Heliview Marketingservices
De strijd om Arbozorg is begonnen
14-03-2006
De plicht voor ondernemers om aangesloten te zijn bij een arbodienst
is vervallen en het percentage dat is aangesloten bij een externe
arbodienst is daarmee gedaald naar 93%. De daling (4%) is
overigens tot op heden wel lager dan verwacht (11%), maar na
afloop van het huidige contract gaat ongeveer één derde nog kiezen
voor een maatwerkregeling. Dit blijkt uit de Arbodiensten- en
Reïntegratiemarkt Monitor van marktonderzoekbureau Heliview. Het
grootschalige onderzoek onder 700 bedrijven en instellingen wordt
jaarlijks herhaald en brengt het ziekteverzuimbeleid en de
inschakeling van arbodiensten en reïntegratiedienstverleners in
kaart.
Ondernemers mogen nu zelf de arbotaken uitvoeren, maar moeten
daarbij één of meer (eigen) medewerkers als preventiemedewerker
aanwijzen. Circa 72% van de bedrijven heeft dit inmiddels
geregeld. Daarbij maakt het geen verschil of de onderneming
aangesloten is bij een arbodienst.
Vrijwel alle arbodiensten zagen als gevolg van de liberalisering
hun marktaandeel teruglopen, maar met name de arbodiensten die
sterk vertegenwoordigd zijn in de bovenkant van de markt
ondervinden een negatief effect van de wetswijziging. Na afloop
van het huidige contract gaat ongeveer 34% kiezen voor een
maatwerkregeling. Hierbij gaat circa 48% de ondersteuning van een
arbodienst inkopen. In het totaal zal dus circa 16% van alle
vestigingen de arbodienst binnenkort de rug toekeren. Zij gaan de
arbodienstverlening met name zelf regelen of inkopen bij een
veiligheidsdeskundige, een zelfstandige bedrijfsarts of bij een
verzekeraar. De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat de
dienstverlening zoals zij die wensen niet wordt aangeboden door
een arbodienst (30%) of men de arbodienst te duur vindt (12%).
Overigens blijkt uit het onderzoek wel dat de algemene waardering
voor de arbodiensten het afgelopen jaar verder is gestegen van een
6,9 naar een 7,0. Met name de bedrijfsarts wordt positiever
beoordeeld dit jaar en vormt tevens de belangrijkste reden voor
een klant om wel of niet tevreden te zijn over haar arbodienst.
Daarnaast zijn de klachtenafhandeling, de pro-activiteit en het
meedenken met de organisatie belangrijke aandachtspunten. Arbounie
en Commit behalen met een gemiddelde van 7,1 de hoogste score,
gevolgd door ArboNed (7,0).
Naast de reguliere arbodiensten worden de verzekeraars (23%) het
meest ingeschakeld voor arbotaken, gevolgd door
reïntegratiebedrijven (11%) en brancheorganisaties( 9%). Door de
grote (verwachte) opkomst van éénmansbedrijfjes en andere
dienstverleners op de arbo- en reïntegratiemarkt, is het voor de
afnemers van belang dat een dienstverlener een certificaat of een
keurmerk bezit. Maar liefst de helft van de bedrijven vindt het
belangrijk dat een arbodienst zowel een keurmerk als een
certificaat bezit.
Circa 70% van alle bedrijven is aangesloten bij een
branchevereniging. Met name bedrijven in de bouw en de horeca.
Slechts eenderde van deze vestigingen heeft behoefte aan
specifieke dienstverlening van de brancheorganisatie op het gebied
van arbozorg, reïntegratie en verzekeringen (20% van alle
vestigingen). Bij ruim de helft van de bedrijven is er een
mantelovereenkomst afgesloten tussen de brancheorganisatie en een
arbodienst. Driekwart van deze bedrijven maakt hier ook
daadwerkelijk gebruik van. De aanwezigheid van een arboconvenant
komt minder vaak voor, namelijk bij 35% van alle vestigingen.
Indien vestigingen zich laten adviseren op het gebied van wet- en
regelgeving aangaande verzuim, reïntegratie en verzekeringen dan
vraagt circa een vijfde advies aan de brancheorganisatie, maar de
meerderheid (37%) vraagt de accountant om advies.
Voor meer informatie over de Arbodiensten- en Reïntegratiemarkt
Monitor en andere HRM-onderzoeken kunt u contact met drs. Katinka
Deckers of drs. Brenda Wijnbelt, tel.: 076-548 40 00.