WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : VD. 2006/800
datum : 22-03-2006
onderwerp : Het vaccineren van de pluimveestapel
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van het lid mevrouw Van
Velzen (SP) over het vaccineren van de pluimveestapel.
1
Wat is uw mening over het vervolg van het betoog van de heer De Jong
dat, om verspreiding van het vogelgriepvirus te voorkomen, niet alleen
de commerciële uitloopkippen gevaccineerd moeten worden, maar de hele
pluimveestapel?
Een totale vaccinatie is nu niet haalbaar, vooral om praktische
redenen. Ten eerste vanwege de uitvoerbaarheid; met het vaccin dat
momenteel wordt toegepast, moet elk afzonderlijk dier tweemaal worden
ingespoten met enkele weken tussentijd. Ten tweede vanwege de kosten;
het vaccineren is erg arbeidsintensief en dus duur. Dat kan de sector
gelet op haar financiële draagkracht niet opbrengen. Tot slot leidt
het vaccineren van andere dieren dan nu binnen EU-verband is
toegestaan onmiddellijk en onvermijdelijk tot een exportstop.
De EU-lidstaten hebben besloten tot een gezamenlijke strategie die
erop gericht is te voorkomen dat het virus wordt geïntroduceerd bij
gehouden vogels. Daartoe wordt het vóórkomen van vogelgriep in de
wilde vogelpopulaties intensief gemonitord en in getroffen gebieden
worden zo mogelijk maatregelen getroffen die een verdere verspreiding
zoveel mogelijk tegengaan. Verder zijn aan alle pluimveehouders
vergaande preventieve maatregelen opgelegd. Die moeten de kans van
overdracht van een eventueel aanwezig griepvirus op de gehouden vogels
tot een minimum reduceren.
Een eventuele overstap op vaccinatie van de hele pluimveestapel kan
alleen worden gedaan na overleg en in overeenstemming met de andere
lidstaten. Om zo'n stap bij de andere lidstaten te kunnen bepleiten,
moeten de praktische bezwaren die nu nog aan de vaccinatie kleven,
zijn weggenomen. Er moet daarom ten minste uitzicht zijn op een vaccin
dat geschikt is om grote hoeveelheden pluimvee routinematig te
vaccineren. Een dergelijk vaccin is in ontwikkeling en het kan nog
enige jaren duren voordat het beschikbaar is.
Bovendien moet het aannemelijk zijn dat het grootschalig gebruik van
zo'n vaccin niet zal resulteren in een sluimerend bestaan van het
virus. Met name dit laatste punt is een punt van zorg bij diverse
lidstaten waardoor het communautaire draagvlak momenteel nog
onvoldoende groot is.
2
Heeft u overwogen om in Europees verband totale vaccinatie van de
pluimveesector te bepleiten? Zo ja, hoe liggen de verhoudingen in
Europa als het om totale vaccinatie gaat? Zo neen, kunt u aangeven
waarom niet? Kunt u specifiek ingaan op de voor- en de nadelen van
totale vaccinatie?
Zie mijn antwoord op vraag 1.
3
Is het waar dat rond de Gelderse Vallei en rond de Peel zelfs de beste
bestrijdingsmaatregelen een uitbraak van vogelgriep en een massale
ruiming niet kunnen voorkomen?
Zo ja, bent u van mening dat het houden van pluimvee in zulke grote
dichtheden houdbaar is met een toekomst waarin we rekening moeten
houden met vogelgriep als endemisch verschijnsel? Zo ja, bent u bereid
maatregelen te nemen om de pluimveestapel te verkleinen en te
spreiden? Zo neen, waarom niet?
Mathematische modellen geven aan dat een uitbraak in de Gelderse
Vallei of de Peel lastig te bestrijden is vanwege de grote dichtheid
van pluimvee aldaar. Om die reden wordt nu dan ook maximaal ingezet op
het vóórkomen van de introductie van het virus bij gehouden vogels.
Mocht blijken dat de grote pluimveedichtheid in deze gebieden een
effectieve preventie van grootschalige uitbraken van dierziektes in de
weg zit, dan verwacht ik van de sector zelf initiatieven om daarin
verandering te brengen. Ik zal bezien of ik deze kan ondersteunen
binnen het bestaande overheidsinstrumentarium. Indien de sector dat
initiatief dan niet neemt, kan ik bezien of er ondanks de praktische
bezwaren toch mogelijkheden zijn om vaccinatie op grotere schaal voor
te schrijven. Daarvoor moet dan wel het internationale draagvlak voor
vaccinatie in de komende tijd gaan toenemen.
4
Bent u bereid deze vragen gezien de huidige ontwikkelingen rond de
vogelgriep met spoed te beantwoorden?
Ja.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit