WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : TRCJZ/2006/823
datum : 27-03-2006
onderwerp : brief inzake besluit SAN-overeenkomst
bijlagen : 1
Geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van bovengenoemde brief van de vaste commissie voor
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Tweede Kamer stuur ik u
hierbij, met goedvinden van de heer De Groot te Grou, een afschrift
van de beslissing op bezwaar naar aanleiding van het bezwaarschrift
van de heer De Groot.
De bezwaarschriftprocedure betrof de vraag of de beschikking met
betrekking tot probleemgebiedenvergoeding terecht was ingetrokken en
op de vraag of terecht een deel van de betaalde
probleemgebiedenvergoeding werd teruggevorderd. Hieronder ga ik nader
hierop in.
1. Intrekking beschikking met betrekking tot
probleemgebiedenvergoeding
Op grond van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (hierna: SAN)
kan aan beheerders probleemgebiedenvergoeding worden verstrekt voor
zover de door hen te beheren percelen in een zogenoemd probleemgebied
liggen. Gebleken is dat in een aantal gevallen deze vergoeding is
verstrekt ten behoeve van (delen van) percelen die niet in een
probleemgebied liggen. Deze wijze van verstrekking is niet in
overeenstemming met de Europese regels. Daarom is in die gevallen de
subsidieverlening met betrekking tot probleemgebiedenvergoeding
beëindigd per 2005, zijnde het jaar waarin de aanpassing van de SAN
aan de Europese regels op dit punt van kracht is geworden. De subsidie
met betrekking tot de percelen waarvoor per 2005 geen
probleemgebiedenvergoeding meer wordt verstrekt, is vervolgens
vastgesteld over het reeds verstreken deel van het tijdvak waarvoor
subsidie was aangevraagd. Over het feit dat de verstrekking van
probleemgebiedenvergoeding niet in alle gevallen in overeenstemming is
geweest met de Europese regels en over de daarbij te volgen procedure
heb ik uw Kamer geïnformeerd bij brieven van 8 juli 2004
(niet-dossierstuk 2004-2005, lnv0400450, Tweede Kamer) en van 4
oktober 2004 en 21 oktober 2004 (Kamerstukken II 2004/05, 29 800 XIV,
nrs. 7 en 11) alsmede tijdens het algemeen overleg met de vaste
commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 oktober
2004 (Kamerstukken II 2004/05, 29 800 XIV, nr. 50).
In de onderhavige bezwaarschriftprocedure is gebleken dat inderdaad
sprake is geweest van ten onrechte verstrekking van
probleemgebiedenvergoeding. Dit betekent dan ook dat de beschikking
tot subsidieverlening met betrekking tot die percelen terecht is
ingetrokken per 1 januari 2005. Gelet op de Europese regels is er geen
ruimte om na die datum dan toch probleemgebiedenvergoeding te
verstrekken voor die percelen.
2. Terugvordering deel van betaalde probleemgebiedenvergoeding
De subsidie wordt bij wijze van voorschot verleend overeenkomstig het
bedrag dat bij de beschikking tot subsidieverlening is bepaald. De
subsidie wordt uiteindelijk vastgesteld overeenkomstig dat bedrag,
gecorrigeerd voor de werkelijke loon- en prijsontwikkeling. Dit kan
ertoe leiden dat een beheerder meer aan voorschotten heeft ontvangen
dan waarop hij uiteindelijk recht blijkt te hebben. In dat geval wordt
het verschil tussen beide bedragen teruggevorderd.
In de bezwaarschriftprocedure is gebleken dat als gevolg van de
verplichte toepassing van de indexering de bij wijze van voorschot
betaalde subsidie hoger is dan de subsidie zoals die uiteindelijk is
vastgesteld. Dit verschil wordt dan ook teruggevorderd. Ook hier is er
geen ruimte om afwijkend te beslissen.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Bijlagen
Afschrift van de beslissing op bezwaar naar aanleiding van het
bezwaarschrift van de heer De Groot
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit