeling van gevangenen op het grondgebied|
|van de Europese Unie, met inbegrip van toetredende landen en           |
|kandidaat-landen, of dit grondgebied voor deze doeleinden hebben       |
|gebruikt, bijvoorbeeld met vluchten;                                   |
|   - of deze acties, die naar verluidt in het kader van de strijd tegen|
|terrorisme op het grondgebied van de Europese Unie hebben plaatsgehad, |
|met name schending kunnen inhouden van artikel 6 van het Verdrag       |
|betreffende de Europese Unie, de artikelen 2, 3, 5 en 6 van het        |
|Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de      |
|fundamentele vrijheden, het Handvest van de grondrechten, het Verdrag  |
|van de Verenigde Naties tegen foltering en andere wrede, onmenselijke  |
|of onterende behandeling of straf, de akkoorden tussen de EU en de     |
|Verenigde Staten op het gebied van uitlevering en wederzijdse          |
|rechtshulp, alsmede andere internationale verdragen en akkoorden die   |
|door de Europese Unie/Gemeenschap en haar lidstaten zijn gesloten, met |
|inbegrip van het Noord-Atlantische Verdrag en de hieraan gekoppelde    |
|akkoorden over de status van de strijdkrachten en het Verdrag inzake de|
|internationale burgerluchtvaart;                                       |
|   - of EU-burgers, burgers uit de kandidaat-landen of andere personen |
|die recht hebben op bescherming van of anderszins vallen onder de      |
|rechtsmacht van de Europese Unie, de lidstaten of de kandidaat-landen  |
|vallen, betrokken waren bij of het slachtoffer zijn geworden van       |
|ontvoeringen, "bijzondere uitleveringen", detentie op geheime locaties,|
|incommunicado-detentie, foltering of andere wrede, onmenselijke of     |
|onterende behandeling op het grondgebied van de Europese Unie of       |
|elders;                                                                |
|   - of lidstaten, abtenaren, personen die optreden in een officiële   |
|hoedanigheid of instellingen van de Europese Unie betrokken waren bij  |
|of anderszins medeplichtig zijn aan de illegale vrijheidsberoving van  |
|individuen, met inbegrip van ontvoering, uitlevering, overbrenging,    |
|detentie of foltering, door hun optreden of verzuim,                   |
|                                                                       |
|   b) de plenaire vergadering elke aanbeveling voorleggen die zij met  |
|betrekking tot deze kwestie nodig acht, met name wat de politieke,     |
|juridische en administratieve conclusies betreft die op Europees niveau|
|moeten worden getrokken, alsmede wat mogelijke gevolgen voor de        |
|betrekkingen van de Europese Unie met derde landen betreft;            |
|2.   besluit dat de tijdelijke commissie zo intensief mogelijk contact |
|zal houden en zo nauw mogelijk zal samenwerken met de Raad van Europa  |
|en diens secretaris-generaal, Parlementaire Vergadering, en Europees   |
|commissaris voor de mensenrechten alsmede met de hoge commissaris van  |
|de Verenigde Naties voor de mensenrechten, en de nationale parlementen;|
|                                                                       |
|3.   besluit dat de tijdelijke commissie het Parlement vier maanden na |
|de start van zijn werkzaamheden een tussentijds verslag zal voorleggen |
|met gedetailleerde voorstellen over de manier waarop het zijn          |
|werkzaamheden zal voortzetten;                                         |
|4.   besluit dat de tijdelijke commissie uit 46 leden van het Europees |
|Parlement zal zijn samengesteld.                                       |

---- --