Date : 22 March 2006
Sender Name: Rekenhof- Cour des comptes
Een bijzondere regeringscommissaris zal de DOSZ hervormen
22 maart 2006 - Het Rekenhof heeft in zijn audit over de leefbaarheid en de toekomstperspectieven van de overzeese sociale zekerheid de omvang blootgelegd van de financiële lasten die dat facultatieve socialezekerheidsstelsel voor de Staat genereert. De toezichthoudende ministers van de DOSZ zijn het eens met alle aanbevelingen die het Rekenhof had geformuleerd. Er zal een bijzondere regeringscommissaris worden aangesteld om de hervorming van dat stelsel op de sporen te zetten en te begeleiden.
Het stelsel van de overzeese sociale zekerheid is in 1963 opgericht. Het wordt beheerd door de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ). Het is een facultatief stelsel waarbij iedereen die een beroepsactiviteit uitoefent buiten de Europese Economische Ruimte kan aansluiten, ongeacht zijn nationaliteit. Het stelsel zorgt bovendien voor de financiering van de rechten en verplichtingen van de sociale zekerheid van de gewezen kolonialen.
Het stelsel is op dit moment een kapitalisatiesysteem, maar het bezit geen activa om de wiskundige reserves te dekken. De regering heeft immers al verscheidene jaren de toelagen waarin de wet voorziet niet meer gestort. Op die manier zag de DOSZ zich verplicht zijn kapitaal te gebruiken om de sociale prestaties te betalen.
In zijn audit heeft het Rekenhof de belangrijkste specifieke kenmerken van dat stelsel en de voorwaarden om het stelsel leefbaar te houden, onderzocht.
Het stelsel van de overzeese sociale zekerheid is een tweeslachtig systeem dat de voordelen van een repartitiestelsel (vakantiegeld, indexering, ...) koppelt aan die van een kapitalisatiestelsel gebaseerd op gestorte bijdragen. De verzekerden ontvangen dus veel ruimere voordelen dan in een zuiver kapitalisatiestelsel. De sociale prestaties zijn daarenboven soms beduidend voordeliger dan die van de sociale zekerheid van de werknemers.
Het stelsel brengt aanzienlijke uitgaven teweeg. Die uitgaven komen hoofdzakelijk ten laste van de Staat. Zo is de tegemoetkoming van de Staat in 2004 opgeklommen tot 279,7 miljoen euro , d.w.z. 86 % van de uitgaven voor sociale prestaties van de DOSZ.
Het Rekenhof heeft een aantal bezuinigingsmaatregelen aanbevolen. Eén daarvan is dat de rentevoet voor de berekening van de renten van de DOSZ (4,25 %) in overeenstemming moet worden gebracht met de rentevoet die de privélevensverzekeringssector momenteel hanteert (3,75 %). Het beveelt ook aan dat het mechanisme van de herwaardering van de bijdragen, dat bij de berekening van de renten wordt gebruikt om de munterosie te bestrijden, een minder grote financiële impact zou hebben. Dat mechanisme wordt immers maar gedeeltelijk toegepast in de privéverzekeringssector (winstdeelname).
Anderzijds pleit het Rekenhof er voor dat men systematisch zou nagaan of de verzekerden wel voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de prestaties geneeskundige verzorging van de DOSZ. Daarnaast zouden de individuele contracten voor geneeskundige verzorging van de DOSZ, die zonder wettelijke grondslag zijn gesloten, moeten worden afgeschaft.
De DOSZ zou ook moeten stoppen met het toekennen van hypothecaire leningen aan aangeslotenen en aan zijn personeel, aangezien de kosten daarvan volledig ten laste van de Staat vallen.
Het Rekenhof vestigt er in het bijzonder de aandacht op dat het stelsel voor alle nationaliteiten openstaat, zonder dat er enige band met België moet bestaan en zonder dat er sprake van expatriëring moet zijn. Dat heeft de bestaansreden van het stelsel veranderd, met het risico dat de uitgaven gaan stijgen. Daarom, en ook omdat voortaan vooral de overheid instaat voor de financiering van de overzeese sociale zekerheid, moet het toepassingsgebied van het stelsel worden geherdefinieerd in die zin dat er een band met België moet worden aangetoond.
Gelet op de specifieke kenmerken van het stelsel van de overzeese sociale zekerheid, dat een facultatief stelsel is dat in hoofdzaak op de kapitalisatie is gebaseerd, beveelt het Rekenhof aan uitgebreid na te gaan of dat stelsel verenigbaar is met de Europese regels van vrije concurrentie.
De minister van Sociale Zaken en de minister van Pensioenen zijn het eens met de aanbevelingen van het Rekenhof. Ze verbinden er zich toe op korte termijn het toepassingsgebied van het stelsel te herdefiniëren en de technische rentevoet voor het berekenen van de renten te verminderen. De vaststelling van het recht op pensioen en de berekening daarvan zullen opnieuw worden onderzocht in het licht van de financieringsproblematiek. Ze kondigen aan dat een bijzondere regeringscommissaris zal worden aangesteld om het stelsel van de overzeese sociale zekerheid te hervormen. Die zal ook moeten onderzoeken of het stelsel verenigbaar is met het Europees recht. Om hun verbintenissen concreet uit te werken, zullen de ministers vóór de zomer een nota aan de Ministerraad voorleggen die de richting van het stelsel van de overzeese sociale zekerheid voor de komende jaren zal bepalen.
----------------------------
Informatie voor de pers
Het Rekenhof controleert de openbare financiën van de federale Staat, de gemeenschappen, de gewesten en de provincies. Het draagt bij tot de verbetering van het overheidsbeheer door nuttige en betrouwbare informatie die voortvloeit uit een tegensprekelijk onderzoek, toe te zenden aan de parlementaire vergaderingen, aan de beheerders en aan de gecontroleerde diensten. Als collaterale instelling van het parlement werkt het Rekenhof onafhankelijk ten opzichte van de overheden die het controleert.
Het verslag Leefbaarheid en perspectieven van de overzeese sociale zekerheid is bezorgd aan het federaal Parlement. Het integrale verslag (36 p.), de samenvatting (2 p.) en dit persbericht zijn beschikbaar op www.rekenhof.be
Contactpersoon:
Karl Hendrickx
Cel Federale Publicaties
02 551 89 90
URL:
Picture: (None)
Attachments: (None)
Translations: