WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : IZ. 2006/470
datum : 10-03-2006
onderwerp : Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad d.d. 20
maart 2006
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
Op 20 maart a.s. vindt in Brussel de volgende vergadering plaats van
de Raad van Ministers voor Landbouw en Visserij van de Europese Unie.
In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda
staan en de Nederlandse inzet daarbij.
Het is mogelijk dat er nog onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd
of juist worden uitgesteld tot een volgende vergadering.
De Raad spreekt over de situatie op de pluimveemarkt. Commissaris
Fischer Boel zal daarbij van de gelegenheid gebruik maken om in te
gaan op mogelijkheden om de pluimveesector tegemoet te komen.
Frankrijk zal een memorandum over de implementatie van het hervormde
GLB presenteren en de Raad voert een oriënterend debat over de
herziening van de EU strategie voor duurzame ontwikkeling. Naar alle
waarschijnlijkheid neemt de Raad een besluit over de twee
verordeningen over streekproducten en onder diversen zal de Commissie
zoals gebruikelijk de Raad bijpraten over de ontwikkelingen op het
gebied van aviaire influenza en de WTO-onderhandelingen. Er staan geen
visserijonderwerpen op de agenda.
Situatie op de pluimveemarkt en maatregelen voor de sector
(Presentatie door de Commissie)
Een aantal lidstaten heeft de afgelopen maanden bij de Commissie
aangedrongen op maatregelen om de situatie op de pluimveemarkt te
verlichten. Hoewel er op dit moment nog geen sprake is van een
veterinaire crisis, is de markt voor pluimveevlees zeer slecht. In
sommige lidstaten is de consumptie met meer dan de helft afgenomen en
ook in Nederland is de consumptie van pluimveevlees licht gedaald. De
marktordening voor pluimveevlees biedt momenteel alleen de
mogelijkheid tot het verlenen van exportrestituties. Daarnaast is er
de mogelijkheid om - binnen de daarvoor geldende kaders - staatssteun
te verlenen. Omdat de reikwijdte van deze maatregelen beperkt is, heb
ik in de Raad van 20 februari aan de Commissaris gevraagd welke
mogelijkheden zij nog meer ziet om de situatie op de markt te
verbeteren. Ik verwacht dat zij daar in de komende Raad op terugkomt,
al is vooralsnog onduidelijk of zij met concrete voorstellen komt en
zo ja, welke.
Memorandum over de implementatie van het hervormde GLB en de toekomst
(Verzoek Frankrijk)
Frankrijk zal een memorandum presenteren over op de implementatie van
het hervormde gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en de toekomst
ervan. Hoewel het memorandum nog niet beschikbaar is, zal het naar
verwachting onder meer ingaan op administratieve lastenverlichting, op
het belang van een gelijk speelveld en op de mogelijkheden om het
beleid inzake preventie en beheer van crises te versterken. Aan dit
laatste punt hecht Frankrijk groot belang, onder meer omdat door de
hervorming van het GLB communautaire producenten in sterkere mate
worden blootgesteld aan de volatiliteit van de wereldmarkt. Ik zal met
belangstelling kennisnemen van het Franse memorandum. Ik verwacht dat
het een aantal interessante aanknopingspunten bevat voor verdere
discussie over de toekomst van het GLB.
Streekproducten
(Aanname)
In januari sprak de Raad al kort over de twee voorstellen die
betrekking hebben op de drie beschermingscategorieën voor
streekproducten die de EU sinds 1992 kent: beschermde
oorsprongsbenaming (BOB), beschermde geografische aanduiding (BGA) en
gegarandeerde traditionele specialiteit (GTS). De regels hiervoor zijn
vastgelegd in twee verordeningen, die aanpassing behoeven vanwege de
uitspraak van een op instigatie van de VS en Australië opgericht
WTO-panel. Dit beroepslichaam concludeerde eind vorig jaar dat de
Europese regelgeving op hoofdlijnen WTO-conform is. Wel moet de EU
haar regels voor de registratie van producten uit derde landen
aanpassen, onder andere opdat producenten van buiten de EU hun
aanvraag voor een beschermde status rechtstreeks bij de EU kunnen
indienen. Nu geschiedt dat nog via de eigen nationale overheden. Omdat
het beroepslichaam heeft bepaald dat de EU haar wetgeving vóór 3 april
2006 moet aanpassen, is er de Commissie en het voorzitterschap veel
aan gelegen om tijdens deze Raad overeenstemming te bereiken. Omdat
vrijwel alle bezwaren die de lidstaten nog hadden in de afgelopen
weken zijn weggewerkt, verwacht ik geen inhoudelijke discussie. Wel
zal Commissaris Fischer Boel het advies van het Europees Parlement -
dat op 15 maart wordt verwacht - toelichten. Het voorstel van de
Commissie kan op veel punten op mijn steun rekenen. Het is belangrijk
dat de EU-wetgeving voor streekproducten WTO-conform is. Dat neemt
niet weg dat de voorstellen wat Nederland betreft op een aantal punten
verbeterd kunnen worden. De Commissie heeft aangegeven op niet al te
lange termijn de regels voor streekproducten te evalueren en daarbij
ook andere overwegingen dan WTO-conformiteit te betrekken.
Herziening van de Strategie Duurzame Ontwikkeling
(Oriënterend debat)
In juni 2001 heeft de Europese Raad in Göteburg de Europese Strategie
voor Duurzame Ontwikkeling (SDO) aangenomen. Deze strategie heeft als
doelstelling structurele veranderingen in economie en samenleving te
bewerkstelligen, die bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Het
Oostenrijkse voorzitterschap wil tijdens de Europese Raad van komende
juni een herziene SDO aannemen. De Commissie heeft hierover een
mededeling gepresenteerd, waarover de Kamer binnenkort een BNC-fiche
ontvangt. Ter voorbereiding op de discussie in de Europese Raad,
spreken vrijwel alle vakraden over de herziening van de SDO. Ook het
advies van het Europees Parlement wordt meegenomen. Op 20 maart zal de
Raad met name praten over de aspecten van de SDO die betrekking hebben
op landbouw en visserij. Voor deze beleidsterreinen geldt dat de
afgelopen jaren al belangrijke stappen zijn gezet richting
verduurzaming. De hervormingen van 2003 en 2004 hebben het GLB
ontegenzeggelijk duurzamer gemaakt. Zo is het beleid minder
handelsverstorend en is de betaling van inkomenssteun afhankelijk
gemaakt aan randvoorwaarden op het terrein van dierenwelzijn, milieu,
leefomgeving en volksgezondheid. In 2002 is ook het gemeenschappelijk
visserijbeleid de weg van verduurzaming ingeslagen, onder meer via de
afbouw van moderniseringssteun en meerjarige beheersmaatregelen. Ik
pleit er voor om deze trend bij toekomstige beleidshervormingen te
versterken. Daarbij is het naar mijn idee van belang dat het
initiatief niet alleen bij de overheid ligt, maar dat samen met het
bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties naar duurzame
oplossingen wordt gezocht.
Diversen
a) Aviaire influenza
(Informatie van de Commissie)
Commissaris Kyprianou zal de Raad informeren over de laatste
ontwikkelingen op het gebied van aviaire influenza.
b) WTO-onderhandelingen
(Informatie van de Commissie)
Commissaris Fischer Boel zal de Raad informeren over de voortgang van
de WTO-onderhandelingen.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit