Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

WOB-verzoeken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : IZ. 2006/528
datum : 15-03-2006
onderwerp : Internationale afspraken duurzaam bosbeheer bijlagen :

Geachte Voorzitter,

Met deze brief informeer ik u over een aantal belangrijke ontwikkelingen op het terrein internationaal bossenbeleid. Ik doe dit naar aanleiding van: i) de recente aanvaarding van het EU-actieplan tegen illegaal hout door de Landbouw- en Visserijraad, ii) het totstandkomen van een nieuw Internationaal Tropisch Hout Verdrag bij de UNCTAD in Geneve en iii) de onderhandelingen die vorige maand in het kader van het United Nations Forum on Forests hebben plaatsgevonden.

FLEGT
In mei 2003 presenteerde de Europese Commissie het FLEGT-actieplan tegen illegaal hout. Dit initiatief levert een belangrijk bijdrage aan in de strijd tegen de wereldwijde handel in illegaal gekapt hout. De kern van het FLEGT-actieplan (Forest Law Enforcement, Governance and Trade) bestaat uit partnerschappen tussen de Europese Unie en houtproducerende landen. Doel van deze bilaterale overeenkomsten is om landen bij te staan in de strijd tegen de ontbossing. Door het versterken van goed bestuur en het vergroten van de transparantie in de bosbouwsector wordt de ecologische en sociale schade van de ongecontroleerde houtkap tegengegaan en het inkomen uit bosbouw vergroot. Door middel van een licentiesysteem verzekert de Europese Unie zich ervan dat het ingevoerde hout conform de wetten van het houtproducerende land en met inachtneming van sociale en ecologische aspecten geoogst en verhandeld is. Hout uit FLEGT-landen zonder vergunning wordt geweerd. Ook voor producentlanden levert dit een belangrijk instrument op tegen illegale handel.

In december 2005 heeft de Landbouw- en Visserijraad twee documenten goedgekeurd. Een verordening waardoor de douane van EU-lidstaten hout uit FLEGT-landen op legaliteit kan toetsen. En een onderhandelingsmandaat waarmee de Europese Commissie besprekingen aan kan gaan met potentiële FLEGT-landen. Nederland heeft tijdens haar EU-voorzitterschap in de tweede helft van 2004 de douaneverordening uitonderhandeld. Het Verenigd Koninkrijk is erin geslaagd zowel de verordening als het mandaat voor politieke besluitvorming af te maken.

Een aantal lidstaten heeft aangeboden de Europese Commissie inhoudelijk en financieel te ondersteunen in de onderhandelingen met specifieke partnerlanden. Zo is Duitsland actief in Kameroen en ondersteunt het Verenigd Koninkrijk het FLEGT-proces in Ghana. De Europese Commissie zal zelf de onderhandelingen met Indonesië voor haar rekening nemen. Nederland staat de Europese Commissie bij in het onderhandelingstraject met Maleisië. Nederland en Maleisië zijn grote handelspartners op het gebied van hout en hebben een gedeeld belang bij het verduurzamen van deze handel. Gezien de voortgaande ontwikkeling van haar controlesystemen lijkt Maleisië als een van de eerste landen in staat te zijn om een FLEGT-partnerschap aan te gaan. De Nederlandse steun bestaat uit de detachering van een expert bij de Missie van de Europese Commissie in Kuala Lumpur. De ministeries van LNV en Buitenlandse Zaken bieden verder financiële ondersteuning en verstrekken expertise op het gebied van bosbouw, ketenbeheer, douaneprocedures en marketing. De Europese Commissie blijft eindverantwoordelijk voor de onderhandelingen.

ITTO
De vierde onderhandelingsronde om te komen tot een nieuw International Tropical Timber Agreement (ITTA) is in januari 2006 met succes afgesloten. Het nieuwe verdrag met een looptijd van 18 jaar vormt de basis voor het werk van de International Tropical Timber Organisation (ITTO) waarvan circa 60 houtproducerende en houtconsumerende landen lid zijn. De groep van landen bij de ITTO is goed voor zo'n 80 procent van de wereldhandel in tropisch hout en omvat de belangrijkste producentlanden als Brazilië, Maleisië, Indonesië en de bosrijke Afrikaanse landen en de grootste importeurs als China, Japan, de EU en de VS. Een sterk punt van ITTO is dat de organisatie een aantal mechanismen kent waarmee zowel beleidsontwikkeling als projecten gefinancierd kunnen worden.

Het verdrag kent thans twee nevengeschikte doelstellingen: het bevorderen van de handel in tropisch hout uit legaal en duurzaam beheerde bossen en het bevorderen van duurzaam beheer van tropische productiebossen. Deze twee doelstellingen zijn verder uitgewerkt. Het gaat onder meer om het versterken van duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, het bevorderen van de handel in tropisch hout, plus onderzoek en informatie-uitwisseling, capaciteitsopbouw en certificering. ITTA 2006 is meer dan het verdrag uit 1994 gericht op duurzaamheid en verantwoord omgaan met natuurlijke hulpbronnen en biodiversiteit, mede ten behoeve van de lokale bevolking.

Opmerkelijk is dat de strijd tegen de handel in illegaal geoogst hout dus ook als nieuwe doelstelling in het verdrag is opgenomen. De ITTO is in staat gebleken dit onderwerp op een constructieve manier te agenderen. Op basis van een voorstel van de Europese Commissie zal de Europese Unie de ratificatieprocedure van het nieuwe verdrag starten.

UNFF
Van 13 tot 24 februari jl. heeft in New York de zesde bijeenkomst van het United Nations Forum on Forests plaatsgevonden (UNFF-6). Deze onderhandelingsronde heeft zich gericht op de versterking van het huidige internationale arrangement voor bossen (International Arrangement on Forests). Tijdens UNFF-6 zijn afspraken gemaakt over de verwezenlijking van duurzaam bosbeheer en de aanpak van ontbossing.

Belangrijk onderwerp van onderhandeling was de vaststelling van mondiale kwantitatieve doelstellingen voor duurzaam bosbeheer. Nederland heeft zich hiervoor actief ingezet. Tijdens UNFF-6 is een akkoord bereikt over vier doelstellingen: het omkeren van de trend van ontbossing en bosdegradatie, uitbreiding van het areaal duurzaam beheerd en beschermd bos, versterken van de betekenis van bossen voor duurzame ontwikkeling en het vergroten van de middelen uit ontwikkelingssamenwerking voor bossen. De doelstellingen moeten uiterlijk in 2015 zijn verwezenlijkt. Bovendien zijn de doelstellingen gekoppeld aan de Millenniumdoelstellingen en onderdeel van de inspanningen van regeringen om te komen tot duurzame ontwikkeling.

Van belang is dat tijdens UNFF-6 een akkoord is bereikt over het onderhandelingsmandaat voor een wereldwijd internationaal instrument voor duurzaam beheer van alle typen bossen. Het betreffende internationale instrument dient tijdens de volgende bijeenkomst van het forum in 2007 te worden aanvaard. Belangrijk kenmerk van het internationale instrument is dat het een zogenaamd 'non-legally binding instrument' betreft. Echter op basis van een initiatief van Nederland wordt er naar gestreefd om het instrument zo krachtig mogelijk te maken om daarmee het politieke commitment voor implementatie te vergroten. Hiertoe is ondertekening van het instrument middels subscriptie voorzien waardoor landen kunnen toetreden tot het instrument middels een diplomatieke note verbale. Dit laatste element brengt het instrument dicht bij een verdrag, immers daar is eveneens sprake van ondertekening gevolgd door ratificatie. Door middel van subscriptie verplichten toetredende landen zich er toe het instrument ook daadwerkelijk te implementeren.

In het aankomende jaar zal Nederland zich actief blijven inzetten om de onderhandelingen over dit instrument in 2007 tot een goed einde te brengen, waarbij de primaire focus ligt in de doorwerking van mondiale doelstellingen voor duurzaam bosbeheer in de praktijk.

BBI
Bosbeheer vormt een belangrijk thema binnen het Beleidsprogramma Biodiversiteit Internationaal (BBI). Ten aanzien van het u in mei 2002 toegestuurde Beleidsprogramma kan ik u het volgende melden. In het BBI is bepaald dat het beleidsprogramma elke drie jaar zal worden geëvalueerd. Het evaluatieproces nadert inmiddels zijn voltooiing. De resultaten zullen u vóór het zomerreces worden aangeboden en zullen van belang zijn voor de gedachtevorming voor een vervolg op het BBI na 2006. Op 19 augustus 2004 bent u middels mijn brief DN. 2004/2604 (TRC 2004/5448) op de hoogte gebracht van de uitvoering van het BBI tot dan toe. De rapportage over de sindsdien verlopen periode zal worden gecombineerd met de aanbieding van de uitkomsten van de evaluatie.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman