Beantwoording kamervragen over de Nato Response Force
Ministerie van Ministerie van
Defensie Buitenlandse Zaken
Postbus 20701 Postbus 20061
2500 ES 's-Gravenhage 2500 EB 's-Gravenhage
Telefoon 070-3188188 Telefoon 070-3486486
Aan:
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Uw brief Uw kenmerk Ons nummer Datum
2050608460 DVB/CV-072/06 17 maart 2006
|Betref|Beantwoording vragen van het lid | | |t |Brinkel over de NATO Response Force.| |Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Brinkel over de NATO Response Force. Deze vragen werden ingezonden op 21 februari 2006 met kenmerk 2050608460.
DE MINISTER VAN DEFENSIE DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
H.G.J. Kamp Dr. B.R. Bot
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Kamp, minister van Defensie op vragen van het lid Brinkel over de NATO Responce Force
Vraag 1
Klopt het bericht dat op de recent gehouden informele ontmoeting van de ministers van Defensie van de NAVO in Taormina bleek dat voor de komende grote oefening van de NATO Response Force (NRF) op de Kaapverdische Eilanden slechts 6000 van de 8000 militairen op de been kunnen worden gebracht? 1)
Vraag 2
Welke landen zijn in gebreke gebleven, dan wel hebben hun toezeggingen niet nagekomen?
Antwoord
De NAVO heeft besloten een oefening te houden, ter voorbereiding op de volledige operationele inzetbaarheid van de NRF. Aanvankelijk waren hiervoor 8000 militairen voorzien, maar vanwege de locatie van de oefening (Kaapverdische Eilanden), de oefenmogelijkheden ter plekke en de hoge (transport)kosten, heeft Saceur te kennen gegeven een efficiëntere uitvoering van de oefening na te streven. Hij heeft daarom besloten de oefening te beperken tot 6000 militairen. Er zijn geen landen in gebreke gebleven.
Vraag 3
Wat is daarover tijdens genoemde bijeenkomst in Taormina gezegd?
Vraag 5
Hoe kan dit in de toekomst worden voorkomen?
Antwoord
In Toarmina is niet specifiek gesproken over deze NRF-oefening. Wel is door de secretaris-generaal en Saceur in het algemeen gewezen op het belang van de vulling van de NRF, met het oog op het bereiken van de volledige operationele inzetbaarheid uiterlijk in oktober 2006. De secretaris-generaal heeft vervolgens een aantal oplossingen voorgelegd, om een betere vulling te bereiken.
Ten eerste wil de secretaris-generaal de NRF-rotaties verder in de toekomst plannen. Dit zou vooral de kleinere landen kunnen helpen bij hun nationale planning, omdat vroegtijdig inzichtelijk wordt welke inzet nodig is. Ten tweede wil de NAVO een nieuwe database opstellen, waarin een koppeling wordt gemaakt tussen de vraag naar (beschikbaarstelling) en het aanbod van (planning) eenheden. Hierdoor zal een beter inzicht ontstaan in de evenredigheid van deelname van de lidstaten aan NAVO-operaties en de NRF. Deze ideeën passen goed in de Nederlandse 'usability'-voorstellen, die als doel hebben het verkrijgen van zoveel mogelijk transparantie over de individuele bijdragen van lidstaten aan operaties.
Als laatste oplossing is in Taormina de aanpassing van het financieringsmechanisme besproken. Momenteel is het praktisch onmogelijk om de NRF-uitgaven planmatig te begroten, omdat de inzet in crisissituaties plaatsvindt en daardoor niet te voorzien is. Op het moment van inzet worden de kosten gedeeld door enkele landen die de benodigde capaciteiten op dat moment leveren. Er is daardoor geen sprake van een evenredige bijdrage. Door de NRF-inzet voor een deel gemeenschappelijk te financieren, zouden landen mogelijk minder terughoudend zijn met het doen van bijdragen. Er bestaat nog geen overeenstemming over de modaliteiten en de wenselijkheid van meer gemeenschappelijke financiering van de NRF. Wel bestaat brede steun voor de gemeenschappelijke financiering van ('short notice') strategisch transport van de NRF. Strategisch luchttransport is immers een grote kostenpost voor landen. De Nederlandse regering is voorstander van een grotere gemeenschappelijke financiering van NRF-inzet.
Vraag 4
Wat betekent dit voor de geloofwaardigheid van de NRF als instrument van transformatie van de NAVO?
Antwoord
De NRF wordt binnen de NAVO gezien als een katalysator voor modernisering. Dit houdt in dat de krijgsmachten sneller hervormen, en beter op elkaar ingespeeld en geoefend raken door deelname aan de NRF. De vullingsproblemen van de NRF hebben als zodanig geen consequenties voor de NRF als instrument voor NAVO-transformatie. Alle lidstaten nemen namelijk deel aan de NRF, en doen dus ook mee aan de multinationale integratietraining en andere oefeningen die per NRF-rotatie worden gehouden. Wel kan worden gezegd dat indien landen met meer eenheden zouden deelnemen aan de NRF, een groter deel van hun krijgsmacht kan profiteren van de transformatieondersteuning die de NRF kan leveren. Het transformatieproces zou daarmee sneller verlopen.
1) Trouw, 11 februari 2006
---- --