Persbericht
24 maart 2006
Nieuwe publicatie in project 'Gerede twijfel' UM
Recherche vuurwerkramp Enschede in de fout
De werkwijze van het rechercheteam dat de vuurwerkramp van Enschede onderzocht, heeft ertoe geleid dat er ondeugdelijk en zwak bewijsmateriaal aan de rechter is voorgelegd. Ook lijkt het team in zijn drang een veroordeling te bewerkstelligen de waarheidsvinding uit het oog te hebben verloren. Dat zijn enkele conclusies uit de nieuwe publicatie 'Dissidente rechercheurs in Enschede: Tegenspraak in de opsporing', die in het kader van het UM-project 'Gerede twijfel' verschenen is.
In het project 'Gerede twijfel' onderzoeken studenten en docenten van de UM gerechtelijke dwalingen. Deze laatste publicatie van de hand van Mr. Marcella de Maaré en prof. dr. Peter van Koppen.
'Twee rechercheurs uit het onderzoeksteam dat de ramp onderzocht, Jan Paalman en Charl de Roy van Zuydewijn, hebben kritiek geuit op de wijze van rechercheren. Zij zijn, kort gezegd, van oordeel dat het onderzoeksteam zo gericht was op de veroordeling van verdachte André de Vries dat de waarheidsvinding uit het oog is verloren. De rechercheurs uitten hun kritiek intern tegen de teamleiding, maar later is de kritiek openbaar geworden en heeft deze een rol gespeeld in het strafproces tegen André de Vries. In dit boek wordt onderzocht wat waar is en niet waar van de kritiek van de twee rechercheurs', aldus de achterflap van het nieuwe boek.
De Maaré en Van Koppen vonden gegevens die de kritiek van de twee rechercheurs deels bevestigen. Feiten die hun kritiek tegenspreken, hebben de twee onderzoekers niet kunnen vinden. Zo blijkt hun verhaal dat de officier van Justitie op grond van onjuiste informatie steeds de verlenging van de gevangenhouding van André de Vries vroeg, juist te zijn. Voor een deel van de kritiek is geen steun uit andere bron gevonden. De onderzoekers spreken in hun conclusie van 'een punt van zorg' over het ontbreken van een mechanisme dat voorkomt dat aan een rechtbank ondeugdelijk bewijs wordt voorgelegd, voortkomend uit een groter opsporingsonderzoek.
Mr. M. de Maaré studeerde Nederlands recht aan de Universiteit Maastricht en is momenteel werkzaam als advocaat bij Houben Advocaten in Breda.
Prof. dr. P.J. van Koppen is senior hoofdonderzoeker bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) te Leiden en hoogleraar Rechtspsychologie aan de Juridische Faculteiten van de Universiteit Maastricht en de Vrije Universiteit Amsterdam.
'Dissidente rechercheurs in Enschede, Tegenspraak in de opsporing' is verschenen bij Boom Juridische uitgevers, ISBN-nummer: 90-5454-673-5
Noot voor de pers:
Voor meer informatie over de inhoud van dit persbericht kunt u terecht bij Femke Kools, tel. 043 3885230, e-mail Femke.kools@ssc.unimaas.nl
De afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043 388 5222, e-mail pers@bu.unimaas.nl. Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06 4602 4992. De persberichten van de Universiteit Maastricht staan op internet: http://www.pers.unimaas.nl/