Gemeente Utrecht
2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
18 Vragen van mevrouw A. van Rooij
(vragen binnengekomen op 23 februari 2006
En antwoorden verzonden op 21 maart 2006))
Hogeweide is een oude, betrekkelijk smalle, landweg, langs een aantal eeuwenoude boerderijen, met aan beide zijde smalle bermen en sloten. De weg is nu geworden tot één van de voornaamste toegangswegen richting de A2 en de stad Utrecht, vanuit Parkwijk en vooral Langerak.
Naast de Hogeweide is een ketenpark ontsprongen met bouwers, aannemers, grondverwerkers, enz. Volgens publicaties in Ons Leidsche Rijn is dit ketenpark niet volgens het gemeentelijke vergunningenbeleid aangelegd. De gronddepots, zandopslagplaatsen, enz. komen allemaal uit op de Hogeweide over lengte van zo'n 400 meter. De hoeveelheid bouwverkeer die zich moet mengen met het gewone verkeer op Hogeweide is vooral op de spitstijden, groot. Het soort bouwverkeer en transportverkeer maakt de Hogeweide overdag tot een bijzonder modderig en soms gladde weg.
Onder nabij wonende bewoners gaat het verhaal dat de gemeente voor al deze uitwegen geen vergunning heeft.
D66 vindt, net als menig verkeersdeelnemer, op dit moment de situatie op Hogeweide onacceptabel.
Dit brengt D66 fractie tot de volgende vragen:
1. Is er vergunning voor het ketenpark op Hogeweide?
Het onderwerp van deze vraag is reeds eerder aan de orde gesteld door de heer E.R. van Holthe (schriftelijke vragen 2005/139). B&W heeft deze vragen op 17 januari 2006 beantwoord; naar deze beantwoording zij verder verwezen.
2. Is er bij elke uitgang op Hogeweide een vergunning aangevraagd?
Neen; de werkwijze is anders georganiseerd. Alle zaken die te maken hebben met transportroutes, in/uitritten, bouwrouteringen, opbrekingen, stremmingen etc. ten gevolge van de bouw van/in Leidsche Rijn worden vierwekelijks in een werkgroep besproken. In deze werkgroep hebben zitting de voorzitter van de Commissie van Aanbeveling Gebruik Openbare Ruimte (CAGO), de politie, de brandweer en de gebiedsbeheerder van Stadswerken (de verantwoordelijke adviseur inzake uitritvergunningen). In dit overleg worden de transportroutes, in/uitritten, bouwrouteringen, opbrekingen, stremmingen etc. ingebracht en (waar nodig in samenhang) beoordeeld op allerlei aspecten, zoals verkeersveiligheid, wenselijkheid, samenloop met andere activiteiten / omleggingen etc. De werkwijze functioneert in deze vorm tot tevredenheid van alle betrokken instanties.
Overigens zullen de uitritten t.b.v. gronddepots (vanwege de gemaakte voortgang) voorlopig nog slechts incidenteel worden gebruikt.
3. Is er hierbij ook getoetst op de verkeersveiligheid?
Ja.
4. Is het College ook van mening dat de gemeente qua vergunningenbeleid het goede voorbeeld moet geven, zeker en met name daar, waar burgers een paar kilometer verderop zich strikt dienen te houden aan het gemeentelijke vergunningenbeleid?
De gevolgde werkwijze bevat geen wezenlijk verschil met het reguliere vergunningen-regime ten aanzien van uitritten binnen de gemeente omdat ook hier getoetst wordt op de verkeersveiligheid; zoals hiervoor al aangegeven maakt ook de verantwoordelijke adviseur inzake uitritvergunningen deel uit van de werkgroep. Verder is er ook geen verschil wat betreft publicatie of terinzagelegging. Wél is een relevant verschil dat de gevolgde werkwijze het gemakkelijker maakt dat allerlei aspecten meer in samenhang kunnen worden bekeken.
---- --