Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Ons kenmerk UB/A/2006/21790 Doorkiesnummer Datum 21 maart 2006

Onderwerp

Hierbij bied ik u het rapport van de Inspectie Werk en Inkomen met als titel De controle- schakel, onderzoek naar de werking van de controleschakel in de handhavingsketen aan. In dit rapport zijn de resultaten opgenomen van het onderzoek dat de inspectie heeft gedaan naar het controlebeleid bij de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI), het Uitvoerings- instituut werknemersverzekeringen (UWV), de gemeenten en de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De inspectie heeft ook het Inlichtingenbureau (IB) en het Bureau Keteninformati- sering Werk en Inkomen (BKWI) in het onderzoek betrokken. In het onderzoek heeft de inspectie zich gericht op de doeltreffendheid van de uitvoering in het jaar 2004, waarbij ontwikkelingen in 2005 waar mogelijk zijn meegenomen, vooral daar waar deze van invloed kunnen zijn in 2006.

De inspectie is van oordeel dat:

· CWI, UWV, SVB, IB, BKWI en de gemeenten, onder invloed van de impulsen van het kabinetsbeleid, aanzienlijke vorderingen hebben gemaakt om de kwaliteit van de controlefunctie te optimaliseren, met name via intensivering van de controleactivitei- ten en de toegenomen onderlinge samenwerking;
· de operationalisering van het handhavingsbeleid bij gemeenten verschillende stadia laat zien maar dat gemeenten deze verschillen met behulp van `best practices' snel kunnen inlopen;

· de uitvoeringsorganisaties en gemeenten zich inzetten voor verbetering van de con- trolefunctie maar dat ondanks deze inzet niet alle gestelde doelen in het geplande jaar gerealiseerd zijn. De inspectie is van oordeel dat dit mede voortkomt uit het feit dat niet alle organisaties consequent een einddatum verbinden aan het realiseren van doelen en dat de uitvoeringsorganisaties en gemeenten de sturing van deze processen kunnen verbeteren;

· CWI, UWV, SVB en de gemeenten een deugdelijk handhavingsbeleid hebben maar dat de beoogde uitkomsten van beleid nagenoeg in alle gevallen worden beschreven in termen van activiteiten of inspanningen. De inspectie is van mening dat de verant- woording ook een weergave van de beoogde en gerealiseerde resultaten moet bevatten. Hiermee kan de effectiviteit van werkzaamheden worden beoordeeld;

Ons kenmerk UB/A/2006/21790


· optimalisering van de gegevensuitwisseling en het gebruik ervan, door het gebruiken van nieuwe informatiebronnen en een betere benutting van bestaande signalen, bij- draagt aan het vroegtijdiger signaleren van (mogelijke) fraude.

Op grond van het rapport van de inspectie ben ik van mening dat de uitvoeringsorganisaties en de gemeenten op het gebied van handhaving goede vorderingen hebben gemaakt. Ik ben het met de inspectie eens dat aandacht voor de effectiviteit van handhaving voortdurend aandacht behoeft. Onder meer naar aanleiding van het onderzoek van de Algemene Rekenka- mer in 2004 naar fraudebestrijding op het SZW-terrein zijn maatregelen genomen om de meet- baarheid en effectiviteit van de handhavingswerkzaamheden te bevorderen. Zo zijn prestatie- indicatoren en kengetallen op het gebied van handhaving uitgebreid. Deze zijn opgenomen in de jaarplannen. Over het bereiken van de handhavingsdoelstellingen wordt in de jaarverslagen van de uitvoeringsinstellingen gerapporteerd. Waar van toepassing zal ik bij de uitvoeringsor- ganisaties extra aandacht vragen voor de concrete planning van de handhavingsactiviteiten, zodat beter zicht ontstaat op het bereiken van de (jaar-)doelstellingen ten opzichte van de planning.

Met betrekking tot effectmeting van handhavingsactiviteiten zijn diverse activiteiten in gang gezet. Ik heb het Inlichtingenbureau gevraagd onderzoek te doen naar de resultaten die in de praktijk worden geboekt met behulp van de verschillende signalen van het Inlichtingenbureau bij de uitvoering van de WWB. UWV onderzoekt mogelijkheden om de maatschappelijke ef- fecten van handhaving beter te kunnen voorspellen en daarmee de effectiviteit van handha- ving te kunnen verbeteren. Ook de Porosz-enquete levert een belangrijke bijdrage aan het inzichtelijk maken van de resultaten van handhaving.

Met betrekking tot het gemeentelijke domein stel ik vast dat de bevindingen uit het IWI- rapport met betrekking tot het beleid, doelen en resultaten voor wat betreft de Wet Werk & Bijstand (WWB) op hoofdlijnen kunnen worden onderschreven en goeddeels aansluiten op de bevindingen van het inventariserend onderzoek Hoogwaardig Handhaven: 'gemeenten uit de startblokken'.
Daarbij merk ik op dat het IWI-onderzoek betrekking heeft op het jaar 2004, het jaar waarin de WWB werd geïntroduceerd, tegelijkertijd met de uitvoering van het concept Hoogwaardig Handhaven. In deze context is het oordeel dat gemeenten een deugdelijk handhavingsbeleid hebben, een goed resultaat. De opmerking van de inspectie dat de beleidsdoelen kwalitatief van karakter zijn, dient dan ook tegen de achtergrond van dit tijdsperspectief te worden beoor- deeld. Ik meen daarom dat door gemeenten een grote inspanning is geleverd. Ten aanzien van de verbeterpunten (inzicht in de uitvoeringsresultaten, sturing op resultaten) merk ik op dat ik er vertrouwen in heb dat de gemeenten dit gaan oppakken. SZW zal de gemeenten waar mogelijk hierbij faciliteren en ondersteunen. Maatregelen om dit mogelijk te maken zullen worden opgenomen in het nieuwe Handhavingsprogramma SZW 2007-2010.

De inspectie vraagt, tenslotte, aandacht voor het optimaliseren van de gegevensuitwisseling en het gebruik ervan. Om het gebruik van signalen tussen UWV en CWI te verbeteren zal in de loop van 2006 een elektronische voorziening worden gecreëerd waarmee wordt geborgd dat
---

Ons kenmerk UB/A/2006/21790

alle kennisgevingen van CWI aan UWV ook door UWV worden teruggekoppeld. UWV stuurt daarbij op tijdige afdoening, met als streefwaarde om 90% van de meldingen van CWI binnen vier weken na ontvangst af te handelen. Mede op basis van de terugkoppelingsinformatie kan de afdoening van de signalen verder worden geoptimaliseerd. Het gebruik van Suwinet, beheerd door het BKWI, is breder dan alleen controle/handhaving. In de SUWI-keten zijn er 25.000 gebruikers van Suwinet en de klanttevredenheid bij de ge- bruikers is relatief hoog. Met de komst van het ketenbrede Digitaal Klantdossier 2006 zal van Suwinet nog meer en nog beter gebruik worden gemaakt.
Het gebruik van samenloopsignalen van het Inlichtingenbureau ligt vooral op het gemeente- lijke domein. Op dit moment maken alle gemeenten gebruik van de samenloopdetectie die het Inlichtingenbureau biedt.
In het kader van de uitbreiding van gegevensuitwisseling wordt in 2006 via het Sectorloket IB een koppeling met de Belastingdienst tot stand gebracht waardoor de gemeenten de beschik- king kunnen krijgen over gegevens betreffende heffingskortingen, de vermogenscomponent uit Box 3 van de inkomstenbelasting en over giro- en bankrekeningnummers. In 2006 zal via Suwinet en het Sectorloket IB een koppeling met de Rijksdienst voor het Wegverkeer wordt gerealiseerd.

Samenvattend ben ik van oordeel dat de conclusies van de inspectie ten aanzien van de controleschakel een steun in de rug zijn om voort te gaan op de reeds ingeslagen weg, waarbij de aanbevelingen van de inspectie ter harte zullen worden genomen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

Bijlage(n): IWI-rapport 'De Controleschakel"

---