1red16643
24-3-2006, NOS, Gesprek met de vice-minister-president, Nederland 2, 18.40
uur
VICE-MINISTER-PRESIDENT ZALM, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,
OVER HET GEDRAG BIJ DE MARINE, DE UITSPRAKEN VAN DE ITALIAANSE MINISTER
GIOVANARDI, HET AFNEMEND AANTAL BUITENLANDSE STUDENTEN EN DE STAATSLOTERIJ
- MARINE -
KOCKELMANN:
Bent u ooit in militaire dienst geweest?
ZALM:
Nee, ik ben uitgeloot.
KOCKELMANN:
U bent ook nog nooit op een fregat geweest?
ZALM:
Ik ben wel op een fregat geweest.
KOCKELMANN:
In welke hoedanigheid?
ZALM:
Als minister.
KOCKELMANN:
Ze zijn een beetje negatief in het nieuws. Althans, één fregat, vanwege
seksuele intimidatie, aanranding een aangifte van verkrachting zelfs. Als
ik de kranten mag geloven, dan gebeurt er van alles op die schepen. Zelfs
drugsgebruik, op open water cocaïne snuiven, met vijftien man een
slaapkamer van een vrouwelijke matroos binnen gaan, cocaïne smokkelen met
een fregat. Hoe kan dat nou toch allemaal?
ZALM:
Dat wordt zeer serieus opgevat. Je weet natuurlijk aan de ene kant dat in
iedere grote organisatie er wel eens dingen gebeuren die je niet wilt, maar
de bewindslieden van Defensie nemen dit zeer serieus. Ze menen ook dat de
krijgsmacht eigenlijk juist een voorbeeld moet zijn voor hoe grote
organisaties moeten werken. Dus dit wordt tot op de bodem uitgezocht.
KOCKELMANN:
Maar hoe kan het?
ZALM:
Hoe het kan? Als je dertig- of veertigduizend mensen binnen een organisatie
hebt, dan gebeuren er altijd wel dingen die je niet wilt of niet weet.
KOCKELMANN:
Maar kennelijk is er ook een cultuur aan boord van die schepen dat dit
soort dingen kan gebeuren?
ZALM:
We moeten ook niet alle schepen over één kam scheren. Er zijn nu incidenten
die moeten worden uitgezocht.
KOCKELMANN:
Vakbonden zeggen dat dit het topje van de ijsberg is. In de Tweede Kamer
vrezen ze dat ook.
ZALM:
Dat zal dan moeten blijken. Defensie gaat het niet alleen zelf uitzoeken.
Er zijn ook drie mensen van buiten gevraagd om daar goed en kritisch naar
te kijken.
KOCKELMANN:
Porno met dieren tijdens het ontbijt?
ZALM:
Ik vind het ook niet fris.
KOCKELMANN:
Dit kabinet heeft normen en waarden hoog in het vaandel. U persoonlijk
staat ook bekend als een vrouwvriendelijk man die zeer geëmancipeerd is.
Hebt u vandaag maatregelen genomen om te zeggen: geen porno meer in de
openbare ruimten op die schepen. Gedragscodes, dat soort dingen.
Commandanten, die moeten er beter op toezien?
ZALM:
Nee. Wat we nu in de ministerraad hebben gedaan is dat ik minister Kamp heb
gevraagd om ons te vertellen wat er aan de hand is en wat hij doet. De
bewindslieden van Defensie, minster Kamp en staatssecretaris Van der Knaap,
zitten er bovenop. Zij hebben ook onmiddellijk actie ondernomen. Dus nu
moet de onderste steen boven. En er zullen ongetwijfeld maatregelen volgen.
KOCKELMANN:
Maar is het zo ingewikkeld om te zeggen: geen porno boord, geen cocaïne aan
boord. Dat mag gewoon niet. Klaar.
ZALM:
Cocaïne mag zeker niet. Porno is weer een andere categorie.
KOCKELMANN:
Mag dat wel?
ZALM:
Als mensen heel lang van huis zijn dan moet je je ook afvragen of je dan
dingen die je thuis wel mag dan niet mag. Laten we nu dat onderzoek
afwachten. Dat wordt grondig aangepakt. De bewindslieden laten er echt geen
gras over groeien.
- UITSPRAKEN GIOVANARDI -
KOCKELMANN:
Het is voor het imago van de marine natuurlijk niet echt best. Net zoals
het imago van Nederland dezer dagen in het buitenland, met name in Italië,
ook niet al te best was omdat een Italiaanse minister het nodig vond om ons
euthanasiebeleid te vergelijken met nazi-wetten. Ik hoorde de minister-
president in Brussel zeggen: ik heb het er met de Italiaanse premier
Berlusconi over gehad. De boodschap is aangekomen. Excuses niet nodig.
ZALM:
Ik denk eerder dat dit het imago van Italië in Nederland schaadt, dit soort
opmerkingen over nazistische praktijken in Nederland, dan dat het omgekeerd
het geval is. Het is bekend dat wij een heel zorgvuldige
euthanasiewetgeving hebben.
KOCKELMANN:
Maar niet daar kennelijk.
ZALM:
Dat is nu in ieder geval uitgelegd. En waar het hier om ging, om
pasgeborenen, valt ook niet eens onder de euthanasiewetgeving. Het doden
van pasgeborenen is gewoon strafbaar.
KOCKELMANN:
Het gaat om het beeld dat is ontstaan.
ZALM:
Maar dat beeld is dus ten onrechte. En dat beeld moeten we ook corrigeren.
We hebben dat in het verleden ook wel gehad. Ook in de paarse kabinetten.
Dat er in het buitenland verhalen waren hoe dat in Nederland ging en hoe
schandalig dat was. Dat moest je keer op keer rechtzetten, uitleggen hoe
het echt werkt en dat het heel zorgvuldig gaat.
KOCKELMANN:
Waarom geen excuses? Als je hier geen excuses voor vraagt, waar dan wel
voor?
ZALM:
Dit was een loslopende Italiaanse minister in verkiezingstijd en dan doen
ze daar rare dingen blijkbaar om stemmen te krijgen.
KOCKELMANN:
Woensdag op televisie wekte Giovanardi niet de indruk dat hij met dit soort
dingen zou gaan stoppen.
ZALM:
Dat zegt veel over die meneer.
KOCKELMANN:
Maar misschien ook wel over de Italianen dat ze daar geen excuses voor
aanbieden.
ZALM:
Ik heb begrepen dat premier Berlusconi heeft gezegd dat de regering van
Italië dit soort opmerkingen niet heeft en dat ze begrijpen hoe ons beleid
in elkaar zit. Dan is er iemand op campagne die dan toch weer rare dingen
zegt. Daar kan je moeilijk een stokje voor steken.
KOCKELMANN:
Maar niet zwaar genoeg om excuses te eisen?
ZALM:
Over verkiezingscampagnes worden over het algemeen geen excuses aangeboden.
KOCKELMANN:
Nee, maar wel over het ontstane beeld van een land.
ZALM:
Dan zeg ik dat iemand zich schandalig gedraagt. En daar ga ik geen excuses
voor aanbieden.
- BUITENLANDSE STUDENTEN -
KOCKELMANN:
Was het de bedoeling om die studenten te weren?
ZALM:
Nee, dat is absoluut niet de bedoeling. Ik weet ook dat minister Verdonk nu
bezig is met modernisering van het vreemdelingenbeleid. Wat we al
makkelijker hebben gemaakt, is als er kenniswerkers naar Nederland willen
komen. Die dus in dienstverband hier werken. Daarvoor is de procedure enorm
versimpeld en vereenvoudigd. Het kan ook heel snel. Nu moeten we een
vergelijkbare exercitie gaan doen voor getalenteerde studenten die wij
graag in Nederland willen hebben.
KOCKELMANN:
Dus studenten die hier komen studeren en aan wie wij misschien ook nog wel
iets hebben, gezien onze wensen om een kenniseconomie te worden, zouden dan
versneld toegang moeten kunnen krijgen?
ZALM:
Ja, daar is de minister nu mee bezig en daar komen binnenkort ook
voorstellen voor.
KOCKELMANN:
Dus die studenten moeten makkelijker toegang krijgen tot Nederland om hier
te studeren en hier mogelijkerwijs te blijven?
ZALM:
Ja.
KOCKELMANN:
Het is een veel gehoorde klacht van universiteiten die zeggen: straks
droogt het studentenaantal en het aantal onderzoekers hier op, en dan zijn
we.
ZALM:
We moeten alleen uitkijken dat niet mensen die zeggen dat ze student zijn
en vervolgens heel iets anders gaan doen, door het net heen slippen.
KOCKELMANN:
Dat blijkt wel uit de cijferlijst toch?
ZALM:
De gedachte is inderdaad dat we het voor studenten wat makkelijker gaan
maken dan nu het geval is.
KOCKELMANN:
Dus mensen die iets kunnen, die talentvol zijn, die moeten makkelijker
toegang krijgen?
ZALM:
Zo is het.
- STAATSLOTERIJ -
KOCKELMANN:
Koopt u wel eens een staatslot?
ZALM:
Ja, maar ik hoop niet dat ik de hoofdprijs ooit win. Dan krijg ik een
probleem.
KOCKELMANN:
U bent als minister van Financiën, als hoofd van dat departement, de
toezichthouder op de staatsloterij. Daar zijn wat dingen gebeurd die op
zijn minst niet gebruikelijk zijn, maar waar mensen nogal schande van
spreken. Een detectivebureau ingehuurd om de concurrent te bespioneren.
Mogelijkerwijs met als doel chantage. Is u dat gemeld?
ZALM:
Daar kwamen wij later achter, toen overigens de verantwoordelijke directie
als was ontslagen vanwege een ander akkefietje. Dus het heeft zich
afgespeeld, als ik het goed begrijp, in 2003. De directie die daarvoor
verantwoordelijk was, is inmiddels ontslagen om een andere affaire.
KOCKELMANN:
Maar is het u gemeld?
ZALM:
Toen niet nee. Dat is betrekkelijk recent tot ons gekomen.
KOCKELMANN:
Maar er is ook een Raad van Commissarissen die namens u daar toezicht houdt
op de gang van zaken en die wisten ervan.
ZALM:
Ik dacht niet dat ze er toen, in 2003, van wisten, voor zover ik het
dossier ken.
KOCKELMANN:
Maar heeft de heer Korthals, overigens uw partijgenoot, de voorzitter van
de Raad van Commissarissen, op het moment dat het hem wel bekend werd, u
gebeld?
ZALM:
De staatssecretaris is er van op de hoogte gesteld. Want die gaat hier
direct over. En bij mijn weten was de Raad van Commissarissen niet op de
hoogte van deze spionageplannetjes en ook uitgevoerde plannetjes door de
toenmalige directie. Als er stiekem iets wordt gedaan, dan kan je dat soms
ook niet weten.
KOCKELMANN:
Je hoort als voorzitter van de Raad van Commissarissen te weten wat er in
een bedrijf gebeurt.
ZALM:
Jawel, maar als er dingen stiekem gebeuren dan weet je dat toch ook niet.
Al doe je nog zo je best.
KOCKELMANN:
Maar dan ben je er wel verantwoordelijk voor.
ZALM:
Deze mensen zijn dus al ontslagen en het is een beetje als 'de melk is
verspild en we kunnen er niks meer aan doen'. Maar dit kan in de toekomst
niet meer voorkomen.
KOCKELMANN:
Kan de Raad van Commissarissen blijven zitten?
ZALM:
Een Raad van Commissarissen kan je niet aansprakelijk stellen voor als er
iets in het geheim gebeurt door medewerkers van een bedrijf. Als ze
adequaat optreden zodra ze het weten, dat is waar je ze op moet beoordelen.
KOCKELMANN:
Maar ik vraag het omdat nu toch de indruk wordt gewekt, in ieder geval dat
die Raad van Commissarissen het op een gegeven moment wel wist. En dan is
het natuurlijk de vraag: hebben ze het meteen gemeld?
ZALM:
Ik kan daar op dit moment niet een trefzeker antwoord op geven.
KOCKELMANN:
De Tweede Kamer vraagt nu, althans een deel daarvan, ook om het wegsturen
van die Raad van Commissarissen.
ZALM:
We zullen de Kamervragen natuurlijk netjes en keurig beantwoorden. Wat heel
belangrijk is: zodra ze het wisten, hebben ze toen opgetreden? Dat is het
allerbelangrijkste. Respectievelijk, wat vermoedelijk het geval is, dat er
geen optreden meer mogelijk was omdat de directie om andere redenen al naar
huis was gestuurd.
KOCKELMANN:
Kan je dit voorkomen?
ZALM:
Heel moeilijk. Ik denk dat in iedere grote organisatie als mensen iets
stiekem gaan doen, daar ben je natuurlijk als baas wel verantwoordelijk
voor, maar je kan het niet altijd voorkomen. Je kan alleen, zodra je het
weet en merkt, maatregelen treffen en daar moet je op worden afgerekend.
KOCKELMANN:
Geen lekker gevoel om als minister verantwoordelijk te zijn voor
bedrijfsspionage.
ZALM:
Dit had ik niet bedacht. Ik vind het ook onaangenaam. Het zal in de
toekomst ook niet meer moeten gebeuren.
KOCKELMANN:
Wanneer is de volgende trekking?
ZALM:
Geen idee.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RS)
Ministerie van Algemene Zaken