Federale regering Belgie
Sabena-Dossier: Belgische Staat -groep Swissair
(2006-03-14)
Persdienst van de Eerste Minister
IN HET SABENA-DOSSIER DIENT DE BELGISCHE STAAT TE ZURICH
STRAFRECHTELIJK KLACHT IN TEGEN DE GEWEZEN BESTUURDERS VAN DE GROEP
SWISSAIR
Naast de burgerlijke procedure voor het hof van beroep van Brussel,
heeft de Belgische staat een strafrechtelijke klacht ingediend te
Zurich tegen de gewezen verantwoordelijken van de groep Swissair, met
name voor oplichting en valsheid in de jaarrekeningen, die de
strafrechtelijke klacht van Sabena versterkt inzake deloyaal beheer.
In het kader van het onderzoek gevoerd door het parket van het kanton
Zurich rond de omstandigheden van de val van de groep Swissair, heeft
de Belgische staat vandaag te Zurich klacht ingediend tegen de gewezen
bestuurders van de groep Swissair alsook tegen X.
Het parket van Zurich, belast met de strafrechtelijke vervolging van
de gewezen bestuurders die verantwoordelijk zijn voor deze val, moet
inderdaad bepalen in welke mate anderen naast de gewezen bestuurders,
zoals de commissarissen van de groep Swissair, betrokken zijn bij de
misdrijven waarvan de gewezen verantwoordelijken van de groep Swissair
worden beschuldigd.
De strafrechtelijke klacht die de curatele van Sabena reeds indiende
te Zurich is in hoofdzaak gericht op de fraude begaan door de leiding
van de groep Swissair in het beheer van Sabena die heeft geleid tot
het faillissement (misdrijf van deloyaal beheer). In het bijzonder
blijkt uit de conclusies en stukken ingediend door de curatele van
Sabena voor het hof van beroep van Brussel dat, via diverse
manoeuvres, de groep Swissair Sabena beslissingen liet nemen die tegen
de belangen van Sabena indruisten, maar gunstig waren voor de
Zwitserse filialen van de groep. Door boekhoudkundige kunstgrepen
zorgde de groep Swissair ervoor dat de verliezen van Sabena niet
voorkwamen in de rekeningen van de groep, en dat in tegenstelling tot
de winsten van de Zwitserse filialen die zich verrijkten, meerbepaald
ten koste van Sabena.
De Belgische staat steunt de strafrechtelijke klacht van Sabena en
verwijt de gewezen bestuurders van de groep Swissair oplichting door
de herkapitalisatie van Sabena in januari 2001 waarbij voordeel werd
gehaald uit de financiële moeilijkheden van Sabena. Sindsdien is
gebleken dat enerzijds de financiële moeilijkheden van Sabena
grotendeels te wijten waren aan het deloyale beheer van Sabena door de
groep Swissair en dat anderzijds bij het afsluiten van de
overeenkomsten, de gewezen bestuurders van de groep Swissair wisten
dat, omwille van de rampzalige financiële situatie, deze zijn eigen
verplichtingen jegens Sabena niet zou kunnen naleven. Bovendien
besloot de groep Swissair in februari 2001 reeds zonder de Belgische
staat daarvan op de hoogte te stellen - zich te willen losmaken van
Sabena.
Deze oplichting was mogelijk via diverse manipulaties in de
voorstellingen aan de raad van bestuur van Sabena, die duidelijk
werden aangetoond door de curatele van Sabena, en via manipulaties in
de rekeningen van de groep Swissair, waarop werd gewezen door een
intern onderzoek bevolen door de vereffenaar van de groep Swissair. Zo
hebben SAirGroup en SAirLines in hun rekeningen de verliezen niet
aangegeven van de luchtvaartmaatschappijen waarin zij een participatie
hadden. De Belgische staat heeft eveneens klacht ingediend voor
valsheid in jaarrekeningen.
In het kader van deze strafrechtelijke klacht heeft de Belgische staat
het bedrag van zijn schade niet becijferd, in afwachting van de
uitkomst van de burgerrechtelijke procedure die momenteel hangende is
voor het hof van beroep van Brussel. De Belgische staat eist zowat een
miljard euro van SAirGroup en SAirLines ter herstel van de fouten die
deze laatste hebben begaan tijdens de onderhandeling en de uitvoering
van de akkoorden betreffende Sabena.
De Belgische staat behoudt zich het recht voor in Zwitserland nog
burgerlijke rechtsvorderingen in te dienen tegen de personen die als
verantwoordelijken worden aangeduid door het te Zurich lopende
strafrechtelijke onderzoek.