24-3-2006
Combineren politieke functies beperkt
Het combineren van politieke functies op verschillende niveaus levert
vaak discussies op. De statuten van de VVD bevatten sinds 1 januari
een afgewogen regeling die de positie van eenmaal verkozen
vertegenwoordigers respecteert en een geleidelijke overgang van het
ene niveau naar het andere niet blokkeert. De hoofdregel is dat aan
zo'n dubbelmandaa
De nieuwe statutaire regel luidt:
27.4 Wie bij meer dan één laag uit gemeente, provincie, Rijk of
Europese Unie volksvertegenwoordiger of dagelijks bestuurder is, kan
bij geen van die vier lagen een voorlopige kandidatuur voor de
verkiezing tot volksvertegenwoordiger aanvaarden. Tenzij de
ledenvergadering die besluit over de voorbereiding van de betreffende
kandidaatstelling, deze beperking heeft opgeheven.
Naar aanleiding van de wijzigingen in december 2005 zijn de statuten
reglementen geheel hernummerd. Volgens de oude nummering stond deze
regel als artikel 32.4 in de statuten.
Hoe werkt het
Praktisch betekent dit dat er reglementair geen beletsel is voor
mensen die al één politieke functie bekleden om kandidaat te zijn voor
een functie op een ander niveau. Zij hoeven niet op voorhand, als er
nog onzekerheid bestaat over hun uiteindelijke verkiezing, al de
huidige functie op te geven. Het maakt ook dat er voor VVD-kandidaten
geen reglementaire verplichting bestaat om een verkiezing in een
vertegenwoordigend lichaam te weigeren als daardoor een combinatie
ontstaat. Maar als deze combinatie blijft bestaan, kan de betreffende
persoon voor de eerstvolgende verkiezingen geen kandidaat meer zijn.
Leden kunnen bij de ledenraadpleging dus niet op betrokkene stemmen.
Deze beperking in aantal mandaten geldt uiteraard ook voor de
lijsttrekker.
Het is uiteraard mogelijk dat betrokkene om wel opnieuw kandidaat te
kunnen zijn ertoe over gaat de andere functie neer te leggen. Deze
stap kan uiteraard ook al in een eerder stadium worden gezet, maar op
het moment dat betrokkene kandidaat wordt gesteld, moet het
dubbelmandaat feitelijk zijn beëindigd. Het is in beginsel denkbaar
dat betrokkene eerst voorlopig kandidaat is gesteld en door
plaatsvervulling pas daarna een combinatie ontstaat. In dat geval
leidt het aanvaarden van de benoeming gelet op de statutaire eis
automatisch tot het einde van de voorlopige kandidatuur.
Over welke functies gaat het
De statutaire regel geldt bij de kandidaatstelling zowel voor
gemeenteraden, Provinciale Staten, Tweede en Eerste Kamer als Europees
Parlement. De term `dagelijks bestuurder' omvat zowel wethouders,
burgemeesters, gedeputeerden, commissarissen van de koningin,
ministers, staatssecretarissen en leden van de Europese Commissie. De
kandidaatstelling voor de functies binnen dagelijkse besturen wordt
niet in VVD-reglementen geregeld. De beperking heeft dus alleen
betrekking op de gevallen waarin dagelijkse bestuurders op een ander
niveau volksvertegenwoordiger willen worden.
Het opheffen van de regel
Omdat er op dit gebied ook plaatselijke en regionale verschillen zijn,
is de ledenvergadering die de kandidaatstelling voorbereidt bevoegd om
de statutaire hoofdregel op te heffen. Als dat gebeurt, geldt er geen
beperking en kan ieder VVD-lid, ongeacht de al beklede functies,
kandidaat worden gesteld. Het verdient aanbeveling dat de
ledenvergadering zo'n besluit vroeg neemt, vooral als dit ook voor de
ledenraadpleging over de lijsttrekker zou moeten gelden.
Het opheffen van de regel geldt telkens alleen voor de eerstvolgende
kandidaatstelling voor het betreffende orgaan. Als iemand zowel
raadslid als Statenlid is en de provinciale ledenvergadering heft de
hoofdregel voor de Statenverkiezing op, kan betrokkene het
dubbelmandaat behouden tot de eerstvolgende raadsverkiezingen. Bij die
verkiezingen is het aan de ledenvergadering van de afdeling om de
hoofdregel al of niet ook voor de raadsverkiezingen op te heffen. Het
is dus nooit meer vanzelfsprekend dat een dubbelmandaat kan blijven
voortbestaan.
In beginsel is het mogelijk dat de algemene vergadering landelijk een
besluit de hoofdregel op te heffen voor een van de landelijke
verkiezingen. Het voorstel van het hoofdbestuur aan de 119e Algemene
Vergadering op 19 en 20 mei te Noordwijkerhout is om dit niet te doen.
Na de recente besluitvorming door de 118e Algemene Vergadering is het
hoofdbestuur van mening dat het niet voor de hand lag om dit in het
Technisch Advies voor de betreffende verkiezingen op te nemen.
Andere afspraken
De statutaire regel heeft alleen betrekking op de vraag wie er wel en
niet voorlopig kandidaat kunnen zijn. Het regelt niets over de plaats
die kandidaten op de advieslijst krijgen. Het blijft dus mogelijk dat
de ledenvergadering naast de hoofdregel aanvullende afspraken in het
Technisch Advies opneemt. Wanneer besloten wordt de hoofdregel op te
heffen, kunnen er in het Technisch Advies vervangende afspraken worden
vastgelegd. De ledenvergadering kan dus op die manier besluiten dat
kandidaten die al bepaalde functies bekleden niet (hoog) op de
advieslijst moeten komen. In het Technisch Advies kan echter niet
worden uitgesloten dat de betreffende personen kandidaat worden
gesteld. Het uiteindelijke oordeel is in dat geval dus aan de leden
bij de ledenraadpleging, die niet gebonden zijn aan de volgorde op de
advieslijst.
VVD