Gemeente Roggel en Neer

Landschapsontwikkelingsplan biedt kansen voor het buitengebied Wim Peulen en Hans Levels.JPG

Afgelopen 7 maart heeft de gemeenteraad van de gemeente Roggel en Neer, als eerste in een rij van zes gemeenten, het landschapsontwikkelingsplan Tuin van Limburg vastgesteld. Het is een plan waarin Haelen, Heel, Heythuysen, Hunsel, Roggel en Neer en Thorn (de vroegere Tuin van Limburg-gemeenten) samen hun visie opgeschreven hebben hoe de landschappelijke ontwikkeling van het buitengebied er uit kan gaan zien. Daarbij streeft men vooral naar het behoud van een herkenbaar landschap, cultuurelementen en een attractief buitengebied voor burgers en toeristen. Het gaat bij het
landschapsontwikkelingsplan niet om een verplichtend beleid, maar om een visie waaraan allerlei 'groene' projecten en plannen getoetst kunnen worden.

De gemeente Roggel en Neer had landschapsontwikkeling al in haar coalitieprogramma staan en zij laat er nu het plan klaar is dan ook geen gras over groeien. Als koploper heeft de gemeente als eerste een parttime landschapscoördinator aangesteld. Deze persoon gaat het landschapsontwikkelingsplan mee handen en voeten geven!

Een gesprek over landschapsontwikkeling met mede-initiatiefnemers portefeuillehoudend wethouder Wim Peulen (Gemeentebelangen) en raadslid Hans Levels (Akkoord '90).

Waarom moest er een landschapsontwikkelingsplan komen?

"Het landschap dat we kennen is in de loop van honderden jaren ontstaan door economische activiteiten van voornamelijk agrariërs. Zij gebruikten het land om er de kost mee te kunnen verdienen. Daar werd verder niet zo bij nagedacht of er nou wel of niet een schuurtje geplaatst mocht worden of een bosje aangeplant. Echter om te voorkomen dat typische landschappen verdwijnen, is het goed dat we weten welke richting we uit willen sturen.

Iedere gemeente heeft behoefte aan een visie op landschapsontwikkeling. Ieder jaar worden door particulieren en bedrijven initiatieven genomen of projecten ingediend en het is lastig als je dan als gemeente nergens aan kunt toetsen. In feite liep iedere gemeente tegen hetzelfde aan. Ook de rijksoverheid stimuleerde met subsidie het opstellen van zo'n plan. Juist door het samen te doen, hebben we een subsidie van EUR 46.000,- binnengehaald en heeft het plan iedere gemeente maar weinig gekost. Een adviesbureau heeft het plan samen met een projectgroep en vertegenwoordigers uit het buitengebied opgesteld. Bij de totstandkoming zijn veel instanties betrokken om ervoor te zorgen dat het plan voldoende draagvlak heeft.

Waar denken jullie aan bij behoud van een herkenbaar landschap, cultuurelementen en een attractief buitengebied?

"Bij de Maas denken we bijvoorbeeld aan openheid. Je moet van je af kunnen kijken. Een ander voorbeeld is typisch besloten gebied met veel bos. Bij cultuurelementen denken we aan zaken in het landschap die een historische betekenis hebben. Want waarom ziet het er hier zo uit? Zo is er de Schans in Neer met buitenom een gracht. Dit was vroeger een verstopplek die gebruikt werd om zich te verstoppen voor roverbendes. De relatie tussen landschap en cultuurhistorie zien we ook bij kastelen of het vroegere klooster Keizersbosch in Neer. En wat te denken van het afwateringskanaal bij de Heldensedijk. Bij het behoud of verbeteren van een attractief buitengebied denken we natuurlijk aan het gegeven dat je van een landschap moet kunnen genieten door er bijvoorbeeld fiets- en wandelpaden in aan te leggen.

We kennen toch al het bestemmingsplan, de reconstructiewet, het provinciaal omgevings plan (POL). Is er nu weer een nieuw beleid waar we in het buitengebied aan moeten gaan voldoen?

"De visie is vooral bedoeld als toetssteen voor en ter stimulering van nieuwe `groene' projecten die op basis van vrijwilligheid uitgevoerd worden. Als bijvoorbeeld een particulier in het buitengebied een bos aan wil planten, kan hij/zij het verzoek hiertoe indienen bij de gemeente. Deze zal het toetsen aan het landschapsontwikkelingsplan, maar dit plan zal nooit de reden voor een eventuele afwijzing zijn, want het is ondergeschikt aan bestaande wetgeving als bijv. een bestemmingsplan of Provinciaal Omgevings Plan. Het landschapsontwikkelingsplan kan bovendien aanleiding zijn om een interessante subsidie in de wacht te slepen als een projectvoorstel of idee binnen de visie past.

Wie gaan dit landschapsontwikkelingsplan uitvoeren?

"Er zijn overzichten van mogelijke maatregelen opgesteld om landschapsontwikkeling vorm te geven. Echter, ook hier geldt weer: alles gebeurt op basis van enthousiasme en vrijwilligheid. Overheden (bijv. gemeenten, waterschappen) kunnen bijvoorbeeld beken laten meanderen of een laan met bomen langs een weg aanleggen. De groep particulieren ( agrariërs, burgers) kunnen bijvoorbeeld denken aan erfbeplanting.

De landschapscoördinator heeft vooral als taak om de plannen mee uit te werken en subsidies te helpen zoeken. Hij is vooral degene die het plan mee moet gaan trekken en tot leven moet gaan brengen. En bij dit soort projecten werkt het hopelijk zo, dat je bij het maken van iets moois, anderen daarmee enthousiast maakt.

De gemeente Roggel en Neer probeert met een aantal voorbeeldprojecten die dit jaar nog uitgevoerd gaan worden, anderen enthousiast te maken voor de mogelijkheden van landschapsontwikkeling. Zo gaan we in Heibloem aan de slag met aanplant en met het opknappen van een bestaande kikkerpoel. Een ander project is het opknappen van de al eerder genoemde Schans in Neer. Maar zo heeft natuurlijk iedere gemeente zijn eigen prioriteiten in de projecten die aangepakt worden.

Hoe moet het straks verder met landschapsontwikkeling in de nieuwe gemeente Leudal?

"Vier van de zes gemeenten die in het plan meedoen, gaan de gemeente Leudal vormen. We vinden dat landschap op de gemeentelijke agenda moet blijven staan en dat er een landschapscoördinator moet worden aangesteld. Het blijft een politieke keuze natuurlijk. Toch biedt landschapsontwikkeling grote kansen. Het is een bouwsteen voor de toekomst: een mooi landschap is een voorwaarde voor toeristische ontwikkeling en wie wil er nou niet voor zijn nageslacht iets fraais achterlaten.