Ingezonden persbericht
Vragen omtrent Miljoenennota 2006: stimulering biobrandstoffen
Stimulering biobrandstoffen (paragraaf 4.1.2)
De overheid geeft aan in 2006 2% van in het wegverkeer gebruikte fossiele brandstoffen te willen
vervangen door biobrandstoffen.
Opmerkingen: Volgens de Europese richtlijn Biobrandstoffen (2003/30/EG) had 2% van de fossiele
transportbrandstoffen reeds in 2005 vervangen moeten worden door biobrandstoffen. Eind 2006 dient
dat zelfs 2,75% te zijn.
Jaarlijks wordt er in Nederland circa diesel 7,5 miljard liter diesel en circa 7 miljard liter benzine
verbruikt. Dit betekent dat circa 150 miljoen liter Pure Plantaardige Olie (PPO) en/of biodiesel ter
vervanging van diesel en 140 miljoen liter bio-ethanol ter vervanging van benzine op basis van de 2%
norm moet worden ingezet.
Vraag 1. Hoe denkt de overheid dit te bereiken?
Vraag 2. Is er voldoende aanbod vanuit het binnen- en buitenland om aan deze Nederlandse vraag
te kunnen voldoen, met inachtneming van de grote behoeftes aan biobrandstoffen die de
biobrandstoffen landen zelf hebben?
Vraag 3. Zijn er harde garanties voor leveringen in 2006/2007 afgegeven door biobrandstoffen
leveranciers?
Volgens de Europese richtlijn Biobrandstoffen zal in 2007 het percentage biobrandstoffen al 3,5%
moeten zijn. Dit komt overeen met circa 525 miljoen liter biobrandstof!
Vraag 4. Waar haalt Nederland dit vandaan en welke leveranciers stellen hiervoor de garanties tot
levering?
Vervolgens stijgt het percentage ieder jaar met 0,75% (in 2010 moet dit percentage 5,75% zijn voor
geheel Europa).
Vraag 5. Welke leveringsvoorzieningen zijn hiervoor getroffen en welke afspraken zijn hierover
gemaakt met transportbrandstof leveranciers?
De overheid zet in op de verplichting dat leveranciers van motorbrandstoffen in 2007 2% van hun
afzet invullen met biobrandstoffen.
Vraag 6. Is het door de Europese Commissie toegestaan dat motorbrandstoffen leveranciers
kunnen worden verplicht om 2% van hun afzet in de vorm van biobrandstoffen in 2007 bij
te mengen?
Zo ja, geldt deze verplichting dan voor alle transportbrandstoffen leveranciers, klein en groot, en in
geheel Europa met goedkeuring van de Europese Unie?
Zo nee, hoe wil de Nederlandse regering haar voornemens dan uitvoeren?
Opmerking: Frankrijk bijvoorbeeld weigert verplichte bijmenging en prefereert accijnsvrijstelling.
Bij de traditionele "oliehandel", inclusief de oliemaatschappijen, is tot op heden (maart 2006)
nauwelijks een beweging te bespeuren om met name voor dieselmotoren met PPO of biodiesel in
2006 een begin te maken.
De overheid stelt voor het bijmengen van biobrandstoffen (biodiesel en bio-ethanol) in 2006 70 miljoen
euro als fiscale vrijstelling in het vooruitzicht.
Website: www.nppoa.nl Secretariaat: info@nppoa.nl 1
Vraag 7. Heeft de overheid hiervoor derogatie nodig van de Europese Unie?
Vraag 8. Is zij vrij in het bepalen van de hoogte van het bedrag om biobrandstoffen toegang te
verschaffen tot de markt ?
Opmerking: Het bedrag dat de overheid hiervoor uittrekt is minder dan de helft van het bedrag dat de
Belgische overheid (184 miljoen euro) hiervoor uittrekt, waarbij PPO zelfs geheel vrijgesteld wordt van
accijns en buiten deze regeling valt.
Vraag 9. Hoe valt één en ander te rijmen, met het recente voornemen van het Ministerie van
Financiën om PPO, een primaire biobrandstof die in Nederland zelf al is ontwikkeld en is
gekoppeld aan innovatieve ontwikkelingen op het gebied van motortechniek, vanaf 2006
dan in de accijnsheffing te betrekken?
Opmerking: Via Tweede Kamer moties is in 2003 een begin gemaakt met de introductie van PPO in
Nederland. Hiervoor is een accijnsvrijstelling verleend om die ontwikkeling te faciliteren. Intussen zijn
ruim 120 voertuigen voor deze brandstof aangepast en bestaat er een grote wachtlijst van duizenden
voertuigen die dit voorbeeld willen volgen, waaronder veel gemeentes, provincies, en milieubewuste
bedrijven. Het is een volledig Nederlands initiatief, waarbij de sectoren Landbouw, Werkgelegenheid,
Techniek, Milieu, Onderwijs en regionale ontwikkelingen in participeren. De formele accijnsvrijstelling
eindigt in 2010.
Vraag 10. Is de overheid er zich van bewust, dat het gaan heffen van accijnzen op PPO het abrupte
einde betekent van een 4-jarige ontwikkeling? Dat de bedrijven die PPO hebben
geïntroduceerd op deze wijze op een faillissement afstevenen? Is de overheid er zich ook
van bewust dat een dergelijke actie een zeer negatieve uitwerking zal hebben op de
Nederlandse midden- en kleinbedrijven die initiatieven genomen hebben op
biobrandstoffen gebied?
PPO dient ook als basis grondstof voor het zogenaamde "FAME" (Fatty Acids Methylester), de
chemisch veranderde PPO, beter bekend onder de naam "biodiesel".
Vraag 11. Hoe valt het te rijmen dat PPO, als primaire en volwaardig erkende Europese (transport)
biobrandstof, in een Nederlandse accijnsheffing wordt betrokken, terwijl nu voor biodiesel
en ethanol als bijmengcomponent van een accijnsvrijstelling sprake is?
Vraag 12. Hoe valt het te rijmen dat PPO, sinds 14 februari 2006, wel accijnsvrijstelling heeft
verkregen als het wordt ingezet voor verwarmingsdoeleinden maar vervolgens van
accijnsvrijstelling wordt uitgesloten wanneer het wordt ingezet als transportbrandstof?
De overheid geeft aan dat het stimuleren van het bijmengen van biobrandstoffen bij fossiele
brandstoffen voordelen heeft boven het stimuleren van pure biobrandstoffen.
Vraag 13. Kan de overheid aantonen en uitleggen dat de milieu effecten door het bijmengen van
biodiesel beter of gelijk zijn dan het gebruik van PPO of onvermengde biodiesel die men
aan de pomp kan kopen, zoals dit in Duitsland en Oostenrijk gebruikelijk is?
Vraag 14. Omtrent bijmengen en de energie en milieu effecten: is er een studie aanwezig van de
LCA (Life Cycle Analysis) waaruit blijkt dat er bij "bijmengen" geen of nauwelijks milieu
en/of kosten effecten zijn in de vorm van extra daarvoor benodigde energie en de extra
CO2 uitstoot die bij dit proces plaatsvindt? Met name wordt gewezen op het verslepen van
de biodiesel vanuit de biodieselraffinaderij naar de grote olieraffinaderij of oliehandelaar en
op de bijmengprocedure in de olieraffinaderij of bij de oliehandelaar.
Vraag 15. Waarom wordt biodiesel in pure vorm niet toegestaan in Nederland, terwijl dit in de ons
omringende landen wel is toegestaan?
Opmerking: In Duitsland is biodiesel in pure vorm bij meer dan 2000 tankstations verkrijgbaar.
www.nppoa.nl 2
Innovatief Spoor
Onder dit kopje geeft de overheid aan dat zij innovatie en transitie naar duurzame motorbrandstoffen
wenst te versterken middels een subsidie regeling, in plaats van een veel effectievere generieke
accijnsvrijstelling zoals dit in de andere Europese landen plaatsvindt. Zij voegt hieraan toe dat
toekomstige "tweede generatie biobrandstoffen" vanwege lagere kosten en betere milieuprestaties op
termijn, naar verwachting, de huidige biobrandstoffen van de markt verdringen!
Vraag 16. Is het de overheid bekend dat ondernemingen ervoor terugdeinzen om langdurige
engagementen en trajecten en investeringen aan/in te gaan als er sprake is van een
subsidieregeling die op enig moment kan worden afgeschaft of worden ingetrokken?
Vraag 17. Kan de overheid aangeven en aantonen, zoals in de toelichting wordt vermeld, welke
"tweede generatie biobrandstoffen" in de combinatie "lagere kosten en betere
milieuprestaties" opleveren en op welke termijn breed inzetbaar beschikbaar komen?
Belangrijk daarbij zijn de ijkpunten "energiebalans en eco-balans".
Artikel X, onderdeel B (artikel 72a van de Wet op de accijns) en artikel XXXII
De overheid geeft in haar memorie van toelichting aan dat "het stimuleren van het bijmengen van
biobrandstoffen bij fossiele brandstoffen voordelen heeft boven het stimuleren van pure
biobrandstoffen!"
De overheid geeft daarbij als maatstaf aan dat er daardoor een grotere groep gebruikers wordt
bereikt. Op zich mag dit een juiste veronderstelling zijn, echter mag dit geen reden zijn om andere
biobrandstoffen, die bijvoorbeeld voor nichemarkten worden ingezet, te weigeren respectievelijk
anders te behandelen. De Europese richtlijn Biobrandstoffen maakt immers geen onderscheid op
basis van distributiecriteria, doch hanteert uitsluitend de criteria van CO2 reducties!
Opmerking: Onze Belgische Zuiderburen hebben recentelijk op basis van dit gegeven een volledige
vrijstelling voor PPO bij wet vastgelegd.
Vraag 18. Mag de overheid op basis van de Europese Richtlijn PPO en andere toekomstige te
ontwikkelen biobrandstoffen anders behandelen dan op basis van het nu gepresenteerde
voorstel?
Vraag 19. Mag de Nederlandse overheid binnen het communautaire bestel, en op basis van gelijke
behandeling (mededinging- toegankelijkheid voor Europese gebruikers), bepaalde
biobrandstoffen weigeren ter beschikking te stellen?
De overheid meldt in haar slotopmerking om PPO niet op te nemen in een stimuleringsregeling, omdat
het budgettaire beslag van een stimulering van pure biobrandstoffen met een vooraf vastgesteld
maximum vooraf niet is vast te stellen, en zegt dat een regeling hiervoor het karakter van een "open
einde" kan krijgen.
Vraag 20. De overheid heeft inmiddels het verzoek gekregen om een accijnsvrij quotum van 75
miljoen liter PPO per jaar te willen honoreren. Administratief is het echter heel goed
mogelijk om een "open einde regeling" te voorkomen. Het werkt reeds in de praktijk! Heeft
de overheid pogingen gedaan, om op basis van "best-practice" hiervoor met de aanvrager
in overleg te gaan en hiervoor een modus vast te stellen? Zo niet, waarom niet? Is de
overheid bereid dit alsnog te doen?
www.nppoa.nl 3
Slotopmerkingen:
1) De nauwgezette lezers van deze memorie van toelichting ontkomen niet aan de indruk dat er
voldoende zorgvuldig is omgegaan met reeds begonnen initiatieven voor PPO in Nederland.
Immers hierbij demonstreert met name het midden- en kleinbedrijf van Nederland dat het haar
ernst is om van eigen bodem de mogelijkheden te creëren om binnen de nieuwe bedrijfstak van
de Energie- en Milieubranche, innoverend, creatief en constructief haar steentje bij te dragen aan
een beter milieu en een onafhankelijker energievoorziening.
2) Ook in haar eigen rapportage (2004) naar de Europese Unie omtrent de inzet van biobrandstoffen
maakt de overheid melding van het feit PPO als volwaardige en gelijk te behandelen biobrandstof
te zullen ondersteunen.
In het licht van deze rapportage komt zij haar afspraken dus niet na!
3) Zoals bekend schiet Nederland binnen de Europese Unie op milieugebied te kort, in visie en
uitvoering, om haar burgers op dit gebied dezelfde perspectieven te bieden die elders in Europa
op gang zijn gebracht.
Dit leidt ertoe dat er in de verstedelijkte gebieden een onevenredig hoog aantal mensen voortijdig
overlijden, als gevolg van te hoge concentraties emissies.
Mede als gevolg van het achterblijven van adequate maatregelen blijkt dat er dientengevolge
allerlei belemmerende obstakels gaan ontstaan zoals het mogen bouwen in deze gebieden.
4) De gepresenteerde magere en korte termijn visie van het 1-jarige financiële dekkingsplan wekt de
indruk structureel, sociaal en economisch geen rekening te houden met de verantwoordelijkheid
van de overheid voor de middellange termijn, in het kader van veel omvattender Europees traject
op milieu- en energiegebied.
5) Er wordt in de memorie van toelichting bovenmatig veel nadruk gelegd op het "budgettaire beslag"
van de overheid, als ware dit het criterium waaraan de CO2 reductie moet worden gekoppeld, of
om aan ons leefmilieu recht te doen.
6) De indruk ontstaat zo langzamerhand dat milieu en toekomstige energievoorziening een uiterst
lage prioriteit hebben en de overheid, vooral vanwege het "budgettaire beslag", in de argumentatie
van de memorie van toelichting een verhullend, verwarrend en onjuist beeld naar buiten schept.
Zoals al eerder opgemerkt behoeft een "budgettair beslag" geen enkele hindernis te vormen voor
een brede introductie van alternatieve en schonere brandstoffen.
7) Daar waar de overheid zelf in wetgeving heeft vastgelegd dat ieder jaar opnieuw de accijnzen op
brandstoffen in een automatisme worden verhoogd, staat voor de overheid de mogelijkheid open
een gedeelte van deze extra inkomsten voor schonere brandstoffen te reserveren.
8) Daarnaast, en hier is een breed publiekelijk draagvlak voor, kan men ook met een reservering van
1 eurocent per liter op de fossiele brandstofprijs ruim baan geven aan de inzet en ontwikkeling van
biobrandstoffen.
www.nppoa.nl 4
---- --
Delft, 15 maart 2006
PPO: het concept voor een duurzame toekomst
Geachte Tweede Kamerleden,
Onlangs hebben wij begrepen dat het overleg omtrent de motie `Stimulering van PPO als biobrandstof'
is uitgesteld naar donderdag 23 maart en dat daarbij, naast het Ministerie van Financiën, tevens het
Ministerie van VROM vertegenwoordigd zal zijn.
Naast onze eerdere overwegingen willen we u tevens graag het volgende concept meegeven.
PPO: duurzaam en efficiënt
PPO is veel meer dan alleen een biobrandstof. PPO vertegenwoordigt een duurzame levensstijl. De
stand van de welvaart neemt (mondiaal) toe en de bevolking, mondiaal en in Nederland, neemt ook
jaarlijks toe. Daardoor zullen we als maatschappij ten eerste moeten leren om aan te vullen wat we
verbruiken en ten tweede om efficiënter om te gaan met onze schaarse middelen. We hebben geen
keuze, want anders loopt de boel krakend vast.
Deze manier van denken ligt juist ten grondslag aan de hele productie van PPO, waarbij koolzaadolie
keer op keer kan worden geproduceerd en alle materie, inclusief reststromen, nuttig wordt ingezet:
· De koolzaadschroot kan als veevoer dienen, waarbij de import van (genetisch
gemanipuleerde) sojaschroot wordt teruggedrongen;
· Het koolzaadstro kan in de landbouwsector worden ingezet als bodembedekker in stallen of
als grondstof dienen voor het maken van bio-ethanol;
· De koolzaadolie (PPO) kan middels een dieselmotor efficiënt worden omgezet naar mobiliteit
of kracht (elektriciteit) en warmte;
· De mest, die wordt geproduceerd door de dieren die gevoed worden met de koolzaadschroot,
kan weer op het land uitgestrooid worden, waarmee gebruik van kunstmest bij koolzaadteelt
wordt vermeden en het mestoverschot wordt teruggedrongen.
Ook is het mogelijk om de mest en de koolzaadschroot te vergisten, waarbij biogas en meststoffen
vrijkomen. Met biogas kan duurzame elektriciteit en warmte worden opgewekt die bij de droging en
verwerking van koolzaad kan worden ingezet. De meststoffen kunnen voor de bemesting van
koolzaad en andere landbouwgewassen worden gebruikt. Dit is gunstig voor de mineralenbalans en
het humusgehalte van de bodem. De ecologische balans van PPO pakt in dat geval nog beter uit, in
tegenstelling tot bij bemesting met kunstmest.
PPO draagt bij aan voedselvoorziening
Bovendien draagt de teelt van koolzaad bij aan onze voedselvoorziening. Doordat koolzaad wordt
opgenomen in de rotatieteelt, genereert het gedurende één jaar naast biobrandstof ook veevoer,
waardoor het bijdraagt aan onze voedselketen. De overige jaren in de rotatiecyclus worden er andere
gewassen zoals granen geteeld. Aangezien koolzaad eerst als bodemverbeteraar fungeert, en het
land gedurende de rest van de rotatiecyclus vervolgens weer benut wordt voor voedselproductie,
draagt koolzaad wederom bij aan onze voedselketen. Dit in tegenstelling tot de teelt van andere,
houtachtige energiegewassen, waarbij het land gedurende éénzelfde cyclus alleen maar wordt benut
voor energievoorziening en daardoor niet kan worden benut voor voedselvoorziening.
Website: www.nppoa.nl Secretariaat: info@nppoa.nl
Studies met misplaatste informatie
Veel studies naar de effecten van biobrandstof op energie- of milieugebied ontberen helaas deze
integrale manier van kijken, waardoor informatie onjuist en uit het verband getrokken wordt
gepresenteerd. Ook wordt bijvoorbeeld in het rapport `Op (de) weg met Pure Plantenolie?' van
adviesbureau CE gerekend met parameters die totaal niet overeenstemmen met de (huidige) praktijk.
Op basis van dergelijke studies met misplaatste informatie wordt in Nederland echter wel het beleid
met betrekking tot PPO als biobrandstof vormgegeven, wat wij als NPPOA buitengewoon betreuren!
PPO als krachtig concept
Het concept van PPO als duurzame levensstijl is heel krachtig en leidt tot een onafhankelijkere en
stabielere maatschappij, waar provincies, gezien het regionale karakter, een belangrijke rol in kunnen
gaan vervullen. Dit concept past op alle vlakken bij de ontwikkelingen van deze tijd en verdient naar
onze mening een kans om verder uitgewerkt en geïmplementeerd te worden. Bovendien draagt het
direct bij aan de realisatie van de doelstellingen uit de Europese richtlijn Biobrandstoffen met
betrekking tot de marktpenetratie van biobrandstof.
Vanuit de Europese Commissie is men zich allang bewust van genoemde ontwikkelingen. Waarom
vanuit Nederland nog steeds niet?
Financiering accijnsvrijstelling: `groene eurocent'
Financiering van accijnsvrijstelling is naar ons idee bijvoorbeeld mogelijk door een `groene eurocent'
te heffen op de dieselaccijns, conform de eerder door de heer Hofstra voorgestelde vergelijkbare
regeling. Aangezien er circa 7,5 miljard liter diesel per jaar wordt verbruikt, kan daarmee circa 75
miljoen euro worden gegenereerd om de accijnsderving op PPO (deels) mee te financieren. Wij zijn
ervan overtuigd dat consumenten eerder bereid zijn om nu 1 eurocent per liter bij te dragen aan de
stimulering van PPO dan over 5 jaar 2 euro per liter voor fossiele diesel te moeten betalen. Bovendien
is het een eerlijke regeling, aangezien de vervuiler betaalt.
Tevens genereren de bedrijfsmatige activiteiten rond PPO (ombouwstations, oliemolens, advisering,
etc.) extra BTW en inkomstenbelasting waarmee de accijnsvrijstelling mede kan worden gefinancierd.
Waarborging beleid stimulering PPO
Als volksvertegenwoordiging vervult u een belangrijke rol bij de totstandkoming van het (fiscale)
beleid. De verdere implementatie van PPO als biobrandstof bevindt zich op dit moment in een cruciale
fase, waarbij beslissingen die nu daaromtrent genomen moeten worden heel veel impact hebben op
de huidige en toekomstige ontwikkelingen op duurzaam energiegebied.
Wij hopen dat u vanuit deze integrale kijk op PPO het beleid omtrent de stimulering van PPO wil
waarborgen, opdat het concept van PPO zich verder stabiel kan blijven ontwikkelen en daarmee een
zinvolle bijdrage kan leveren aan de verduurzaming van onze maatschappij.
Algehele accijnsvrijstelling over gegarandeerde periode noodzakelijk
Bij deze willen wij u dan ook met klem vragen om bij het Ministerie van Financiën aan te dringen op
een algehele accijnsvrijstelling gedurende een vooraf gedefinieerde periode. Alleen dan kan PPO als
duurzame levensstijl daadwerkelijk worden geïmplementeerd. Elke concessie zal leiden tot afbreuk
van het concept.
Wij wensen u een vurig, constructief en resultaatgericht debat toe. Het bestuur van de NPPOA zal de
discussies als toehoorder nauwgezet en met belangstelling volgen.
Namens het bestuur van de Nederlandse PPO Associatie (NPPOA),
Met vriendelijke groeten,
ir. Roland Dudink
Secretaris
---- --
Aan : Solaroilsystems-Boijl Friesland
Ede 9-3-2006
Geachte heer Hein Aberson
Naar aanleiding van alle berichten in media en overheids beleidnota 's over het gebruik van PPO
( Pure Plantaardige Olie) in Nederland wil ik hier graag op reageren ,
In het dagelijkse leven voer ik de directie van een transportbedrijf welke voornamelijk vervoer verricht
in de agrarische sector .Hier worden 21 voertuigen voor ingezet.
Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een eigen werkplaats met daarvoor opgeleide werknemers.
Totaal heeft ons bedrijf 36 mensen in loondienst .
Zoals gebruikelijk , voor een gezonde bedrijfsvoering ,wordt er jaarlijks een beleid voor het volgende
jaar opgezet, dit werd in 2004 voor ons bedrijf het thema; "kostenbesparing".
Dit vanwege het teruglopende van omzetten maar ook de winstgevendheid in de akkerbouw en de
veehouderij, door het zoeken naar een toegevoegde waarde en/of verbeteren van bestaande
activiteiten ,het schoner maken van ons wagenpark , d.m.v. roetfilters , biodiesel, plantaardige olie, of
het toevoegen van ureum (adblue).
Bij het "kosten besparen" wordt uiteraard naar de lange termijn gekeken, hierbij zijn brandstofkosten
heel belangrijk.
Uit het onderzoek bleek dat het plaatsen van roetfilters een kostbare zaak werd en voor zowel oudere
als nieuwere motoren geen effectieve oplossing is op langere termijn.
Het gebruik van biodiesel is in Nederland nog niet mogelijk tegen marktconforme prijzen en de
praktijk wijst uit dat er een hoger brandstof gebruik is. Daarbij zijn niet alle motoren geschikt voor
deze brandstof, en vooralsnog is de uitstoot van emissies nog niet toerijkend voor meerjaren euro
normen.Het toevoegen van adblue was een optie, echter levering van deze stof is veelal nog niet
mogelijk.
Ombouwkits voor "adblue" waren nog niet leverbaar, en er moet een extra tank opgebouwd worden.
Uit onderzoek in Amerika blijkt intussen dat daar negatief wordt geadviseerd zowel milieu technisch
(ureum is eigenlijk kunstmest voor de bermen waar dit ongewenst is ) maar m.b.t. de ontwikkeling van
de techniek als het gaat om de levensduur van motoren.
Het ombouwen voor plantaardige olie werd als laatste kritisch bekeken.
Dit echter heeft ook als financieel nadeel dat er ook een extra tank geplaatst dient te worden en motor
voorzien moet worden van een ombouw met een warmtewisselaar en andere onderdelen..
Echter de uitstoot van schadelijke stoffen kan bijna halveren ten opzichte van de huidige diesel .
Met wat technische aanpassingen denken wij op basis van proeven in Duitsland dat het mogelijk is om
met PPO de euro 5 norm te halen welke per 2007 verplicht is voor de emissie uitstoot normering.
Plantaardige Olie is een hernieuwbare en alternatieve brandstof en wordt in Europa al op miljoenen
hectares geteeld. PPO is ongevoelig voor terreur of politieke strubbelingen in het Midden-Oosten ,
waarbij als daar iets gebeurd , de aardolie die ons moet bereiken in gevaar komt maar intussen ook
opraakt bij ons huidige steeds stijgende gebruik,
Resumerend is er binnen ons bedrijf in 2004 besloten om PPO als alternatieve brandstof te gaan
gebruiken. Tot op heden gaat dit zonder noemenswaardige problemen ( nu al ca 1,5 miljoen km op
deze brandstof gereden!).
Wij hebben dan ook de intentie (indien er een verruiming van accijnsvrijstellingen komt) om ons
volledige wagenpark aan te passen op PPO.
Verbranding van PPO geeft nauwelijks nog roetuitstoot.!
Bij het checken van een voor PPO omgebouwd voertuig binnen ons bedrijf van het merk DAF die erg
gevoelig is voor lekkende koppakkingen is door ons bij het verwijderen van de pakking (ca 210000 km
op PPO) geconstateerd dat er geen enkele vorm van roetvorming meer was bij verstuivers ,kleppen,
uitlaatpoorten e.d.
Zuigers waren egaal blank met een witte poederachtige lichte waas.
Dit is door onze technische dienst nog niet eerder vastgesteld in onze 23-jarige historie.
Normaal bevind zich een diesel-roet aanslag in harde koeken binnen in de motor die zich moeilijk laat
verwijderen .
Ook geeft PPO een hoger motorkoppel bij lagere toerentallen,en heeft een enorm voordeel ten
opzichte van diesel bij een ongeval of incident bij tanken, daar het geen schadelijke stoffen bevat voor
het grondwater, bijkomend voordeel is er kan eenvoudiger een milieuvergunning voor opslag
verkregen worden.
Ik moet dan ook vaststellen dat PPO voor mijn bedrijf een toegevoegde waarde vertegenwoordigd
voor zowel opdrachtgevers als akkerbouwers, deze zijn erg positief over het gebruik van PPO.
Tevens is er in dichtbevolkte gebieden zoals o.a. gemeente Ede een voorkeur voor voertuigen die op
PPO rijden, en wordt er al gesproken over uitsluiten van diesel voertuigen.
Ook de akkerbouw kan mijns inziens een stuk bijdragen aan onze economie door meer koolzaad te
telen, echter blijft de vraag; zonder een accijns vrijstelling is het hele project niet levensvatbaar.
In Canada en Amerika is er een groot animo in de akkerbouw vanwege de grote vraag naar olie
houdende gewassen ,dit kan hier ook met minder hectare beschikbare grond.
Ik kan het ook niet volgen waarom Duitsland en Belgie en andere Europese landen wel over een
volledige accijnsvrijstelling beschikken, en wij hier als Europese burgers en bedrijven hiervan worden
uitgesloten. Dat het Min. Van Financën de accijns als struikelblok ziet is erg betrekkelijk, studies over
het verlies van accijnzen hebben aangeven dat tot 80 % van het verlies op accijnsen weer op andere
manieren terugkomt zoals innovatie, nieuwe werkgelegenheid, investeringen etc.
Wat dacht je van kwestie Iran?
Hier ontstaan globale verschillen van mening over de inzet van kernenergie.
Hoppa ,..weer 10 eurocent diesel verhoging, weg winst voor het jaar 2006.
Ik betaal dus geen vennootschapsbelasting!
Hoe zie je dan het feit dat bij dit negatieve beleid omtrent een accijnsvrijstelling er massaal in
Duitsland en Belgie getankt gaat worden?
Dit draagt totaal niets bij aan onze economie!
Een impuls voor onze eigen economie is juist noodzakelijk om de enorme toevloed van Oost-
Europese werknemers (chauffeurs in onze branche te stabiliseren ) deze kosten ca 1/3 van onze
werknemers , en wij worden dus gewoon te duur als we niets doen.
Kortom PPO is de brandstof die tot op heden de enige is met toekomst ( aardgas raakt ook op laten
we ons zelf niet voor de gek houden).
Emissie uitstoot van PPO is aantoonbaar ca 50% minder en geeft een enorme impuls aan akkerbouw
en werkgelegenheid , Let wel akkerbouw verdwijnt anders uit Nederland.
Wat heeft Nederland aan die ongelimiteerde uitstroom van oliedollars, hier komt niets voor terug voor
onze economie!!!!!
Daarnaast,we kunnen met PPO aantoonbaar milieutechnisch beter en schoner vervoeren.
Met de geel groene groeten
Henk van Vlastuin
Van Vlastuin Agro
Schampsteeg 12
6718 VD EDE NL
Tel. 0031 318 65 18 08
Fax. 0031 318 65 24 60
www.vanvlastuinagro.nl
---- --