Geld voor jeugd volgt prestaties
Persbericht, 20-3-2006
Begin mei wil staatssecretaris Ross (VWS) overeenkomsten hebben gesloten met de 15 provincies en grootstedelijke regio's over de wijze waarop ze hun wachtlijst jeugdzorg gaan wegwerken. Dat schrijft Ross in een brief die ze vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Begin vorige week maakte Ross bekend dat ruim 5.000 jongeren met problemen meer dan 9 weken moeten wachten op hulp. Dat is vooral het gevolg van een sterk toegenomen vraag naar jeugdzorg. Ross gaf aan dit niet acceptabel te vinden en zei in de Tweede Kamer dat aan het einde van 2006 alle jongeren met een zorgindicatie binnen 9 weken zorg moeten krijgen.
Omdat het kabinet haast wil maken met de aanpak van de wachtlijsten in de jeugdzorg, heeft Ross vandaag een nieuwe brief aan de kamer gestuurd, met daarin een uitwerking van de beoogde aanpak. Daarin staat dat de provincies een plan van aanpak moeten indienen bij VWS. In de plannen van aanpak moeten de provincies aangeven op welke wijze ze er voor zullen zorgen dat alle kinderen binnen 9 weken zorg ontvangen. Ook moeten ze laten zien hoe ze het resultaat op de langere termijn vasthouden.
Het kabinet besloot eerder al om dit jaar 43 miljoen extra uit te trekken om de wachtlijsten terug te dringen. Ross laat in de brief van vandaag weten indien nodig nog meer geld uit te trekken om de wachttijden fors korter te maken. Daaraan verbindt ze wel voorwaarden. Zo moeten provincies hun plan van aanpak baseren op een goede analyse van de provinciale situatie. Verder moeten ze zichtbaar maken welke afspraken ze maken met gemeenten over een wederzijdse en afgestemde inzet. De provincies moeten ook een inschatting maken van de te verwachten groei aan jeugdzorg en aangeven hoeveel kinderen ze extra helpen voor het extra geld. Ross maakt verder duidelijk dat provincies die geen prestaties leveren ook geen extra geld ontvangen.
Om de voortgang van wachtlijstaanpak te volgen, wil Ross dat de provincies haar ieder kwartaal over de voortgang informeren. Mochten provincies onvoldoende inzet tonen, dan zal ze de provincie hierop aanspreken, desnoods in de vorm van een aanwijzing. 'Ik ga hier niet vanuit, omdat ik weet dat provincies en sector ook weten hoe belangrijk het is dat de wachttijden met spoed worden teruggedrongen', aldus Ross.
Ross schrijft in de brief ook een (financiële) impuls te willen geven aan de terugdringing van het aantal jongeren dat wacht op zorg in de jeugd-ggz. Momenteel werkt VWS samen met GGZ-Nederland en Zorverzekeraars Nederland aan een plan van aanpak.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport