Regering onder voorwaarden akkoord met grondrechtenbureauu
Eerste kamer
Regering alleen onder voorwaarden akkoord met Europees grondrechtenbureau
De Nederlandse regering zal niet instemmen met het voorstel van de Europese Commissie over
de oprichting van een Europees Bureau voor de grondrechten wanneer niet is voldaan aan de
voorwaarden die de Eerste Kamer daaraan heeft gesteld. Een motie waarin de regering wordt
gevraagd niet in te stemmen met het huidige voorstel is vandaag unaniem door de Eerste
Kamer aanvaard. De motie was vorige week ingediend tijdens een debat met de ministers Bot
van Buitenlandse Zaken en Pechtold voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties.
Beide bewindslieden zegden na een moeizaam debat met de Eerste Kamer toe de motie te
aanvaarden en de voorwaarden van de Senaat mee te nemen in de onderhandelingen met de
andere lidstaten.
Bezwaren
De voorwaarden die zijn gesteld door de Senaat en in het debat van 7 maart zijn
onderschreven door de Nederlandse regering zijn ten eerste dat het werkterrein van het
Bureau zich moet beperken tot de EU-lidstaten (en eventueel de kandidaat-lidstaten), ten
tweede dat de activiteiten van het Bureau strikt beperkt moeten worden tot de Europese
wetgeving (het communautaire recht, ten derde dat de inhoud van de
samenwerkingsovereenkomst tussen het Bureau en de Raad van Europa bekend zijn moet zijn
voor het Bureau wordt opgericht. Daarbij moet die overeenkomst voldoende garantie bieden
dat duplicatie van werkzaamheden wordt voorkomen en moet de betrokkenheid van de Raad van
Europa bij de activiteiten van het Bureau zeker stellen. Als laatste voorwaarde geldt dat
de huidige prioriteit van het Waarnemingscentrum voor racisme en xenofobie, te weten de
strijd tegen racisme en xenofobie gewaarborgd moet blijven.
Fundamenteel
De Nederlandse regering is met haar toezeggingen tegemoet gekomen aan een aantal bezwaren
van de Nederlandse Senaat, maar zij is er in het debat niet in geslaagd het meest
fundamentele bezwaar weg te nemen. De Senaat heeft nog steeds geen overtuigend antwoord
gehoord op de vraag in welke behoefte een Europees Bureau voor de Grondrechten voorziet,
gelet op de reeds aanwezige expertise en toetsing op Europees en nationaal niveau.