Kamerbrief inzake de Energy Week 2006 van de Wereldbank
De Voorzitter van de
Tweede Kamer derStaten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
|Directie Milieu en Water
Afdeling Milieu infrastructuur- en belasting
Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
| |
|Datum |24 maart 2006 |Behand|Ton van der Zon | | | |eld | | |Kenmer|DMW/IB - 250/06 |Telefo|070-348 6554 | |k | |on | | |Blad |1 |Fax |070-348 4303 | |Bijlag| |E-mail | |e(n) | |ton-vander.zon@minbuza.nl | |Betref|Energy Week 2006 van de Wereldbank | | |t | | | |C.c. | | | |De 'Energy Week 2006' van de Wereldbank (6-8 maart 2006) diende dit jaar als platform voor de internationale agenda voor energie en ontwikkeling. Zowel de Commissie voor Duurzame Ontwikkeling (CSD) als de G8 hebben momenteel een sterke focus op energie. De invalshoek van de 'Energy Week' was gericht op betrouwbare, betaalbare en milieu verantwoorde energie voor economische ontwikkeling.
Met mijn deelname aan de 'Energy Week' bouw ik voort op de Energy for Development conferentie 2004 (E4D) die door Staatssecretaris Van Geel en mij in Noordwijk werd georganiseerd. Op die conferentie werden acties geïdentificeerd om de rol van energie in economische ontwikkeling, het tegengaan van armoede en het behoud van het duurzaam milieu te versterken. Een Follow-up Group begeleidt het proces tot aan de CSD van 2007.
De Duurzame Ontwikkelingstop van 2002 (World Summit on Sustainable Development) in Johannesburg benadrukte de noodzaak van energie voor duurzame ontwikkeling en er werd een uitvoeringsplan inzake energie en duurzame ontwikkeling bekrachtigd waarin werd afgesproken het aantal mensen zonder toegang tot moderne energie uiterlijk in 2015 te halveren. De voortgang hiervan wordt besproken in de komende twee CSD-bijeenkomsten in mei 2006 en 2007.
In zijn openingspeech zag President Wolfowitz van de Wereldbank het als een uitdaging om de noodzakelijke energie behoeften van landen voor hun duurzame groei en armoedebestrijding te koppelen aan de bescherming van milieu. Milieuvervuiling maakt het moeilijker armoede te bestrijden. Schone energie-alternatieven worden steeds kostenefficiënter en komen daarmee binnen het bereik van ook ontwikkelingslanden.
In mijn speech benadrukte ik de uitkomsten van de E4D conferentie als uitdaging om de agenda's voor klimaat en voor energie voor ontwikkeling aan elkaar te koppelen en de noodzaak om nu actie te ondernemen. Energie is een voorwaarde voor het realiseren van de Millennium Ontwikkelings Doelen. Ik benadrukte het belang van concrete stappen en de noodzaak om duidelijke 'output targets' te hebben en te realiseren. Ik noemde in dat verband mijn doelstelling om tot 2015 10 miljoen mensen aan moderne energie te helpen. Tenslotte heb ik benadrukt dat er een veel betere samenwerking moet komen op landenniveau tussen ontwikkelingsorganisaties als Wereldbank en UNDP met name ook op het gebied van energie. Olieproducerende landen die hun inkomsten uit olie de laatste tijd sterk zien toenemen heb ik uitgedaagd om meer ontwikkelingslanden te helpen met hun 'Energy for Development' agenda. Richting het Forum voor Energie Ministers van Afrika (FEMA) heb ik aangegeven dat het een uitdaging is om duidelijke doelen te formuleren gericht op de energietoegang van hun armen.
Minister Bbumba van Oeganda, voorzitter van het FEMA, onderstreepte de energietekorten door de droogte in Oost Afrika en de gevolgen daarvan voor de economische ontwikkeling. Energie wordt in deze regio vooral opgewekt door waterkracht.
De inleidingen tijdens de 'Energy Week' waren gegroepeerd rond de thema's energiezekerheid, schone energie en klimaatvriendelijke economieën en energie voor groei en armoedebestrijding in Afrika. Als sleutelboodschap kwam hieruit de noodzaak naar voren van het versterken van de samenhang tussen energiezekerheid en duurzame ontwikkeling van ontwikkelingslanden.
De G8 besteedt thans veel aandacht aan energie. De grote ontwikkelingslanden, China, India, Brazilië, Mexico en Zuid Afrika worden hier nauw bij betrokken. Rusland, de huidige voorzitter, benadrukt vooral het thema energievoorzieningszekerheid. In de recente verklaring van de energieministers van de G8 wordt gesignaleerd dat de kloof in energieleveranties tussen de rijke landen en de ontwikkelingslanden een belangrijk aspect is van de wereldwijde energiezekerheid. De Wereldbank, een belangrijke speler op energiegebied in ontwikkelingslanden is gevraagd een 'Comprehensive Framework for Clean Energy, Climate Change and Sustainable Development' uit te werken. Voor de ontwikkelingsagenda met de toegang tot moderne energiediensten voor de armen is in de G8 agenda minder aandacht.
De inzet van de Follow-up Group van E4D is om in de CSD bij te dragen aan het ontwikkelen van een energieagenda met een goede balans tussen energietoegang, milieu en energiezekerheid en daarbij de knelpunten voor actie te identificeren. Er moet een sterke focus komen op acties op het nationale niveau en het creëren van een gunstig klimaat voor investeringen in zowel moderne energie als in duurzame energie. Ik zal daarbij pleiten voor een sterke nadruk op Sub Sahara Afrika (0,5 miljard mensen nog zonder toegang tot moderne energiediensten) en voor nauwgezette monitoring van de invulling van de acties. De Follow-up Group zal onder meer inzetten op een sterke samenhang tussen het CSD proces en het G8 proces.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
---- --