Uitreiking Geuzenpenning 2006 aan de heer Haitham Maleh
Toespraak door dr. Bernard Bot,
Minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden,
Uitreiking Geuzenpenning 2006
aan de heer Haitham Maleh
Stichting Geuzenverzet 1940-1945
Vlaardingen, Grote Kerk, 13 maart 2006
Dames en heren,
Een echte lente van Damascus of slechts een paar milde winterdagen dat is de vraag. Ik kom daar nog op terug.
Het is mij een grote eer namens de stichting Geuzenverzet 1940-1945 de Geuzenpenning van dit jaar uit te mogen reiken aan de heer Haitham Maleh. Met zijn onvermoeibare inzet voor een onafhankelijke rechtspraak plaatst de heer Maleh zich in de traditie van het Geuzenverzet.
Het Geuzenverzet is sinds de Tweede Wereldoorlog verbonden met deze stad, Vlaardingen. In de donkerste dagen verdedigden de Geuzen het vrije woord en betaalden daarvoor met hun leven. Hun dapperheid is een voorbeeld voor ons allen en juist daarom rusten zij niet naamloos, maar leven hun namen voort. Niet alleen in Nederland maar overal waar mensen zich inzetten voor de vrijheid van anderen.
Before I say something about why Mr Maleh deserves this award, I would like to warmly welcome his son, Mohammed Anas al Maleh. It gives us great pleasure that you are here among us today and that you will accept the Geuzen Medal on your father's behalf. It shows a father's trust and pride in his sons.
Graag had ik vandaag, bijna veertig jaar na zijn eerste bezoek aan ons land, ook Haitham Maleh in persoon welkom geheten. De Syrische autoriteiten hebben echter geen einde willen maken aan zijn nu al drie jaar durende uitreisverbod.
De Nederlandse regering, het Oostenrijkse EU-Voorzitterschap en ook de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties wij hebben ons allemaal zeer ingespannen om de Syrische autoriteiten op andere gedachten te brengen. Helaas zijn onze pogingen vruchteloos gebleven.
Toch is de heer Maleh niet helemaal afwezig.Mr. Maleh, we know you can hear us. And we know you are following this ceremony live through the internet. Many ofussawyouon Dutch television last Friday. Clearly, the world has become a global village, with telephones, television and internet breaking down borders. But it would be much better still if we could see you in person soon.
Mr. Maleh, Dames en heren,
Nederland en de Europese Unie onderstrepen in onze contacten met Syrië, evenals met andere landen, steevast het belang van persvrijheid, de vrijheid van vergadering, de rechten van minderheden en de vrijheid voor maatschappelijke organisaties. En, meer in het algemeen, van een overheid die zich aan de regels houdt en waar nodig door een onafhankelijke rechter daartoe gedwongen kan worden. Negatieve en positieve ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Zo moest het eind februari geopende
Civil Society Training Centre in Damascus, gefinancierd door de Europese Commissie, enkele dagen geleden op last van de Syrische overheid al weer zijn deuren sluiten. Gevangenen worden vrijgelaten, maar andere mensen worden zonder eerlijk proces gevangen gezet.
Bij het aantreden van de huidige president sprak men van de lente van Damascus. Zoals ik al zei: het zou tragisch zijn wanneer die lente uiteindelijk niet meer zou blijken te zijn geweest dan een paar milde winterdagen. Gelukkig laat de Europese Unie zich niet snel ontmoedigen. Wij gaan gewoon door met onze respectvolle maar ook heldere dialoog met Syrië.
Dames en heren,
Wij zijn hier als hoeders van het vrije woord. Er is de afgelopen tijd veel gesproken en geschreven over dat vrije woord. In Europa zou het recht op vrijheid van meningsuiting in gevaar zijn, of juist worden misbruikt om mensen vanwege hun religie te beledigen. Ik heb op dit punt getracht telkens een genuanceerde lijn in te nemen en uit te dragen, ook tijdens mijn bezoek aan Saoedi-Arabië en Qatar.
In feite geldt in Europa het aan Voltaire toegeschreven adagium: "Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen." Tegelijkertijd geldt ook de beroemde Gouden Regel, die in christelijke ogen geïnspireerd is op de bergrede van Jezus en luidt: "Wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet." Behandel anderen zoals u zelf behandeld wilt worden.
Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens geeft duidelijk aan dat het recht op vrijheid van meningsuiting alleen ingeperkt kan worden door de wet, en dat beperkingen gerechtvaardigd moeten zijn door "wat nodig is in een democratische samenleving." Daarbij valt te denken aan bepalingen die smaad, discriminatie of het oproepen tot geweld verbieden. In individuele gevallen waarin de vrijheid van meningsuiting botst met dergelijke verbodsbepalingen is het aan rechters, niet aan regeringen,
om te bepalen welk principe voorrang dient te hebben. Zo beschermt de wet het individu tegen inperkingen van de vrijheid door de overheid en biedt de wet tegelijkertijd mogelijkheden om ontoelaatbaar gebruik van de vrijheid van meningsuiting door de een tegen de ander te bestraffen.
Juist nu onze wereld steeds kleiner wordt, moeten wij investeren in wederzijds respect en wederzijds begrip, ook op het terrein van de mensenrechten. Een van de grootste misvattingen is bijvoorbeeld dat universele mensenrechten een Westerse vinding zouden zijn. Er is een door alle VN-lidstaten onderschreven universele verklaring van de rechten van de mens. De meeste mensenrechtenverdragen zijn op die verklaring gebaseerd en worden vrijwillig door landen ondertekend.
Maar de universaliteit van mensenrechten is daarnaast ook gegeven doordat men dwars door alle beschavingen heen op verschillende plekken, in verschillende tijdsgewrichten vergelijkbare ideeën over mensenrechten terug kan vinden.
Zo kende het wetboek van de Babylonische koning Hammoerabi, opgetekend rond 1752 voor Christus dat is dus 3758 jaar geleden, opvallend moderne bepalingen, bijvoorbeeld over het ontslaan van oneerlijke rechters en het bestrijden van geweld tegen vrouwen.
Het wetboek stelde dat 'armen, weduwen, wezen en onderdrukten' beschermd moesten worden. Of neem de Chinese filosoof Mo Zi, die ca. 2400 jaar geleden het belang onderstreepte van plichtsbetrachting, zelf-opoffering en respect voor anderen, "niet alleen voor familie- en clanleden, maar universeel - over de gehele wereld." En van meer recente datum zijn de vrijheden en rechten die het Ottomaanse rijk verleende aan zijn onderdanen, inclusief Christenen en Joden, zoals het recht op leven,
immuniteit van arbitraire handelingen door de staat, een onafhankelijke rechtspraak, een verbod op marteling, de vrijheid van meningsuiting, het recht op privacy en de vrijheid om te reizen.
(Haitham Maleh)
Hoe eenzaam Haitham Maleh zich bij het doorstaan van zijn beproevingen soms ook moet hebben gevoeld, hij staat dus niet alleen. Zowel in het verleden als het heden heeft hij medestanders ook in zijn eigen land. Inmiddels telt de door hem opgerichte Human Rights Association in Syria zo'n 150 leden. En vandaag blijkt dat ook mensen in Nederland zich betrokken voelen bij zijn strijd.
De strijd van Maleh is een geweldloze. De Koran is zijn leidraad. De boodschap van de profeet Mohammed is er volgens Maleh een van rechtvaardigheid en het opkomen voor onderdrukten en armen. Wat niet wil zeggen dat hij voor gevaar terugdeinst. Zo bemiddelde hij met persoonlijk risico bij confrontaties tussen oproerpolitie en Koerdische burgers in de wijk Dummar in Damascus.
Bovendien eren wij vandaag een man die zeven jaar gevangen heeft gezeten. Het was in de gevangenis dat hij van duizenden stukjes glas teksten maakte, die nu, ingelijst in zijn kantoor hangen. Een daarvan, een citaat van Mozes uit de Koran, luidt als volgt: "Mijn heer, door de gunsten die gij mij hebt bewezen, zal ik nooit de schuldigen ondersteunen."-
Al veertig jaar lang verzet Haitham Maleh zich tegen misstanden in zijn geliefde Syrië, die voortkomen uit de Wet op de Noodtoestand. Die wet werd in 1963 van kracht en is dat nog altijd. Met deze wet in de hand hebben geheime diensten in Syrië vrij spel en kunnen burgers zonder een eerlijk proces voor jaren achter de tralies verdwijnen. Maleh durft het regime te wijzen op zijn fouten en tekent verzet aan. Met het wetboek in de hand probeert hij voor zowel politieke opposanten van het regime
als voor misdadigers een eerlijk proces af te dwingen.
Een Nederlandse vrouw vroeg de heer Maleh onlangs wat er in Syrië nodig is om hervormingen mogelijk te maken. Zijn antwoord luidde: "Regen spoelt stof en vuil weg, doet planten kiemen, maar valt altijd van boven naar beneden." Inderdaad: verandering zal niet door revolutie maar door hervorming moeten plaatsvinden. De huidige machthebbers zullen tot het inzicht moeten komen dat veranderingen nodig zijn om dat wat voor Syrië van waarde is te kunnen behouden.
Met zeer veel respect voor de moed, de verdraagzaamheid en het doorzettingsvermogen van Haitham Maleh, zou ik dan nu over willen gaan tot uitreiking van de Geuzenpenning 2006.
- Soera 28 vs. 17.
Mocht het document in de email u niet in goede orde bereiken, ga dan voor
het brondocument naar: http://www.minbuza.nl/20060314-100420-A
===
Ministerie van Buitenlandse Zaken