Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Omtzigt en Van Hijum over de Zorgverzekeringswet voor buitenlandse werknemers

Kamerstuk, 27-3-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-K-U-2666379

27 maart 2006

Antwoorden van de minister, mede namens de staatssecretaris van Financiën, de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA) over de Zorgverzekeringswet voor buitenlandse werknemers (2050607230).

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel "Poolse arbeiders ontduiken zorgwet"?

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Als een buitenlandse werknemer in Nederland wil werken, na hoeveel dagen moet hij zich dan onder de Nederlandse Zorgverzekeringswet verzekeren? En hoe is hij tot dat moment verzekerd?

Antwoord 2
Als een buitenlandse werknemer in Nederland komt werken moet eerst worden bezien of betrokkene wel onder de Nederlandse sociale verzekeringswetgeving valt. Daartoe moet worden beoordeeld door de betrokken uitvoeringsorganen of er een internationale regeling inzake sociale zekerheid op betrokkene van toepassing is, zoals de Verordening (EEG) nr. 1408/71 of een verdrag inzake sociale zekerheid. Vervolgens moet het uitvoeringsorgaan beoordelen of de Nederlandse wetgeving is aangewezen of de wetgeving van het land van herkomst. De hoofdregel is dat men valt onder de wetgeving van het land waar men werkt. Uitzonderingen gelden bijvoorbeeld voor gedetacheerden. Detachering moet overigens worden aangetoond door middel van een verklaring dat door het daartoe aangewezen orgaan van het uitzendende land wordt afgegeven.
Als iemand in Nederland gaat werken en de Nederlandse wetgeving is aangewezen, dan is de Nederlandse wetgeving vanaf dag één van de aanvang van het werken in Nederland van toepassing. De buitenlandse wetgeving is vanaf dat moment niet meer van toepassing. Betrokkene kan in dat geval niet langer verzekerd zijn ingevolge een buitenlandse wettelijke ziektekostenverzekeringsregeling. Als betrokkene particulier verzekerd was hangt het van de polisvoorwaarden af of betrokkene nog particulier verzekerd kan zijn.
Vervolgens moet aan de hand van de nationale "verzekeringsvoorwaarden" worden beoordeeld of dat dan ook tot verzekering leidt. Wooneisen mogen internationaalrechtelijk niet worden gesteld.

Iemand op wie de Nederlandse wetgeving van toepassing is, is, behalve als hij onder één van de uitzonderingen op de verzekeringsplicht ingevolge het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 valt, AWBZ-verzekerd en daarmee Zvw-plichtig. Deze persoon moet zich binnen vier maanden nadat de Zvw-verzekeringsplicht is ontstaan, bij een zorgverzekeraar hebben verzekerd. Laat hij dat na dan riskeert hij een boete. De verzekering gaat bij tijdige aanmelding in met terugwerkende kracht tot en met de dag waarop de verzekeringsplicht is ontstaan.

Vraag 3
Hoe stelt de Nederlandse overheid deze werknemers op de hoogte van de verzekeringsplicht en het recht op zorgtoeslag?

Antwoord 3
Dat is primair de taak van de werkgever van de betrokkene. Ik heb onlangs de voorzitter van de Stichting van de Arbeid gevraagd de werkgevers te informeren over de verzekeringsplicht uit hoofde van de Zvw en ze te wijzen op de verplichting van de werkgevers de inkomensafhankelijke bijdrage ten behoeve van de zorgverzekering af te dragen.
Verder kan de betrokkene, net als de Nederlandse burger, op allerlei manieren zoals via openbare instellingen (gemeenten, uitvoeringsorganen van sociale zekerheid) en internet, aan voorlichtingsmateriaal komen.

Vraag 4
Klopt het dat ook voor deze werknemers geldt dat zij vier maanden de tijd hebben na het ontstaan van de verzekeringsplicht om zich te verzekeren?

Antwoord 4
Ja. Zie ook het antwoord op vraag 2.

Vraag 5
Bent u bereid de bestanden van de Belastingdienst te koppelen, zodat u weet wie de nieuwe werknemers zijn en wie zich moeten gaan verzekeren (net als elke Nederlander van 18 jaar en ouder)?

Antwoord 5
Zoals ik in het antwoord op vraag 3 heb aangegeven is de werkgever de eerst aangewezene om te wijzen op de verzekeringsplicht. Een werkgever moet daarnaast ook loonaangifte doen. Deze loonaangifte wordt via de Belastingdienst doorgegeven aan de polisadministratie van UWV. Het CVZ kan de gegevens gebruiken voor zijn wettelijke taken. Overigens moet bedacht worden dat met deze gegevens weinig gedaan kan worden om te bewerkstelligen dat iemand zich verzekerd totdat de termijn van vier maanden verstreken is. Immers, betrokkene heeft een wettelijke termijn van vier maanden om zich bij een verzekeraar te melden.