Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
Rotterdam, 13 maart 2006
Nieuws van de Verenigde Zand en Grindschippers
Eerste resultaten in de tariefonderhandelingen zijn hoopgevend
Hoewel de VZ&G uitdrukkelijk geen partij is en wil zijn bij de tariefonderhandelingen in het vervoer van zand en grind (NMA!), heeft zij ondertussen wel redelijk zicht op de resultaten van de afspraken bij de diverse marktpartijen.
Een eerste conclusie is dat het door sommige schippers uitgesproken vermoeden, dat er prijsafstemming zou zijn tussen de handelaren/opdrachtgevers (uiteindelijk) niet is bewaarheid. Geconstateerd kan worden dat er in bijna alle vervoerovereenkomsten vrachtprijzen zijn afgesproken, die vaak duidelijk hoger liggen dan 5%. Zonder op de details per onderneming in te gaan, kan er worden geconstateerd dat er in een aantal gevallen niet alleen sprake is van een verhoging van tarieven, maar ook van een verbetering van de bevrachtingvoorwaarden. De tariefsverhogingen liggen veelal in een range van 5 tot 9%, met uitschieters voor bijzondere bestemmingen van 13%. Een en ander natuurlijk afhankelijk van de oorspronkelijke uitgangsposities. Sommige partijen spraken met name tariefsverhogingen af, terwijl anderen het meer zochten in een mix tussen een relatief lagere tariefsverhoging maar met een goede gasolieclausule en/of verbeterde voorwaarden.
Het bestuur van de VZ&G vindt dit een eerste goede stap in de economische gezondmaking van het vervoer van zand en grind per binnenschip. Het is echter daarbij uitdrukkelijk van mening dat deze verbeteringen dan ook de komende jaren moeten worden voortgezet in aanmerking nemende
de uitkomsten van het in opdracht van het CBRB door het NEA uitgevoerde kostprijsonderzoek van het vervoer van zand en grind, waarbij wordt aangetoond dat er een achterstand is van 25%.
Bestuur VZ&G
Noot voor de redactie (