134 liter water per persoon per dag
24 maart 2006
Elke dag gebruikt de Nederlander 134 liter schoon water om te drinken,
wassen, schrobben en spoelen. Ook bedrijven verbruiken water: om
machines te koelen, in het bedrijfsproces of om producten schoon te
maken. Bijna al dit water komt in het riool terecht, waar het zich
vermengt met regenwater. We noemen het dan afvalwater. Het is vervuild
en moet gereinigd worden. Dat gebeurt in
afvalwaterzuiveringsinstallaties.
Hieronder vindt u vragen én antwoorden. Door op de vraag te klikken
springt u in de tekst naar het antwoord.
Hoe vuil is afvalwater?
Is afvalwater tegenwoordig schoner dan vroeger?
Wat is riolering en hoe werkt het?
Wat is het VROM-beleid voor gescheiden rioolstelsels?
Wie is verantwoordelijk voor de riolering?
Hoe zit het met de kosten van de riolering?
Wie beheert de rioolwaterzuiveringsinstallaties?
Wat gebeurt er in zo'n rioolwaterzuivering?
Wie betaalt de zuivering van afvalwater?
Waar gaat het schone water naar toe?
Wat doen de waterschappen nog meer?
Mag ik in de keuken een voedselrestenvermaler gebruiken?
Wat doet VROM aan de verbetering van de kwaliteit van het afvalwater?
Wat zijn nu nog de problemen?
Wat houdt het ontwerpbesluit lozing afvalwater huishoudens in?
Welke bestaande regelgeving wordt vervangen door het nieuwe besluit?
Wat is de kern van het ontwerpbesluit?
Wat zegt het ontwerpbesluit over huishoudens die niet zijn aangesloten
op een riool?
Wat staat er nog meer in het ontwerpbesluit?
Wanneer wordt het ontwerpbesluit definitief?
Wanneer moet de sanering van het huishoudelijk afvalwater in het
buitengebied zijn afgerond?
Mogen pleziervaartuigen toiletwater lozen op oppervlaktewater?
Zijn jachthavens verplicht om afvalwater van vaartuigen in te zamelen?
1. Hoe vuil is afvalwater?
Water afkomstig van particulieren is vooral vervuild met
zuurstofbindende stoffen, sulfaat en voedingsstoffen. Water dat
gebruikt is in de industrie, kan vele soorten stoffen bevatten. De
metaalverwerkende industrie bijvoorbeeld produceert veel zuren, die in
het afvalwater terecht kunnen komen. In de voedingsmiddelenindustrie
gaat het vooral om vetten en andere biologisch afbreekbare stoffen.
2. Is afvalwater tegenwoordig schoner dan vroeger?
Nauwelijks. Wel is het zo dat afvalwater een paar graden warmer is,
doordat we met zijn allen meer douchen, wassen en tanden poetsen dan
vroeger. Huishoudens en bedrijven gaan vandaag de dag wel zuiniger om
met water - mede vanwege de kosten. Zo wordt in de industrie veel
water hergebruikt. Spoelwater om suikerbieten schoon te maken kan
bijvoorbeeld zonder problemen nog een keer gebruikt worden.
3. Wat is riolering en hoe werkt het?
Riolering wordt aangelegd voor de afvoer van het afvalwater en
overtollig regenwater naar rioolwaterzuiveringsinstallaties. Dit
gebeurt in de meeste gevallen (80 procent) door middel van de
zwaartekracht. Vanaf het laagste punt in het rioolstelsel wordt het
water daarna met een pomp naar rioolwaterzuiveringsinstallaties
getransporteerd. De meeste rioolstelsels voeren naast afvalwater ook
regenwater af. Dit worden 'gemengde rioolstelsels' genoemd. Van de
rioolstelsels in Nederland valt 62 procent onder deze categorie. Er
zijn ook 'gescheiden rioolstelsels'. Deze voeren het afvalwater af
naar de zuivering en het regenwater via een apart systeem naar het
oppervlaktewater (meren, rivieren et cetera). Een relatief nieuw
systeem is de 'drukriolering'. Via dunne kunststof transportleidingen
met perspompen wordt het afvalwater, veelal afkomstig vanuit percelen
die buiten de bebouwde kom zijn gelegen, naar de zuivering geperst.
Binnenkort is in Nederland 99,3 procent van alle huishoudens op de
riolering aangesloten. Circa 45.000 woningen hebben geen aansluiting,
doordat ze te ver buiten de bebouwde kom liggen. Een rioolaansluiting
wordt dan erg duur. Het grootste deel van deze woningen krijgt een
eigen zuivering. Nederland telt zo'n 100.000 kilometer aan riolering.
De waarde van het rioleringsstelsel schommelt rond de 58 miljard euro.
4. Wat is het VROM-beleid voor gescheiden rioolstelsels?
Uitgangspunt van het VROM-beleid is dat regenwater en afvalwater
gescheiden blijven. Dat betekent dat het water uit de dakgoot en van
de straat bij voorkeur niet meer samen met het afvalwater uit
toiletten, douches, en gootstenen in één rioolsysteem wordt
opgevangen. Dit uitgangspunt staat in een brief aan de Tweede Kamer
van 21 juni 2004 (zie Kamerstukken ). In
de brief worden de beleidsvoornemens voor het anders omgaan met
regenwater in de stad gepresenteerd.
Gescheiden afvoeren van regenwater en afvalwater wordt in
nieuwbouwwijken al vaak toegepast. Met de nieuwe voorstellen gaat dit
nu ook gelden voor bestaande situaties, echter alleen als er sprake is
van stadsvernieuwing of reconstructie en als de riolering vervangen
moet worden. Met de nieuwe voorstellen voor gescheiden watersystemen
wil het kabinet de riooloverstorten tegengaan en de waterkwaliteit
verbeteren. Ter voorbereiding en ter uitvoering van het beleid heeft
het ministerie van VROM onderzoeken laten uitvoeren die hieronder kort
worden beschreven (zie Publicaties ).
5. Wie is verantwoordelijk voor de riolering?
In de Wet milieubeheer is vastgelegd dat de gemeenten verantwoordelijk
zijn voor 'de doelmatige inzameling en het transport van het
afvalwater'. De gemeenten dienen hiertoe periodiek, bijvoorbeeld eens
in de vier jaar, een GRP (Gemeentelijk Rioleringsplan) op te stellen.
In het GRP zijn de doelen voor het rioleringsbeleid vastgelegd en
uitgewerkt tot activiteiten. Ook wordt de dekking van de kosten in het
GRP behandeld. Over dit plan wordt overleg gevoerd met de provincie en
de waterbeheerder. De Gemeenteraad stelt in het algemeen het GRP vast.
6. Hoe zit het met de kosten van de riolering?
Burgers en bedrijven die hun afvalwater op het riool lozen, betalen
hiervoor aan de gemeente. De meeste gemeenten maken gebruik van het
'rioolrecht' om deze gelden te innen. Soms zijn de rioleringskosten
verwerkt in de tarieven voor de ozb (onroerendezaakbelasting). Hoewel
een riool lang mee gaat, zo'n 50 jaar, is de aanleg en het beheer van
dit grote ondergrondse netwerk een kostbare zaak. Gemiddeld ligt per
huishouden het rioolrecht momenteel op zo'n 100 euro per jaar.
7. Wie beheert de rioolwaterzuiveringsinstallaties?
Dat zijn de waterschappen. Nederland kent ruim dertig waterschappen,
die gezamenlijk circa 450 afvalwaterzuiveringsinstallaties (oftewel
rioolwaterzuiveringen) in gebruik hebben. Sommige installaties zijn
vrij klein, andere zuiveren het water van soms wel een miljoen
huishoudens. Zo wordt in de Harnaschpolder (Zuid-Holland) op dit
moment de bouw voorbereid van de grootste afvalwaterzuivering van
Nederland.
8. Wat gebeurt er in zo'n rioolwaterzuivering?
Heel in het kort komt het zuiveringsproces op het volgende neer. Met
behulp van grote harken verwijderen de medewerkers van het waterschap
eerst troep, zoals maandverband en boterhamzakjes. Vervolgens laat men
het water bezinken, waardoor zand en andere vaste stoffen naar de
bodem dalen. Daarna worden bacteriën aan het water toegevoegd. Die
bacteriën 'eten' de stukjes afval op die nu nog in het water zitten.
Tot slot zorgt toevoeging van chemicaliën ervoor dat het fosfaat uit
het water wordt gehaald. Bedenk wel: dit proces is iets heel anders
dan de zuivering van (grond- en oppervlakte)water om drinkwater te
maken. Dat is een taak van het waterleidingbedrijf.
9. Wie betaalt de zuivering van afvalwater?
Elke burger betaalt belasting aan het waterschap in zijn regio om het
afvalwater te reinigen. Deze verontreinigingsheffing wordt uitgedrukt
in 'vervuilingeenheden'. Een gezin betaalt altijd voor drie
vervuilingeenheden, een alleenwonende voor slechts één. Deze
'waterschapsbelasting' is dus iets anders dan de rioolrechten (zie
vraag 6 ). Bedrijven betalen naar de
hoeveelheid afvalstoffen die zij lozen. Bij grote lozingen loopt de
aanslag al gauw op tot vele duizenden euro's. Soms is het daarom voor
bedrijven goedkoper om de zuivering zelf ter hand te nemen. Zo hebben
industrieën als DSM en suikerfabrieken hun eigen waterzuivering.
10. Waar gaat het schone water naar toe?
De rioolwaterzuivering levert twee 'eindproducten': water en slib. Het
water wordt geloosd op meren en kanalen. Het is weliswaar voor 95
procent 'schoon', maar zeker niet geschikt om te drinken. Zo bevat het
vaak nog zware metalen, maar ook bacteriën en virussen. Het slib,
enkele honderdduizenden tonnen per jaar, wordt grotendeels verbrand.
Voorheen werd slib vaak 'gestort' op een vuilstortplaats. Dat mag
sinds enkele jaren niet meer. Ook het gebruik van slib als
grondverbeteraar in de landbouw is tegenwoordig in Nederland verboden.
Het bevat te veel chemische verontreinigingen, waaronder zware metalen
(onder meer afkomstig van koperen waterleidingen en zinken dakgoten).
11. Wat doen de waterschappen nog meer?
Waterschappen beschikken over teams van toezichthouders en
opsporingsambtenaren. Deze teams houden toezicht op de naleving van de
landelijke regels, met name op het gebied van verontreiniging van het
oppervlaktewater. Ze voeren controles uit bij bedrijven en sporen
strafbare feiten op. Ook onderzoeken de handhavers klachten en
meldingen van burgers. Denk daarbij aan olieverontreiniging,
botulisme, te hard varen en lozingen op oppervlaktewater.
12. Mag ik in de keuken een voedselrestenvermaler gebruiken?
Het is in Nederland (in tegenstelling tot bijvoorbeeld Amerika) niet
toegestaan om voedselrestenvermalers in de keuken te gebruiken. Dit
houdt verband met de zuivering van het afvalwater en is gebaseerd op
het Besluit Lozingsvoorschriften niet-inrichtingen milieubeheer.
13. Wat doet VROM aan de verbetering van de kwaliteit van het
afvalwater?
Op grond van de Wet Milieubeheer maakt VROM samen met het ministerie
van Verkeer en Waterstaat algemene maatregelen van bestuur (AMvB's)
voor verschillende bedrijfssectoren als de horeca, benzinestations et
cetera. Elke AMvB bevat een waterparagraaf, waarin ook regels staan
voor de behandeling van afvalwater. Verder maakt de minister van VROM
deel uit van de Milieuraad en houdt zich bezig met uitvoering van de
richtlijn stedelijk afvalwater
14. Wat zijn nu nog de problemen?
In vergelijking met de andere lidstaten van de Europese Unie heeft ons
land een prima afvalwatersysteem. Toch zijn er nog enkele problemen.
Omdat in meer dan de helft van de gevallen het regenwater samen met
het afvalwater wordt afgevoerd, loopt het rioolstelsel bij hevige
regen over via de zogenaamde overstorten. Een mengsel van afvalwater
en regenwater komt dan rechtstreeks in het oppervlaktewater en kan
daar voor ernstige verontreiniging zorgen. Het is de bedoeling dat in
2005 alle risicovolle riooloverstorten gesaneerd zijn. Een tweede zorg
betreft de panden die niet op de riolering zijn aangesloten, het
buitengebied. Ook hier zal het afvalwater zowel voor het milieu als
voor de volksgezondheid op een verantwoorde manier moeten worden
behandeld. Ten slotte mogen de kosten voor het hele systeem niet
onbeperkt blijven stijgen.
15. Wat houdt het ontwerpbesluit lozing afvalwater huishoudens in?
Dit nieuwe ontwerpbesluit, dat op 25 januari 2005 in de Staatscourant
is gepubliceerd, bevat algemene regels voor het lozen van afvalwater
door particulieren. Op dit moment is de regelgeving op dit gebied
nogal onoverzichtelijk. Een deel van de lozingen is geregeld in
algemene regels, die zijn vastgelegd in drie aparte besluiten.
Daarnaast is voor verschillende lozingen een vergunning of ontheffing
van het waterschap of de gemeente vereist. Als het nieuwe besluit van
kracht wordt, gaat dit allemaal veranderen. Alle regels voor
afvalwaterlozingen door huishoudens zijn dan samengebracht in één
besluit. En voor de meeste lozingen is geen vergunning of ontheffing
meer vereist. Om het besluit te downloaden, ga naar Wetten en regels
.
16. Welke bestaande regelgeving wordt vervangen door het nieuwe
besluit?
Op dit moment is de regelgeving voor lozingen door particulieren
geregeld in drie besluiten:
* Besluit Lozingsvoorschriften niet inrichtingen milieubeheer,
* Lozingenbesluit bodembescherming,
* Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater.
Het is de bedoeling dat het ontwerpbesluit, voor wat betreft lozingen
vanuit huishoudens,, deze drie besluiten gaat vervangen. Het nieuwe
ontwerpbesluit past dus prima in het streven van VROM om de
hoeveelheid regels voor burgers en bedrijven te verminderen.
17. Wat is de kern van het ontwerpbesluit?
Het ontwerpbesluit bevat algemene regels voor het lozen van afvalwater
door particulieren. De kern staat in artikel 2. Dat bepaalt dat
huishoudens geen vergunning of ontheffing nodig hebben om hun
afvalwater te lozen, zolang tenminste sprake is van 'normaal
huishoudelijk gebruik'. Maar wat is normaal? Het gaat dan over
bijvoorbeeld het afvalwater van de wc, keuken en badkamer, hemelwater
(regen, sneeuw, hagel), water dat gebruikt wordt voor het wassen van
de auto of het schoonspoelen van de vuilcontainer, grondwater dat
wordt verzameld en geloosd om grondwateroverlast te voorkomen, water
uit een zwembad in de tuin, dat ververst moet worden etc. Van niet
normaal huishoudelijk gebruik is bijvoorbeeld sprake bij hobbymatige
activiteiten, waarbij afvalwater vrijkomt dat - wat hoeveelheid en
samenstelling betreft - is te vergelijken met industrieel afvalwater.
In zo'n geval is dus nog wel een vergunning of ontheffing nodig.
18. Wat zegt het ontwerpbesluit over huishoudens die niet zijn
aangesloten op een riool (het zogeheten buitengebied)?
Voor mensen die in het buitengebied wonen en al een iba of
sceptic-tank hebben laten plaatsen, verandert er niets. Wie nog niet
zo'n voorziening heeft getroffen, krijgt te maken met het nieuwe
besluit, ook al wijken de nieuwe regels niet veel af van de bestaande.
Dat betekent dat je alleen in het oppervlaktewater of in de bodem mag
lozen als het afvalwater is gezuiverd. Bij lozing in de bodem is
bovendien een infiltratievoorziening vereist. Wat wel verandert is de
procedure: in principe hoeft men straks geen vergunning of ontheffing
meer aan te vragen voor nieuwe lozingen van huishoudelijk afvalwater,
daar gelden dan algemene regels voor.
Ook krijgt het waterschap meer ruimte om afwijkende voorzieningen toe
te staan, als dat tenminste geen nadelige gevolgen heeft voor de
kwaliteit van het oppervlaktewater. Zo kan een waterschap de ruimte
benutten om bijvoorbeeld kleinere dan de nu toegestane sceptic-tanks
toe te staan.
Ook kan het waterschap in kwetsbare gebieden besluiten om juist
strengere eisen te stellen aan de zuivering.
19. Wat staat er nog meer in het ontwerpbesluit?
Voor het lozen van de meeste gebruikelijke afvalwaterstromen stelt het
besluit geen concrete voorschriften. Wel geldt een zogenaamde
"vangnetbepaling" (artikel 3). Die geeft aan dat bij de lozing de
nadelige gevolgen voor de kwaliteit van de bodem en het
oppervlaktewater zoveel mogelijk moeten worden beperkt. Ook mag de
doelmatige werking van de riolering en afvalwaterzuivering niet worden
belemmerd. Zo mogen bijvoorbeeld verfresten niet worden geloosd, maar
moeten deze als klein chemisch afval worden afgevoerd.
* Het bevoegd gezag (gemeente of waterschap, afhankelijk of de
lozing op riolering, bodem of oppervlaktewater plaatsvindt) dat
verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het oppervlaktewater,
kan nadere eisen stellen om de vangnetbepaling te concretiseren
(artikel 3, tweede lid). Neem bijvoorbeeld een huis waarvan het
dak gemaakt is van onbehandeld metaal. Door uitloging kan dan bij
regen milieuschade ontstaan. Het waterschap kan in zo'n geval een
maatregel voorschrijven waardoor ofwel de uitloging beperkt wordt,
ofwel de uitgeloogde stoffen worden tegengehouden.
* Er geldt een meldingsplicht voor nieuwe lozingen van huishoudelijk
afvalwater in de bodem of in het oppervlaktewater (artikel 11).
* Vanaf 1 januari 2009 is het verboden om toiletwater afkomstig van
pleziervaartuigen te lozen in oppervlaktewater (artikel 14).
20. Wanneer wordt het ontwerpbesluit definitief?
Het ontwerpbesluit is op 25 januari 2005 gepubliceerd in de
Staatscourant. Iedereen heeft daarna zes weken de tijd om te reageren.
Na verwerking van de reacties gaat het ontwerpbesluit voor advies naar
de Raad van State. Als er geen grote vertragingen optreden, kan het
besluit in het najaar van 2005 in werking treden. Tot die tijd gelden
de huidige regels.
21. Wanneer moet de sanering van het huishoudelijk afvalwater in het
buitengebied zijn afgerond?
Op basis van de bestaande regelgeving had de sanering per 1 januari
2005 moeten zijn voltooid. Mede door introductie van de verbrede
gemeentelijke zorgplicht (zie de betreffende Kamerstukken
en de Handreiking Afvalwater Buitengebied
onder Publicaties ) hebben de beide
betrokken staatssecretarissen van VROM en Verkeer en Waterstaat de
partijen die zich met de uitvoering bezig houden wat meer tijd willen
bieden. Staatssecretaris Van Geel heeft in een brief van 10 februari
2005 aan het Interprovinciaal Overleg (zie Publicaties
) laten weten dat hij ervan uitgaat dat
het overgrote deel van de sanering in 2005 plaats zal vinden met een
kleine uitloop in 2006. In de loop van 2005 wordt een
monitoringsonderzoek uitgevoerd om een goed beeld te verkrijgen van de
werkelijke stand van zaken rond de uitvoering van de sanering.
22. Mogen pleziervaartuigen toiletwater lozen op oppervlaktewater?
Vanaf 1 januari 2009 is het verboden is om toiletwater afkomstig van
pleziervaartuigen te lozen in oppervlaktewater. Dat staat in het
Ontwerpbesluit lozing afvalwater huishoudens (zie Wetten en regels
) (artikel 14). Voor andere
(bedrijfsmatige) categorieën (recreatieve) schepen zoals chartervaart
en partyboten zal mogelijk in een later stadium een verbod komen.
Van zo'n 150.000 pleziervaartuigen wordt verondersteld dat zij een
vast toilet aan boord hebben. Veel van deze boten lozen het
toiletwater direct op het oppervlaktewater. Met deze vele kleine
lozingen komen veel ziekmakende bacteriën, onder andere uit onze
ontlasting, in het natuurzwemwater terecht. Jaarlijks lopen ongeveer
100.000 zwemmers een maagdarminfectie op.
In de periode tot aan 2009 zullen verschillende partijen zoals de
Hiswa en het Watersportverbond stimuleren dat boten die na 1 januari
2006 worden verkocht, over een opvangvoorziening beschikken. Afspraken
hierover zijn op 30 mei 2004 vastgelegd in het zogeheten
Vuilwaterconvenant. Daarnaast doen deze partijen ook een beroep op de
eigenaren van bestaande pleziervaartuigen om - vooruitlopend op de
nieuwe regelgeving - voorzieningen te treffen. Dit om de
gezondheidsrisico's voor andere waterrecreanten te verkleinen. Voor
informatie over maatregelen die u zelf kunt treffen, kijk op de site
van het Watersportverbond (http://www.knwv.nl
).
Sinds 1 oktober 2004 is het Besluit Jachthavens (zie Wetten en regels
) van kracht met daarin de richtlijnen
voor de exploitatie van jachthavenondernemingen. Daarin staat onder
andere dat jachthavens verplicht zijn tot het hebben van een
voorziening voor de opvang van huishoudelijk afvalwater, waaronder
toiletwater uit pleziervaartuigen.
23. Zijn jachthavens verplicht om afvalwater van vaartuigen in te
zamelen?
Pleziervaartuigen kunnen hun afvalwater niet rechtstreeks lozen op het
riool. Sinds 1 oktober 2004 is het Besluit Jachthavens van kracht
dat voorschriften bevat voor de (milieuvriendelijke) exploitatie van
jachthavenondernemingen. Die voorschriften hebben onder meer
betrekking op energiebesparing, afvalpreventie, veiligheid en hygiëne.
Maar ook op afvalscheiding en afvalwater. In het Besluit Jachthavens
staat dat jachthavens met meer dan 50 ligplaatsen (waaronder niet
begrepen ligplaatsen uitsluitend bestemd voor zogeheten open boten)
verplicht zijn om een voorziening te hebben voor de opvang van
huishoudelijk afvalwater, waaronder toiletwater uit pleziervaartuigen.
Op dit moment zijn er in Nederland 300 inzamelstations voor
vuilwatertanks en bij vrijwel iedere jachthaven is het mogelijk de
inhoud van een mobiel toilet te legen. Dit aantal afgiftepunten zal in
de toekomst alleen nog maar toenemen.
Waterschap Groot Salland