Persbericht
Verklaringen Syrische gezin tegenstrijdig
27 maart 2006
Minister Verdonk neemt aanvullende maatregelen in terugkeerproces
Uit de ambtsberichten van het ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt
dat de eerder vermiste vader en zoon van het Syrische gezin thans vrij
zijn. De vader en de advocaat, tevens broer, verklaren dat de vader en
zoon gedurende enkele weken gedetineerd zouden zijn geweest. De
verschillende verklaringen daarover bevatten echter innerlijke en
onderlinge tegenstrijdigheden. Uit de ambtsberichten leidt minister
Verdonk verder af dat minister Bot van Buitenlandse Zaken anders dan
deze beweringen geen concrete aanwijzingen heeft gevonden die het
verhaal van de vader bevestigen. Bovendien beschikt minister Bot over
verklaringen die de detentie weerspreken. Gelet hierop is minister
Verdonk van mening dat er geen concrete aanwijzingen zijn, anders dan
verklaringen van de vader en de advocaat, dat het gezin de bijzondere,
negatieve aandacht heeft van de Syrische autoriteiten.
Verder heeft minister Verdonk de uitvoering van aanbevelingen van de
Commissie Havermans versneld. Vreemdelingen, die bij de diplomatieke
vertegenwoordiging worden verwacht om hun nationaliteit en identiteit
vast te stellen, krijgen informatie over de reden van deze
presentatie. Daarvoor is een informatieblad opgesteld dat beschikbaar
is in meerdere talen. Ook zal in de vordering het doel van de
presentatie worden toegelicht. De minister heeft hiertoe reeds
opdracht gegeven aan de Koninklijke Marechaussee (KMar) en de
Korpschefs. Ook heeft minister Verdonk opdracht gegeven personele
maatregelen te nemen. Dit staat in de brief die minister Verdonk voor
Vreemdelingenzaken en Integratie aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Presentaties
Vreemdelingen die terug moeten keren naar hun land van herkomst
krijgen in veel gevallen een oproep om bij de diplomatieke
vertegenwoordiging te verschijnen. Dit gebeurt om hun identiteit en
nationaliteit vast te stellen voor het verkrijgen van
terugkeerdocumenten. Het terugkeerbeleid is gericht op de aanwezigheid
van Nederlandse functionarissen bij deze presentaties. De aanwezigheid
van Nederlandse functionarissen bij presentaties is van belang om te
kunnen beoordelen of de betrokken vreemdeling inderdaad meewerkt aan
zijn terugkeer. De feitelijke realisering van de aanwezigheid is
echter afhankelijk van de medewerking van de autoriteiten van de
herkomstlanden. Voorts kan de vreemdeling zich bij de presentatie
laten bijstaan door een gemachtigde, indien de autoriteiten van het
land van herkomst daarin bewilligen.
Het al dan niet aanwezig zijn van een gemachtigde laat de bevoegdheid
om de illegale vreemdeling uit te zetten op zichzelf onverlet; het
gaat immers om vreemdelingen wier belangen met het oog op uitzetting
zorgvuldig zijn onderzocht. Conform de toezegging tijdens het Algemeen
Overleg van 16 maart heeft minister Verdonk de KMar en de Korpschefs
per brief geïnstrueerd om de reden voor het verschijnen voor het
interview op te nemen in de vordering, voor zover het nog niet
gebeurt. Tevens is geïnstrueerd om bij de reden voor verschijning te
vermelden dat de vreemdeling uitsluitend bij de betreffende
diplomatieke vertegenwoordiging wordt gepresenteerd ter vaststelling
van identiteit en nationaliteit, teneinde de voor terugkeer
noodzakelijke reisdocumenten te verkrijgen.
Aanbevelingen Havermans
De Commissie Havermans betoogde in haar rapport dat autoriteiten van
landen van herkomst uitstekend op de hoogte zijn van het Nederlandse
terugkeerbeleid en dat zij landgenoten die gedwongen terugkeren
beschouwen als ex-asielzoekers tenzij betrokkene zelf het tegendeel
aantoont. Het staat een buitenlandse delegatie vrij vragen te stellen
over de reden van het verblijf van betrokken vreemdeling in Nederland,
zo erkende ook de commissie Havermans. De inrichting van de feitelijke
confrontatie van de vreemdeling met de autoriteiten van het land van
herkomst is namelijk de verantwoordelijkheid van de laatste, zo is
gesteld in het rapport. Voorts is in het meest recente algemeen
ambtsbericht van mei 2005 inzake Syrië aangegeven dat er geen gevallen
bekend zijn van in West-Europese landen uitgeprocedeerde asielzoekers
die bij terugkeer ernstige problemen hebben ondervonden, louter
vanwege het feit dat zij in het buitenland asiel hadden aangevraagd.
Uit het genoemde ambtsbericht blijkt ook dat België, Denemarken, het
Verenigd Koninkrijk en Zwitserland geen bijzonder beleid hebben met
betrekking tot Syrische asielzoekers. Uitgeprocedeerde asielzoekers
uit die landen worden in beginsel naar Syrië verwijderd.
De Commissie Havermans heeft een aantal aanbevelingen gedaan om extra
waarborgen te realiseren in het bestaande proces van terugkeer.
Minister Verdonk heeft deze aanbevelingen grotendeels overgenomen, zo
blijkt uit de bijlage van de brief. De informatievoorziening aan de
vreemdeling over de presentatie is sinds 24 maart schriftelijk via een
informatieblad beschikbaar in de talen: Engels, Portugees, Armeens,
Azeri, Arabisch, Dari, Hindi, Frans, Vietnamees, Chinees, Turks en
Nederlands. Minister Verdonk heeft de KMar en de Korpschefs hierover
inmiddels per brief geïnstrueerd. De uitvoering van de andere
aanbevelingen van de commissie wordt verder versneld. Minister Verdonk
zal de Tweede Kamer daarover periodiek blijven informeren.
Gespreksverslagen
In totaal zijn in de periode van 14 tot en met 23 februari 2006 aan de
in Nederland aanwezige Syrische delegatie 181 personen gepresenteerd
in 79 presentaties. Bij dertien gesprekken zijn IND-medewerkers
aanwezig geweest (waarvan eenmaal als tolk) en zijn door de IND
gespreksverslagen gemaakt. Zoals eerder aan de Tweede Kamer gemeld
heeft over de overige gesprekken steeds een terugkoppeling plaatsgehad
van de Syrische delegatie aan de IND in aanwezigheid van de
vreemdeling.
Ook deze terugkoppelingsgesprekken zijn schriftelijk vastgelegd door
de IND. De informatievoorziening vanuit de IND aan de minister is op
dit punt onvoldoende geweest. Het had immers verre de voorkeur
verdiend indien de minister reeds op 16 maart tijdens het Algemeen
Overleg over de verslagen had beschikt. Minister Verdonk heeft naar
aanleiding daarvan inmiddels maatregelen ter verbetering genomen,
waaronder personele. De verslagen van de terugkoppelingsgesprekken
zijn ter vertrouwelijke inzage aan de Tweede Kamer gezonden. Uit een
aantal van de genoemde verslagen van de presentaties van ná 14
februari blijkt dat expliciet aan de orde is geweest dat betrokkene
asiel heeft gevraagd. Niet steeds is vast te stellen op wiens
initiatief dit is gebeurd: in enkele gevallen blijkt het onderwerp
door de vreemdeling zelf aan de orde te zijn gesteld, in enkele andere
in antwoord op een vraag van de Syrische delegatie. Ten aanzien van de
aan de delegatie gepresenteerde vreemdelingen bestaat er overigens
geen aanleiding om te concluderen dat terugkeer ontoelaatbaar zou
zijn. De asielverzoeken van de betrokken zijn immers, met in
achtneming van het Vluchtelingenverdrag en het EVRM, onherroepelijk
afgewezen door de IND en de rechter.
Ministerie van Justitie