De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Ons kenmerk W&B/SFI/06/22380
Datum 23 maart 2006
Onderwerp
Via deze brief wil ik u informeren over mijn besluit ten aanzien van de financiering van
intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de overwegingen die hebben geleid tot dit
besluit. De VNG is 15 maart jl van dit besluit op de hoogte gesteld.
Met de Wet werk en bijstand (WWB) hebben gemeenten een grotere vrijheid en financiële
verantwoordelijkheid gekregen voor de uitvoering van de bijstand. Ook de rol van de
gemeenteraad is belangrijker geworden: deze raad stelt de kaders vast voor de WWB, en
controleert de uitvoering hiervan door de gemeente. Samenwerking tussen gemeenten kan
bijdragen aan doelmatiger en doeltreffender uitvoering van de WWB. Ik ben dan ook
voorstander van samenwerking en bied gemeenten hiertoe ondersteuning in het kader van de
stimuleringsregeling voor samenwerking, waar op dit moment 187 gemeenten gebruik van
maken.
Gemeenten kunnen voor de uitvoering van de WWB zelf kiezen welke samenwerkingsvorm
zij wensen. Gemeenten kunnen ook samenwerken in een gemeenschappelijke regeling in de
vorm van een openbaar lichaam met volledige overdracht van bevoegdheden en
verantwoordelijkheden. Dat kan op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). In
dat geval bestaat het risico dat de individuele gemeenten die deelnemen aan het
samenwerkingsverband meer op afstand komen te staan. De huidige wijze van financiering -
waarin deze vorm van samenwerking rechtstreeks één budget overgemaakt krijgt voor de
bijstand - versterkt die afstand.
Ik hecht er aan de betrokkenheid van de individuele gemeenten bij de uitvoering te
waarborgen. Om dit te realiseren heb ik besloten om vanaf 1 januari 2007 elke gemeente haar
eigen budget te geven, dat zij zelf kan inbrengen in het samenwerkingsverband. Op die manier
is beter gegarandeerd dat het college van B&W, de verantwoordelijke wethouder en de
gemeenteraad meer betrokken zijn bij de uitvoering van de WWB en daarop meer invloed en
controle blijven uitoefenen.
Ons kenmerk W&B/SFI/06/22380
Door iedere gemeente een eigen budget te geven, ontstaat er geen onzekerheid meer over de
omvang van het budget als gemeenten gaan samenwerken. Bij de huidige financiering van
samenwerkingsverbanden bestaat deze onzekerheid wel, omdat gemeenten door deze vorm
van samenwerking meestal te maken krijgen met een overgang van een historisch bepaald
budget naar het objectief verdeelmodel.
Bijkomend voordeel van deze nieuwe wijze van financiering is dat de verdelende werking van
het verdeelmodel verbeterd wordt. Dit blijkt uit een onderzoek van APE in het kader van het
onderhoudstraject voor de verdeelmodellen WWB, dat ik u binnenkort aanbied.
Ook bij de verantwoording van de besteding van het budget moet duidelijk zijn wat de
resultaten van de individuele gemeenten zijn. De verantwoording moet dus zijn uitgesplitst
naar de individuele gemeenten en voorzien zijn van een oordeel van de afzonderlijke
gemeenteraden. De lichte toename van de administratieve lasten die dit met zich meebrengt
valt in het niet bij het belang dat de verantwoordelijke wethouder en de lokale politiek hun rol
kunnen waarmaken.
Dit besluit zal nog formeel geregeld worden via een bepaling in de wet. Deze wetswijziging
zal zo spoedig mogelijk aan u worden voorgelegd.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid