WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : VD. 2006/696
datum : 15-03-2006
onderwerp : Aanvullende vragen Aviaire Influenza
bijlagen : 1
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport (VWS), de antwoorden toekomen op de vragen die gesteld zijn
door de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) op 23 februari 2006 (06-LNV-B-16) inzake Aviaire Influenza.
1.
Kunt u de Kamer nader informeren over het vrijwillig danwel verplicht
vaccineren van hobbydieren, vrije-uitlooppluimvee en overig pluimvee?
U wordt verzocht daarbij tevens in te gaan op het aspect van de
kostprijs van de vaccins.
Conform beschikking 2006/147/EC mogen pluimveehouders vrijwillig hun
hobbymatig gehouden kippen, eenden, ganzen en kalkoenen laten
vaccineren. Deze mogelijkheid bestaat ook voor professionele houders
van pluimvee met uitloop.
Momenteel wordt bezien welke vaccins voldoen aan de eisen omtrent
werkzaamheid en veiligheid en of deze tevens voldoen aan de eisen die
de EU er op grond van voornoemde beschikking aan stelt. Op basis van
dit onderzoek zal gevaccineerd mogen worden met verschillende vaccins
en kan de kostprijs totstandkomen door middel van marktwerking.
2.
Waartoe zal worden overgegaan wanneer er toch een tekort aan ruimers
zal zijn?
Teneinde de beschikbaarheid van mensen en materieel tijdens ruimingen
te garanderen heb ik waakvlamcontracten laten afsluiten met bedrijven
die ingeschakeld worden bij het ruimen van pluimvee. In overleg met
Inspectie Gezondheidszorg en de Arbeidsinspectie is tot een pakket van
middelen gekomen met het juiste niveau van persoonlijke bescherming.
Het juiste gebruik van deze beschermingsmiddelen zal de ruimers
optimaal beschermen. Tijdens de ruiming zullen zo min mogelijk
personen in contact komen met pluimvee. Er wordt wel onderzoek gedaan
naar ruimingsmethoden waarbij niemand de stal hoeft te betreden, maar
een dergelijke methodiek is op dit moment niet beschikbaar. Ik heb op
dit moment geen indicaties dat er een tekort aan ruimers zal zijn.
3.
Kunt u de Kamer nader inlichten over de plannen voor distributie van
virusremmers? Wanneer zijn deze plannen klaar en wat zijn de
knelpunten?
Het ministerie van VWS treft sinds 2003 in samenwerking met
verschillende partijen voorbereidingen voor het geval een
grieppandemie Nederland zal bereiken. Als onderdeel van deze
voorbereidingen zijn verschillende draaiboeken ontwikkeld, waaronder
het 'operationeel deeldraaiboek 3. Bestrijding influenzapandemie'. In
dit deeldraaiboek wordt de inzet en distributie van antivirale
middelen beschreven. De beschikbare hoeveelheid antivirale middelen
was op het moment van schrijven beperkt.
Op advies van de Gezondheidsraad1 zijn 4,8 miljoen extra kuren
antivirale middelen aangeschaft. Een deel van deze kuren is reeds
geleverd waardoor de voorraad antivirale middelen ondertussen ruim 3
miljoen kuren bedraagt. Eind 2006 zal Nederland over een voorraad van
ongeveer 5 miljoen kuren beschikken.
Deze groeiende voorraad vraagt een aangepast distributieplan. Het
ministerie van VWS heeft de Raad van Regionaal Geneeskundig
Functionarissen (RGF-en) gevraagd om dit op te stellen in overleg met
betrokken partijen2. Dit plan zal in de vorm van een advies aan het
ministerie van VWS aangeboden worden. Naar verwachting komt dit advies
op korte termijn gereed.
Uit een eerste conceptnotitie blijkt dat de betrokken professionals
ook tijdens een pandemie de voorkeur geven aan distributie via de
reguliere kanalen (medicijnen op doktersrecept, preparatie en uitgifte
via de apotheek). Deze optie sluit het beste aan bij de 'normale' gang
van zaken en zal voor de burgers naar verwachting tot de minste
onduidelijkheid leiden. Punten van aandacht zijn:
* De uitgiftesystematiek.
* De continuïteit en de methode van opschaling.
* De beveiliging.
De huidige voorraad antivirale middelen bestaat voornamelijk uit kuren
Oseltamivir (de grondstof van Tamiflu). Deze moeten nog omgezet worden
in een gebruiksgereed product. Producent Roche adviseert het poeder op
te lossen in water. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar meer
praktische alternatieven. In het advies wordt met beide mogelijkheden
rekening gehouden.
Tevens maakt de minister van VWS van de gelegenheid gebruik u te
melden dat het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) in zijn opdracht met
Solvay Pharmaceuticals B.V. een optie- en leveringscontract heeft
getekend voor het leveren van een grieppandemisch vaccin. Met dit
contract verzekert het ministerie van VWS zich van snelle levering van
vaccins voor de gehele Nederlandse bevolking wanneer een grieppandemie
uitbreekt.
4.
Welke preventieve maatregelen moeten pluimveehouders en anderen die
met dieren werken nu nemen? Welke type maskers moet men bijvoorbeeld
aanschaffen?
In de pluimveehouderij zijn de algemeen gangbare voorzorgsmaatregelen
ter voorkoming van de introductie van besmettelijke ziektes in
principe afdoende, ook voor de gezondheid van pluimveehouders zelf.
Een goede persoonlijke hygiëne maakt daarvan deel uit. Onder de
huidige omstandigheden is het niet nodig dat personen die met pluimvee
werken zich extra beschermen. Bij een verdenking van vogelgriep zal de
Voedsel en Waren Autoriteit aanvullende adviezen geven.
Tot slot vindt u hierbij zoals toegezegd de informatiebrief influenza
A H5N1 die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
aan alle artsen in Nederland gestuurd heeft.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
1 Antivirale middelen bij een grieppandemie - gebruik bij schaarste.
Gezondheidsraad, februari 2004.
2 Naast de Raad van RGF-en en het ministerie van VWS zijn hierbij de
volgende partijen betrokken: RIVM/Centrum voor
Infectieziektebestrijding (CIb), Inspectie voor de Gezondheidszorg
(IGZ), ministerie van BZK, Nederlands Huisartsengenootschap (NHG),
Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie
(KNMP), Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Nederlandse
Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) en GGD-Nederland.
Bijlagen
Informatiebrief influenza A H5N1van het RIVM
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit