Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
Reactie CCV op onderzoek slagsleutel
Titel
Reactie CCV op onderzoek slagsleutel
Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) heeft
kennis genomen van het onderzoek door de Consumentenbond naar de
slagsleutelmethode. Deze methode zou eenvoudig toepasbaar zijn op
cilindersloten. Hiermee zou kunnen worden ingebroken zonder dat er
sporen van inbraak zichtbaar zijn. De Consumentenbond beveelt het CCV
aan om de toepassing van cilindertypes die niet slagsleutelveilig zijn
uit het Politiekeurmerk Veilig Wonen te halen. Daarnaast zou bij
nieuwbouwprojecten die onder het Politiekeurmerk Veilig Wonen worden
gebouwd slagsleutelvrije cilinders moeten worden gebruikt.
Het CCV is verheugd dat de slagsleutelmethode is onderzocht. Als
beheerder van het Politiekeurmerk Veilig Wonen is het CCV
verantwoordelijk voor de kwaliteit van het keurmerk. De uitvoering
gebeurt door certificatie-instellingen die hiervoor een licentie van
het CCV hebben en door bedrijven die door deze
certificatie-instellingen zijn erkend. Gemeenten nemen een steeds
grotere rol in de toepassing van het keurmerk. Omwille van
objectiviteit zijn het beheer en de uitvoering van elkaar gescheiden.
Op basis van ervaringen van de politie (modus operandi cijfers) meent
het CCV evenals de Consumentenbond dat er geen reden is voor paniek.
Uit de laatste cijfers van het CBS blijkt een afname van het aantal
geregistreerde diefstallen uit woonhuizen. In 2004 waren dit er
97.000, dit is een daling van 7,3% ten opzichte van 2003. De meeste
inbraken in Nederland worden gepleegd door gelegenheidsinbrekers. De
methode van de slagsleutel komt weinig voor: in 0,07 % van de
geregistreerde inbraken is de slagsleutel mogelijk gebruikt. Daarnaast
is het voor gelegenheidsinbrekers lastig om aan geschikte slagsleutels
te komen: uit het onderzoek van de Consumentenbond blijkt dat de
kwaliteit van slagsleutel die via internet worden aangeboden 'nogal
tegenvalt'. Mocht de slagsleutelmethode vaker door
gelegenheidsinbrekers worden gebruikt en zou dit leiden tot een
significante toename in inbraken, dan kan dit een extra reden zijn
voor aanpassing van de eisen van het keurmerk.
Het politiekeurmerk is een dynamisch keurmerk, dat wil zeggen dat de
eisen van het keurmerk voortdurend worden aangepast aan de praktijk.
Aanpassingen komen tot stand door een onafhankelijke technische
commissie met vertegenwoordigers uit politie, de branche, verzekeraars
en de overheid. Deze adviseert het centraal college van deskundigen
dat op zijn beurt een besluit neemt. Het CCV heeft de technische
commissie gevraagd het onderzoek te beoordelen, tezamen met andere
onderzoeken en politiecijfers, en advies uit te brengen over
noodzakelijke maatregelen. De notie van de Consumentenbond over
nieuwbouwprojecten is hierbij opgenomen. Het CCV verwacht de
besluitvorming tegen de zomer.
De woningen met het certificaat het Politiekeurmerk Veilig Wonen die
met een cilinderslot zijn uitgerust die volgens het onderzoek niet
slagsleutelveilig zouden zijn, houden het certificaat voor de geldende
periode van vijf jaar. Wordt er toch ingebroken, dan wordt er volgens
de nu geldende regels uitgekeerd.
Het Politiekeurmerk Veilig Wonen bestaat uit eisen voor maatregelen om
de sociale veiligheid rond een woning, wooncomplex of woonomgeving te
verbeteren. De maatregelen aan een woning hebben tot doel
woninginbraak onaantrekkelijk te maken, met name door te zorgen dat
inbraak veel tijd kost en niet buiten sociaal toezicht kan
plaatsvinden. Naast technische vereisten als sloten, speelt ook het
goed gebruik van de voorzieningen een rol. Voor bewoners heeft het CCV
het advies de maatregelen die worden gegeven bij het Politiekeurmerk
Veilig Wonen op te volgen. Het keurmerk vermindert de kans op inbraak,
maar biedt geen garantie op het voorkomen ervan. De uitkomsten van het
onderzoek zullen worden gecommuniceerd aan gecertificeerde bedrijven
die bewoners kunnen helpen met specifieke vragen.
Reactie Verbond van Verzekeraars:
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is het niet in alle
gevallen zo dat verzekeraars bij diefstal uit de woning alleen maar
uitkeren als er sporen van braak is. Als iemand slachtoffer is
geworden van diefstal uit zijn woning en daarvoor een beroep doet op
zijn verzekering, dient hij aannemelijk te maken dat de diefstal ook
heeft plaatsgevonden. Braaksporen zijn daarvan vaak het duidelijkste
bewijs, maar het kan ook op een andere manier. In sommige gevallen
zijn braaksporen wel verplicht, zoals bijvoorbeeld in
studentenwoningen, woningen boven winkels en bepaalde risicogebieden.