27-3-2006
De bedrijven Transnubel N.V. en Railion N.V. mogen doorgaan met het
transport van bestraalde splijtstof van de kerncentrale Borssele (KCB)
naar Cogéma in Frankrijk. Staatssecretaris Van Geel (Milieu) heeft de
bezwaren van Greenpeace Nederland tegen de afgifte van een vergunning
ongegrond verklaard.
De vergunning, die loopt van november 2005 tot 30 april 2008, is
destijds afgegeven door Van Geel, mede namens de minister van
Economische Zaken en de staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid. Het eerste transport heeft op 13 december 2005
plaatsgevonden. Dergelijke vervoersvergunningen zijn al eerder
verleend.
De bezwaren van Greenpeace hadden voornamelijk te maken met het
afwijzen van kernenergie en de opwerking van bestraalde splijtstof bij
Cogéma en het daarbij behorende toestaan van transporten. Greenpeace
voelde zich gesterkt in haar bezwaren door een arrest van het Hof van
Cassatie in Frankrijk van 7 december 2005.
Die uitspraak betrof bestraalde splijtstof uit de Australische
onderzoeksreactor HIFAR dat door Cogéma in beheer werd genomen in
afwachting van de opwerking ervan. Voor de opwerking was echter (nog)
geen vergunning verleend. Greenpeace Frankrijk had tegen deze opslag
bezwaar gemaakt omdat door het ontbreken van de vergunning (nog) geen
verdere bewerking was voorzien en er volgens de Franse wet dus sprake
was van opslag van radioactief afval.
Omdat de opslag in Frankrijk van buitenlands radioactief afval niet is
toegestaan gaf het Hof Greenpeace Frankrijk gelijk. Het verweer van
Cogéma dat de opslag noodzakelijk was in verband met de afkoeling van
de splijtstof werd afgewezen omdat dit geen onderdeel is van het
opwerkingsproces. Alleen opslag die technisch nodig is voor de
opwerking is in dit verband toegestaan.
Samengevat luidde de uitspraak: 'Tussenopslag, zelfs wanneer deze
noodzakelijk is voor de koeling, kan niet worden beschouwd als een
opwerkingsfase; het opslaan van geïmporteerd radioactief afval is
uitsluitend toegestaan ten behoeve van opwerking'.
Greenpeace Nederland vond dat het arrest van het Hof ook van
toepassing is op de bestraalde splijtstoffen afkomstig van de KCB.
Voorop dient te worden gesteld dat het Franse arrest niet ging over
materiaal dat afkomstig is uit Nederland. Voor de bestraalde
splijtstof van de KCB heeft Cogéma een Franse vergunning en is dus een
bewerking voorzien. De directeur-generaal van het Franse bevoegde
gezag (Autorité de Sûreté Nucléaire) heeft per brief van 27 december
2005 nog eens bevestigd dat Cogéma splijtstoffen vanuit Borssele mag
ontvangen, omdat Cogéma beschikt over de benodigde vergunningen. Het
radioactief afval dat bij deze bewerking ontstaat, komt ook weer terug
naar Nederland en gaat naar het HABOG van COVRA. Voor die transporten
is een vergunning verleend. Inmiddels hebben er twee transporten naar
het HABOG plaatsgevonden.
De belangrijkste reden waarom veel van de door Greenpeace Nederland
aangevoerde bezwaren ongegrond zijn verklaard, heeft te maken met het
wettelijk kader voor het verlenen van vervoersvergunningen. Bezwaren
die geen betrekking hebben op de verleende vergunningen kunnen niet
worden meegenomen bij de heroverweging van de verleende vergunningen.
Inmiddels heeft Greenpeace Nederland bij de voorzitter van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State beroep ingesteld tegen de
beslissing op bezwaar.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer