te Brussel, 23-24 maart 2006 , bijlage 2
Kamerbrief Europese Raad te Brussel, 23-24 maart 2006 , bijlage 2
The President of the European Parliament - Speeches Page 1 of5
23 MAART 2006
TOESPRAAK VAN DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT
VOOR DE EUROPESE RAAD
Dames en heren, staatshoofden en regeringsleiders,
In elk van de 6 jaren sinds de Europese Raad van Lissabon van maart 2000 is de economie in de eurozone met
minder dan 2% gegroeid.
Wij zijn nog lang niet de meest dynamische economie ter wereld.
De vooruitzichten lijken beter, maar in deze magere jaren zijn veel banen verloren gegaan. Het is dringend
noodzakelijk het verloren terrein goed te maken.
De burgers zullen zich alleen met het Europees project identificeren als de EUin staat is stimulansen te bieden
voor een duurzame en op solidariteit gebaseerde groei.
Daartoe zijn actievere en beter gecoördineerde hervormingen en beleidsvormen in Europees verband noodzakelijk.
Daartoe behoort het terrein van energie dat centraal staat in onze debatten.
Het Europees Parlement stelt met voldoening vast dat de herziening van de Europese strategie inzake groei en
werkgelegenheid, waartoe de Europese Raad in het afgelopen voorjaar de aanzet heeft gegeven, concreet gestalte
heeft gekregen in de vorm van nationale actieplannen.
Dit is een belangrijke stap voorwaarts, maar op zich niet voldoende.
Belangrijk omdat de bevoegdheden tussen het nationale en het Europese niveau worden verduidelijkt. Wij
beginnen nu de tekortschietende nationale en sociale toepassingsmogelijkheden van deze strategie te corrigeren
en meer begrip te krijgen voor de toegevoegde Europese waarde ervan.
Zou dit niet het geval zijn, dan zou U hier in de Europese Raad nu niet discussiëren over beleidsvormen die voor
het grootste deel onder de nationale bevoegdheid vallen.
Deze stap is echter ook onvoldoende, omdat dit nog steeds meer lijkt op een louter indicatief "business plan" dan
op een project voor de Europese samenleving.
In de nationale hervormingsplannen ontbreekt het aan kwantitatieve doelstellingen en concrete middelen om deze
te verwezenlijken. Slechts 11 van de 25 lidstaten zijn bereid een nationale vertegenwoordiger voor de Europese
strategie inzake groei en werkgelegenheid aan te wijzen.
Niet alleen onvoldoende, maar ook onsamenhangend, aangezien de verplichtingen op de actieterreinen die de
Commissie prioritair acht, niet verenigbaar zijn met het voorstel inzake de financiële vooruitzichten voor 2007-
2013.
De Commissie heeft haar bezorgdheid uitgesproken over de kortingen op de begroting die betrekking hebben op
programma's die van fundamenteel belang zijn voor de strategie:
- onderzoek en ontwikkeling: 20 miljard euro
- innovatie: 1 miljard euro
- onderwijs en beroepsopleiding: 50% minder - KMO's:40% minder
- energie: geen extra kredieten
- externe maatregelen: 21% minder
- trans-Europese netwerken: duidelijk onvoldoende, enz.
Aangezien een en ander niet in overeenstemming is met de doelstellingen die Uzelf hebt voorgesteld, heeft het
Europees Parlement uw voorstel met grote meerderheid verworpen.
http://www.europar1.eu.int/president/speeches/nl/files/sp0087.htm 27-3-2006
- -- - -- --- ----
The President of the European Parliament -Speeches Page 2 of5
Het EPheeft het voorstel echter wel geaccepteerd als basis voor interinstitutionele onderhandelingen.
Bij deze onderhandelingen is niet veel vooruitgang geboekt. Er moet nog een laatste trialoogvergadering worden
gehouden, maar er blijven grote verschillen bestaan wat betreft de flexibiliteit en de middelen die nodig zijn voor
bepaalde uitgaventerreinen van bijzonder Europees belang.
Wij hechten hier zoveel belang aan, omdat wij worden geconfronteerd met een geloofwaardigheidsprobleem:de
EUstelt voortdurend nieuwe doelstellingen en nieuwe actieterreinen voor, zowel op het gebied van het interne
beleid - bijv. onderzoek of energie - als in haar rol als wereldspeler - zonder echter de middelen uit te trekken om
de doelstellingen te verwezenlijken.
Dames en heren, staatshoofden en regeringsleiders,
Ik zou Uwillen verzoeken verdere teleurstelling over het Europees project te voorkomen. Laten we geen nieuwe
verwachtingen creëren waaraan we niet kunnen voldoen en laten we komen tot een overeenkomst die ons in staat
stelt te beantwoorden aan de verwachtingen die we reeds hebben gewekt.
Ik herinner eraan dat een tussentijdse herziening van de financiële vooruitzichten door het Europees Parlement
moet worden goedgekeurd.
Dames en heren, staatshoofden en regeringsleiders,
Het Europees Parlement acht de voltooiing van de interne markt en het vrij verkeer van kapitaal, goederen,
personen en diensten van fundamenteel belang.
Het EPis daarom verheugd over het recente besluit van een aantal lidstaten om af te zien van het moratorium
voor het vrij verkeer van werknemers en de nieuwe lidstaten.
Het EProept de lidstaten die dit nog niet hebben gedaan op zich hier zo spoedig mogelijk bij aan te sluiten.
Daarnaast is het EPer na langdurige discussies in geslaagd de gemoederen rond de voorgestelde dienstenrichtlijn
te kalmeren.
Veel van de misverstanden rond het project zijn opgehelderd. Sommige lidstaten zagen in de richtlijn een
mogelijkheid om hun concurrentievermogen op de interne markt te verbeteren, terwijl anderen hierin een risico
van sociale dumping zagen. Het debat werd overschaduwd door de verwarring tussen dienstverlening en
permanente vestiging.
Het Parlement is erin geslaagd een compromis te vinden door het toepassingsgebied van de richtlijn te beperken,
het controversiële land van oorsprongbeginsel af te schaffen, politieke consensus te creëren en een confrontatie
tussen oude en nieuwe lidstaten te voorkomen.
De Commissie dient thans een herzien voorstel aan de Raad voor te leggen.
Ik verzoek Ueen dergelijke gedetailleerd uitgewerkte overeenkomst niet te verwerpen, aangezien deze het
mogelijk maakt een interne markt voor diensten te creëren waarbij de sociale stelsels van de listaten worden
geëerbiedigd.
Het EPwenst tevens dat de strategie inzake groei en werkgelegenheid het evenwicht tussen
concurrentievermogen en sociale dimensie nauwgezet eerbiedigt.
Dit evenwicht is absoluut noodzakelijk om de instemming van de burgers te verkrijgen en het diep in de Europese
samenleving gewortelde probleem van de armoede die 15% van de bevolking treft, aan te pakken, een
doelstelling die vrijwel uit de voorstellen van de Commissie is verdwenen.
De combinatie van flexibiliteit en veiligheid is van groot belang bij de bestrijding van het sterke gevoel van
onveiligheid -realiteit voor de een, vrees voor de ander - dat veel Europeanen ondervinden.
Hervormingen worden vaak gezien als een alibi voor lagere lonen en geringere baanzekerheid. Deze situatie kan
ertoe leiden dat men in zichzelf keert, hetgeen in strijd is met de nagestreefde doelstellingen inzake openheid en
aanpassing aan de wereld.
Maatregelen ter verbetering van de baanzekerheid via opleidingsprogramma's moeten in de eerste plaats ten
goede komen aan minder gekwalificeerde werknemers.
Uit de verslagen van de Commissie blijkt echter dat dit niet het geval is. Het percentage ondergekwalificeerde
werknemers dat aan deze programma's deelneemt bedraagt nauwelijks 45% en ligt in sommige lidstaten onder de
20%.
U staat op het punt een zeer belangrijk voorstel van het Oostenrijkse voorzitterschap en de Commissie bespreken,
nl. dat elke jongere in 2007 een baan, stage of een opleidingsprogramma wordt aangeboden met het oog op de
http://www.europarl.eu.int/president/speeches/nl/files/sp0087.htm 27-3-2006
The President of the European Parliament -Speeches Page 3 of 5
integratie op de arbeidsmarkt.
Als we één doelstelling zouden moeten onthouden uit Uwconclusies, die soms te lang zijn om gemakkelijk te
worden begrepen, laat het dan deze doelstelling zijn. Het is echter niet genoeg om dit alleen te verklaren: wij
hebben al genoeg "wishfull thinking". Het is van belang dat U aangeeft hoe en binnen welke termijn deze
doelstelling kan worden verwezenlijkt en hoe U de door de lidstaten behaalde resultaten zult controleren.
Uzult zich de bijeenkomst van de Europese Raad in Barcelona in 2002 herinneren. Ter bevordering van het
geboortecijfer werd daar afgesproken het aantal opvang plaatsen voor kinderen onder de 3 jaar met 33% te
verhogen en het aantal opvang plaatsen voor kinderen tussen 3 jaar en de leerplichtige leeftijd te verdubbelen.
Wat is er met deze belofte gebeurd? Weet iemand dat? Herinnert iemand zich ten minste deze doelstellingen?
Laten we ervoor zorgen dat niet hetzelfde gebeurt met even prijzenswaardige doelstellingen die - snel weer in de
vergetelheid geraakt - de scepsis bij de Europeanen alleen maar groter maken.
Dames en heren, staatshoofden en regeringsleiders,
Het EPis van mening dat economische groei een passend macro-economisch kader nodig heeft. Daarom wenst het
dat er een einde komt aan gefragmenteerde groeistrategieën en pleit het voor een betere coördinatie van het
economisch, begrotings- en fiscaal beleid.
We moeten ervoor zorgen dat de grondslagen van de sociale cohesie niet worden ondermijnd door fiscale
concurrentie tussen de lidstaten.
Bovendien moeten de burgers in staat zijn de besluitvormingsregels van de EUte begrijpen.
Hoe wiltU dat de burgers begrijpen dat de vaststelling van het BTW-percentage voor niet exporteerbare goederen
zoals restaurantdiensten of de bouw unanimiteit tussen de lidstaten vereist, terwijl de directe belastingheffing, een
factor dievan cruciaal belang is voor het regionale concurrentievermogen, een zaak is voor elke lidstaat zonder
dat de EUhierover iets te zeggen heeft?
Gezien de vergrijzing van de bevolking en de demografische uitdaging onderstreept het Parlement het bijzondere
belang van het immigratiebeleid. Bij de vaststelling van de strategie voor groei, werkgelegenheid en sociale
cohesie moet hier terdege rekening mee worden gehouden.
Hoe staat het zeven jaar na Tampere (1999) en vier jaar na Sevilla met het Europees immigratiebeleid dat we
volgens u zo hard nodig hadden?
Niet zo best. In feite heeft Europa nog altijd geen immigratiebeleid. We bieden het hoofd aan migraties waarvan
de gevolgen tot over onze grenzen reiken zolang de JBZ-Raad geen besluiten neemt.
Immigratie - de komst van migranten in onze landen - moet samengaan met integratie in de landen van
bestemming en ontwikkelingssamenwerking met de landen van herkomst. Het zou een ernstige misrekening zijn
als het vraagstuk alleen maar werd bekeken vanuit een veiligheidsoptiek of met het streefdoel de
vergrijzingsproblematiek in onze landen op te lossen.
Evenmin kunnen wij de landen aan de zuidkant van de Middellandse Zee, de doorgangslanden of de landen waar
de immigranten het eerst aankomen dit probleem alleen laten oplossen.
Het probleem neemt steeds nijpender en dramatischer vormen aan. In een tijdsbestek van 45 dagen zijn er tussen
de 1200 en 1700 immigranten in gammele bootjes verdronken in de Atlantische Oceaan tussen Mauretanië en de
Canarische Eilanden zonder de kusten van het Europese eldorado ooit te bereiken.
De Unie moet gewapend met een goed beleid de strijd aangaan met de nieuwe slavenschepen van onze tijd.
Dames en heren staatshoofden en regeringsleiders,
Op de Europese Raad in Hampton Court bent u met het idee gekomen van een Europees energiebeleid.
Sindsdien heeft de Russich-Oekraïense gascrisis duidelijk gemaakt hoezeer wij afhankelijk zijn van energie.
De Europeanen zijn zich bewust geworden van hun kwetsbaarheid op dit vlak en de overnamebiedingen en de
tegenbiedingen hebben aan het licht gebracht dat de strategische dimensie van energie wordt gezien als een
kwestie van nationale soevereiniteit.
Het Groenboek van de Commissie staat thans ter discussie. We moeten snel handelen!
Het energievraagstuk brengt alle tegenstellingen in de Unie aan de oppervlakte.
Hoe kunnen we de soevereiniteit van de lidstaten rijmen met de absoluut noodzakelijke gemeenschappelijke
aanpak van de problemen?
http://www.europarl.eu.int/president/speeches/nl/files/sp0087.htm 27-3-2006
The President of the European Parliament -Speeches Page 4 of5
Watstaat onste doen?
In de eerste plaats moeten we energie gaan beschouwen als wezenlijk onderdeel van het extern beleid van de
Unie. Het Parlement is hier een fervant voorstander van: zo kan de energievoorziening worden veiliggesteld.
Er moeten spijkers met koppen worden geslagen om de energie-efficiëntie te verbeteren omdat daardoor 20% op
het verbruik kan worden bespaard. Om dit doel te kunnen halen, moet er echter veel veranderen, op prijsgebied
maar ook in onze gewoonten.
Ook moeten we van gedachten wisselen over de samenstelling van de "energy mix", een zaak die bijzonder
gevoelig ligt in het kader van de nationale soevereiniteit.
Volgens het Europees Parlement is een veilige energievoorziening op lange termijn onmogelijk zonder de inzet van
hernieuwbare energiebronnen. Onze technologische capaciteiten op dit gebied moeten worden aangewend om de
opkomende landen die de wereldenergiekaart kunnen wijzigen verder te ontwikkelen.
Het Parlement erkent ook de rol van kernenergie in het kader van een veilige elektriciteitsvoorziening.
Kernenergie draagt weliswaar bij aan de reductie van de C02-uitstoot, maar stelt ons ook voor andere
milieuproblemen. Laten we hierover zonder taboes van gedachten wisselen.
Het energievraagstuk stelt ons voor een cruciaal probleem: in feite bestaat er geen energiebeleid op Europese
schaal maar slechts een mededingingsbeleid dat wordt toegepast op de energiesector.
Dit mededingingsbeleid is van toepassing op een niet-geïntegreerde markt waarin geen grensoverschrijdende
interconnecties bestaan en de liberalisering van de elektriciteitssector niet de verwachte resultaten oplevert.
De consumenten profiteren niet van lagere prijzen noch van een betere kwaliteit. De Europese economie als
geheel heeft niet de vruchten geplukt van meer concurrentie of prijsdalingen.
De oude monopolies blijven de markt domineren, de grensoverschrijdende concurrentie stelt niets voor, de nieuwe
spelers op de markt krijgen niet de nodige doorvoercapaciteit voor gas en elektriciteit, de interconnecties zijn
ontoereikend en de grootverbruikers zitten vaak vast aan langlopende contracten die vóór de liberalisering zijn
afgesloten.
Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat op de Europese markt een nationalistische strijd wordt
uitgevochten tussen landen die energie beschouwen als een nationaal strategisch probleem.
Het Parlement heeft met overweldigende meerderheid zijn bezorgdheid uitgesproken over de defensieve en
protectionistische maatregelen van de regeringen tegen het vrij verkeer van kapitaal en het recht van vestiging.
Het Parlement heeft de Commissie dan ook gevraagd om pal te staan voor de interne markt en de energiesector
en de financiële sector te verdedigen.
De Commissie wil meer concurrenten om de concurrentie te bevorderen. Feit is evenwel, of we dat nu leuk vinden
of niet, dat de fusies zullen doorgaan.
De vraag is dan of deze fusies op nationale of internationale schaal zullen plaatsvinden en op welk niveau
regelgeving moet worden vastgesteld.
Welke rol kan de concurrentie spelen in de elektriciteitssector en wat is de rol van de openbare dienstverlening
daarin?
Vandaag opent u een debat dat van vitaal belang is voor de toekomst van Europa. Het Parlement zal hier actief
aan deelnemen want voor een Europees energiebeleid is veel politieke energie nodig.
***
Ik kan deze toespraak niet afronden zonder iets te zeggen over het Midden-Oosten, in mijn hoedanigheid van
voorzitter van de Euromediterrane Parlementaire Assemblee (EMPA)die eind deze week in Brussel bijeen komt.
Dames en heren staatshoofden en regeringsleiders,
Onze mislukking om vorderingen te maken in ons partnerschap met de Middellandse-Zeelanden heeft de weg vrij
gemaakt voor alle voorvechters van een "botsing der beschavingen". Als we afgaan op de stembusuitslagen in de
Arabische wereld in de afgelopen maanden, dan geloven velen in Palestina, Egypte en Irak, en weldra misschien
ook in andere landen, in een dergelijke "botsing".
De verklaring van het presidium van de EMPAvan 6 februari jl. was de eerste gemeenschappelijke verklaring over
de cartooncrisis en heeft bewezen dat de Euromediterrane Assemblee een nuttig instrument is voor dialoog en
samenwerking.
In dezelfde context hebben de terugtrekking van de internationale waarnemers en de latere aanval op de
http://www.europar1.eu.int/president/speeches/nI/files/sp0087.htm 27-3-2006
The President of the European Parliament -Speeches Page 5 of 5
gevangenis in Jericho, waardoor president Abbas niet in de gelegenheid was om het Europees Parlement toe te
spreken, de islamisten in de regio nog meer voer gegeven voor hun ideeën.
Aanstaande maandag zullen parlementsleden uit Europa en de regio alles in het werk stellen om de dialoog op
gang te houden. Wildit kans van slagen hebben, dan zullen de kortingen op het budget voor de MEDAprogramma's
ongedaan moeten worden gemaakt. Barcelona 2005 heeft het beeld achtergelaten van een
partnerschap zonder partners. Deze kortingen zouden wel eens een einde kunnen maken aan de
geloofwaardigheid van het Euromediterrane proces.
Voldoende steun van de Raad en de Commissie zou hier dan ook meer dan welkom zijn en zal de
interinstitutionele samenwerking tussen Parlement en Raad ten goede komen.
Ik dank u voor de gelegenheid die u mij geboden heeft om u toe te spreken en ik wens u alle succes bij uw
werkzaamheden.
http://www.europarl.eu.int/president/speeches/nl/files/sp0087.htm 27-3-2006
Klik hier om het originele pdf- document te openen
Zie het origineel
Ministerie van Buitenlandse Zaken